Allrounder voor kerk en nabestaande

De begraafplaats van de Nederlands-hervormde kerk in Assendelft ligt veilig verscholen achter het politiebureau aan de Dorpsstraat nummer 374. Aan deze lange weg liggen twee begraafplaatsen, de rooms-katholieke en de Nederlands-hervormde. Voor veel Zaankanters is paars of blauw hen echter om het even, want het rood geeft kleur aan hun leven. Na de dood is het aan Klaas Bleeker om hun uitvaart te regelen. Dit doet hij voor alle mensen eender want ieder mens is voor hem gelijk.

Allrounder voor kerk en nabestaande

© Pauline Prior

De begraafplaats van de Nederlands-hervormde kerk in Assendelft ligt veilig verscholen achter het politiebureau aan de Dorpsstraat nummer 374. Aan deze lange weg liggen twee begraafplaatsen, de rooms-katholieke en de Nederlands-hervormde. Voor veel Zaankanters is paars of blauw hen echter om het even, want het rood geeft kleur aan hun leven. Na de dood is het aan Klaas Bleeker om hun uitvaart te regelen. Dit doet hij voor alle mensen eender want ieder mens is voor hem gelijk.

Beneden in het gebouw van de Nederlands-hervormde kerk is een opbaar- en condoleancekamer. Op de eerste verdieping is de kerkzaal gevestigd met een prachtig, recent gerestaureerd orgel. De kerkzaal besloeg ooit de hele bovenverdieping, maar nu is die gesplitst. Eén gedeelte wordt verhuurd aan een orgelrestauratie-bedrijf, dat, het kan niet missen, ook het orgel in de kerk opknapte. De ruimte is hoog en oogt op de een of andere manier erg ‘Zaanstrekerig’. Een zaal waar de zware stem van de vroegere dominee is vermengd met de lichtere toon van nu. Hier in dit gebouw werkt Klaas Bleeker (59) als koster van de kerk, beheerder van de begraafplaats en uitvaartleider.

Bleeker: “Ik heb deze drie banen al 25 jaar. Ik begon als uitvaartleider van de begrafenisvereniging hier in het dorp, maar dat liep af. Toen ben ik in 1988 gaan samenwerken met een grote uitvaartonderneming, ‘de Associatie’ in Zaandam. Voor hen doe ik nu uitvaarten in de gehele Zaanstreek. De bedoeling was dat de Associatie ook de begrafenissen in Assendelft zou regelen en dat ik alleen de uitvoering zou doen. Maar omdat ik hier alle mensen ken, bleven mensen rechtstreeks naar mij toe komen en was de bemiddeling van de associatie overbodig. Want begraven is toch een vertrouwenkwestie, dus regel ik nu alles weer zelf en voer ook alles uit. Het financiële gedeelte wordt wel door de Associatie geregeld, anders had ik een accountant moeten aanstellen voor de boekhouding. En dat is veel te kostbaar voor zo’n kleine begrafenisvereniging.”

“Voor de Associatie begeleid ik, voor zover ik tijd heb, begrafenissen en crematies in de buurt,” vervolgt Bleeker. “Daarnaast regel ik zowat alle uitvaarten van ons achtduizend zielen tellend dorp. Dit doe ik voor alle gezindten, ook voor de katholieke kerk. Dat is gekomen toen mijnheer Buik, die de katholieke uitvaarten deed, daar met 84 jaar te oud voor werd. Via de Associatie ben ik toen gevraagd om ook de katholieken te doen. Gereformeerden kennen we hier niet zoveel; alle kerken werken wel samen, maar in deze buurt wonen weinig gereformeerden. De paar die er zijn worden op onze begraafplaats begraven.”

PvdA-gemeente
“Eigenlijk is Assendelft een rood dorp,” laat Bleeker weten. “In het zuidelijke gedeelte wonen vooral de protestanten; in het noorden zijn ze katholiek. Dat stamt nog uit de Spaanse tijd. Die scheiding is er nog steeds, maar de roden zitten overal. Assendelft is nog steeds een PvdA-gemeente. Elke ziel kan hier begraven worden. Ze betalen namelijk allemaal even veel.”

