Opgraven uit algemeen graf en herbegraven binnen grafrusttermijn

Onderwerp: Begraven en regelgeving

Vraag:

Geachte heer/mevrouw, Wij hebben een verzoek gekregen van een mevrouw wiens vader vier jaar geleden is begraven in een algemeen graf.Mevrouw heeft spijt en heeft haar moeder moeten beloven, die onlangs is overleden en is begraven in een eigen graf, dat ze alles in het werk zal stellen om vader zo snel mogelijk op te graven en bij te zetten in dit eigen graf.Het toeval wil dat deze mijnheer als laatste is bijgezet in het algemene graf en dus bovenop ligt, waarbij de onderliggende overledenen dus niet zouden hoeven te worden verstoord. Dit is overigens maar hoe je het bekijkt.Wij hebben dit verzoek in eerste instantie geweigerd, daar de wet op de lijkbezorging daar wat mij betreft erg duidelijk over is: 10 jaar grafrust dus. Laat ik voorop stellen dat mijn beheerder en ikzelf die mening nog steeds zijn toegedaan. Maar in tweede instantie hebben onze juristen aangeven dat het wel degelijk kan: de burgemeester zou bij hoge uitzondering dit toch toe kunnen staan (eerste lid van art. 29 van de wet), mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Klopt dit nu, en zo ja welke voorwaarden zijn dit dan.Met vriendelijke groet, L. K.

Antwoord:

Geachte heer K., U heeft er in principe goed aan gedaan het verzoek tot opgraving en herbegraving af te wijzen maar uw juristen hebben ook gelijk. In uitzonderlijke gevallen heeft de burgemeester, onder voorwaarden, de bevoegdheid om af te wijken van de wet en een opgraving en herbegraving mogelijk te maken.De hamvraag is natuurlijk welke dan die uitzonderlijke gevallen zijn.Maar eerst het volgende.De wettelijke grafrust termijn is 10 jaar. Opgraving tussen 2 maanden en 10 jaar na de begraving wordt ontraden. Dit heeft alles te maken met het stadium waarin het ontbindingsproces van het lichaam zich bevindt en de bezwarende omstandigheden voor de mensen die de opgravingwerkzaamheden eventueel moeten uitvoeren..In principe wordt van deze termijn niet afgeweken, behalve in uitzonderlijke gevallen.De Inspectierichtlijn noemt de volgende voorbeelden:- is er sprake van duidelijke (bijvoorbeeld psychosociale en/of religieuze ) gronden voor de opgraving?- dient de opgraving een maatschappelijk belang?- indien het een algemeen graf betreft, zijn de nabestaanden van de overige overledenen geïnformeerd?- is de met de uitvoering belaste beheerder gehoord? Het is dus aan de burgemeester in deze een zorgvuldige afweging te maken en een besluit te nemen.Hij kan daarbij gebruik maken van adviezen van de regionaal inspecteur voor de Milieuhygiëne en de directeur van de Regionale Gezondheidsdienst.

Jo Beltman
23 augustus 2010