bij voortduring zorg voor een graf ...
Rubriek: Begraven en regelgevingOnderwerp: d. Graven met eeuwigdurende rechtenVraag
Op 24 februari 1986 overleed mevrouw XX. Er was een testament dd 13 juni 1959. De “enige erfgename harer gehele nalatenschap” was de kerk YY te ZZ. De kerk heeft deze erfenis aanvaard. Deze bestond uit enkele percelen land. De kerk heeft deze percelen verkocht. In het testament dd 1959 staat: “met de opdracht, dat hetgeen ik nalaat, door genoemde erfgenaam wordt besteed ten behoeve van het gereformeerde rusthuis te ZZ, en voorts onder de last om bij voortduring te zorgen voor het onderhoud van de graven van mij en mijn ouders, broers en zusters op het kerkhof te AA.”
Het gereformeerde rusthuis te ZZ bestond in 1986 niet meer.
Er is sprake van vijf graven op het kerkhof te AA. De kerk YY heeft voor die vijf graven voor 20 jaar betaald tot en met 1991: f 5.000,-. Daarna wordt steeds per jaar betaald. Momenteel jaarlijks € 41,00 voor vijf graven. De kerk YY te ZZ is opgegaan in de BB gemeente te ZZ.
Nu is mijn vraag: wat betekent in het testament de zin: “om bij voortduring te zorgen voor het onderhoud van de graven…”.
Antwoord
In 1986 heeft de kerk YY in ZZ een legaat vanuit de nalatenschap van mevrouw XX zoals u schrijft aanvaard. Het legaat bestond uit enkele percelen land én de verplichting om een aantal (vijf) graven op de begraafplaats in AA in stand te houden. De kerkelijke gemeente verkreeg door het aanvaarden van het legaat het vruchtgebruik van de percelen grond. Dat vruchtgebruik kon bestaan uit de huur- of pachtopbrengsten van de percelen. U schrijft dat de kerkelijke gemeente de percelen grond verkocht heeft. U geeft niet aan wanneer de verkoop van de percelen grond geweest is, maar dat is in dit kader minder van belang. De opbrengsten welke bij de verkoop van de grond gegenereerd zijn, zijn ongetwijfeld opgegaan in de exploitatie van de kerkelijke gemeente. Zonder de verdere voorwaarden vanuit het legaat te kennen, neem ik aan dat de kerkelijke gemeente gerechtigd was om tot verkoop van de grond over te gaan.
Een ander aspect in het legaat betrof de instandhouding van vijf graven op de begraafplaats in AA. U schrijft dat de kerkelijke gemeente voor 20 jaar betaald heeft voor de graven tot en met het jaar 1991. Dat begrijp ik niet helemaal. Mevrouw is in 1986 overleden. Tot op dat moment was mevrouw verantwoordelijk voor de graven neem ik aan. Wanneer heeft de kerkelijke gemeente de betaling dan gedaan? U schijft indirect dat er vanaf 1992 jaarlijks betaald wordt voor de instandhouding van de graven, momenteel een bedrag van slechts € 41,- voor vijf graven. Wanneer ik goed reken is dat een bedrag van € 8,20 per graf per jaar..
Uw vraagt naar de betekenis in het testament van de zin: ‘om bij voortduring te zorgen voor het onderhoud van de graven…’.
De betekenis van genoemde zin is duidelijk en uw (rechts-) voorgangers hebben door de aanvaarding van het legaat van mevrouw XX deze voorwaarde ook geaccepteerd. Als kerkelijke gemeente dient u de vijf graven op de begraafplaats in AA in stand te houden. De benodigde financiën voor de instandhouding van de graven konden gegenereerd worden uit de opbrengsten van de percelen grond. Die opbrengsten zijn door de verkoop van de grond verworden tot een éénmalige (grote) inkomstenpost. De verplichting om de graven in stand te houden is echter wel blijven bestaan. Die (financiële en morele) verplichting welke uw voorgangers aangegaan zijn, blijft in stand zolang de graven bestaan. De Beheersverordening van de betreffende begraafplaats te AA geeft aan hoelang het recht op de graven geldt. In artikel 13 lid 3 van de Beheersverordening staat: Het in dit artikel bedoelde recht kan niet langer gelden dan tot op het tijdstip waarop het terrein feitelijk aan zijn bestemming als begraafplaats zal zijn onttrokken. Aangezien het een utopie is dat de begraafplaats zijn bestemming als begraafplaats verliest, kan de conclusie niet anders zijn dan dat uw kerkelijke gemeente BB, als rechtsopvolger van de YY kerk in ZZ, tot in lengte van dagen de graven in stand moet houden.
IW
31 januari 2022