“Ik ben zelf hervormd, maar niet actief, want daar heb ik geen tijd voor. Ik zit altijd al in de kerk, dus dat verhaal ken ik wel. Vroeger was er eens in het jaar een kerkdienst waar de overledenen extra werden herdacht, zoiets als bij het katholieke Allerzielen. Deze herdenkingsdienst wordt langzaam weer in ere hersteld. Want de kerken lopen wel leeg en op zondag is het hier stil – maar bij speciale gelegenheden zitten de kerken vol. En meer volk kunnen ze wel gebruiken.”

Bleeker vindt zijn werk afwisselend. Naast de paar honderd uitvaarten per jaar die hij voor de Associatie doet, is hij koster en zorgt hij voor het gebouw en de begraafplaats. “In de winter begin ik om half negen en doe dan eerst onderhoudsklussen op de begraafplaats of aan de kerk. Tussendoor word ik vaak opgeroepen voor een begrafenis. Ik ga van het ene klusje naar het andere en zodoende ben ik me de hele dag aan het omkleden.”

“Het groenonderhoud doe ik alleen. Bij het delven van de graven komt iemand me helpen. Dan zet ik de maten uit en dan graven we samen met de hand het graf. Spitten vind ik heerlijk, het is goed voor je body. Machines vind ik niets, een kraantje op de begraafplaats maakt meer rommel dan dat het opruimt. Met die brede banden maken ze sporen op het pad en ik werk veel schoner. Zelfs monumenten verhuizen doe ik alleen met een rolletje en een wigje. Een kwestie van ervaring.”

“De administratie wordt door de kerk met de computer gedaan, dus daar ben ik vanaf. Anne Helmers van Trigt, onze parttime dominee leidt de diensten bij de begrafenissen. We hebben maar honderd leden, dus er zijn niet veel. Ik word betaald door de Nederlands-hervormde kerk en per uitvaart krijg ik betaald door de Associatie. Daardoor is mijn salaris de ene maand veel hoger dan de andere maand. De kerk wordt mede onderhouden door verschillende subsidiegevers. Ook de huur van de orgelbouwer en van de aula als er mensen worden opgebaard brengt wat op. Maar het zijn kleine bedragen bij elkaar. We moeten zuinig leven en doen zoveel mogelijk zelf. Zolang ik hier werk kan het zo doorgaan, maar over zes jaar ga ik met pensioen en dan is het de vraag wat er gebeurt.”
 
Eigen baas
Over de kerk heeft Bleeker geen klagen. “De samenwerking met de kerk is perfect. Ik ben de spil van de kerk en moet alles regelen. Wat natuurlijk ook wel eens vervelend is. Vroeger was ik ook elk weekeinde gebonden. Ik had geen plaatsvanger en ging niet op vakantie. Op zijn hoogst konden mijn vrouw en ik een lang weekend weg. Zij hielp vroeger ook mee bij het afleggen en opbaren van de doden en verzorgt nu nog steeds de koffie. Het is fijn dat de tijden zijn veranderd en ik nu niet meer in het weekend hoef te werken. Mooi is ook dat we eens op vakantie kunnen. Ik vind het prachtig werk, vooral omdat ik mijn eigen werk kan indelen. Ik ben eigen baas met een vast salaris.”

Vijfentwintig jaar geleden werd Assendelft ingelijfd bij de gemeente Zaanstad. De begraafplaats is toen uitgebreid. “Er is toen een asverstrooiingsveld gekomen, zodat Assendelfters die in Zaandam zijn gecremeerd, uitgestrooid kunnen worden in hun eigen dorp. Dat spreekt erg aan. Het nieuwe terreintje ligt naast een weide met koeien en vooral boeren vinden dat prachtig. Zij kopen ook graag daar een graf want dan kijken ze weer uit op de beesten.”
   “Verleden jaar heb ik afscheid genomen van mijn vaste groepje dragers. Ze waren te oud geworden, een van hen had net zijn 74ste verjaardag gevierd. Het was een fijn clubje mensen, en in ons dorp maken we daar dan een gezellig afscheid van in de kroeg. Nu heb ik dragers van een centrale, een soort uitzendbureau – maar dat vind ik vreselijk. Ik krijg dan steeds weer andere mensen en moet alles opnieuw uitleggen.”