Veilig omgaan met asbest

Asbest is een gevaarlijk goedje. Ook begraafplaatsen kunnen er mee te maken hebben. Bekend is dat de regels voor asbestverwijdering streng zijn. Maar deze gelden niet voor iedere situatie. Door voorzichtig en met gezond verstand te werk te gaan is het meeste asbest eenvoudig zelf te verwijderen.

Veilig omgaan met asbest

© mr. W.G.H.M. van der Putten

Asbest is een gevaarlijk goedje. Ook begraafplaatsen kunnen er mee te maken hebben. Bekend is dat de regels voor asbestverwijdering streng zijn. Maar deze gelden niet voor iedere situatie. Door voorzichtig en met gezond verstand te werk te gaan is het meeste asbest eenvoudig zelf te verwijderen.

Een begraafplaats kan op verschillende manieren met asbest van doen hebben. Asbest platen kunnen gebruikt zijn als afdekking van, of als tussenschot in een graf(kelder). Kleine asbest plaatjes zijn ook wel gebruikt als steun of wig om een grafmonument te plaatsen. Voorts kan asbest op enigerlei wijze gebruikt zijn in bedrijfsgebouwen, bijvoorbeeld als isolatie van leidingen, als plafond of in het zeil op de vloer. Ook kan het voorkomen in apparatuur, van (oude) koffiezetmachine tot bedrijfsauto. In dit artikel beperk ik mij tot het asbest dat u buiten op de begraafplaats aan kunt treffen.

Als ergens asbest wordt aangetroffen, is er geen verplichting om asbest te verwijderen. Vaak is dit evenwel toch verstandig, omdat de aanwezigheid van asbest een gezondheidsrisico kan inhouden. De belangrijkste voorschriften voor het verwijderen van asbest staan in het Arbeidsomstandighedenbesluit, het Asbest-verwijderingsbesluit en gemeentelijke bouwverordeningen.

Het Arbeidsomstandighedenbesluit (Stb. 1999, 451) bevat regels om te voorkomen dat werknemers bij hun arbeid schade aan hun gezondheid oplopen. Het bepaalt dat het verboden is om asbest of asbesthoudende produkten te bewerken, te verwerken en in voorraad te houden. Het verbod om asbest te bewerken geldt niet voor het slopen van gebouwen of constructies en het verwijderen van asbest daaruit.

De vraag is of op het terrein van een begraafplaats asbest wordt bewerkt, verwerkt, in voorraad gehouden of gesloopt. Deze vraag kan ontkennend worden beantwoord, zolang de aangetroffen asbest niet wordt beschadigd, gebroken, afgeslagen et cetera waardoor asbestvezels vrij kunnen komen. Het op een begraafplaats gebruikte asbest is zogenaamd hechtgebonden asbest, waarvan zonder breuk, boren, schuren et cetera geen of nauwelijks vezels vrij komen.

Het Asbest-verwijderingsbesluit ziet ook primair toe op het slopen van gebouwen en installaties en dergelijke waarbij asbest ergens los van moet worden gemaakt en verwijderd. Het op een begraafplaats aan te treffen asbest kan los liggen, dan wel aan een steen of rand zijn vastgemetseld. Zolang men vast zittende asbest niet afbreekt, maar bijvoorbeeld een asbest plaat met betonnen raam in haar geheel verwijdert, is er geen sprake van sloop. Wel van het monument, maar niet van het asbest. Een betonnen raam met een daarop een vastgemetselde plaat, of een roef met een daarop gemetseld asbest plaatje, kan in principe in haar geheel worden afgevoerd naar een stortplaats.

Voor de volledigheid moet ik opmerken dat soms sanering van de bodem noodzakelijk is, indien deze een bepaalde concentratie asbest(vezels) bevat. (Zie de circulaire ‘Streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering’ van 4 februari 2000, Staatscourant 24 februari 2000, nr. 39.) Sanering is aan de orde indien het gaat om niet-hechtgebonden asbest. Dit is echter op een begraafplaats niet het geval.

Er is sprake van slopen, wanneer materialen die aard- of nagelvast met een bouwwerk of object zijn verbonden, daaruit worden weg gehaald. Wanneer los liggende plaatjes of platen asbest worden weggenomen, is m.i. geen sprake van sloop. Wanneer deze zouden moeten worden afgebroken, losgeschroefd e.d., dan wel. Als asbest los ligt, is het Asbest-verwijderingsbesluit niet van toepassing; het Arbeidsomstandighedenbesluit wel. Dit laatste om te voorkomen dat het losse asbest wordt bewerkt, verwerkt en dergelijke.

Afval
Asbesthoudend afval kan worden afgevoerd naar stortplaatsen voor gevaarlijk afval. Het moet in zijn geheel worden verpakt in speciaal dik plastic. Op de verpakking moet duidelijk worden aangegeven dat het om asbest gaat. Het asbesthoudend afval mag nooit kleiner worden gemaakt, door het te zagen, te boren of te breken. Het moet afzonderlijk worden bewaard van overig afval. Men mag het zelf aanleveren op een stortplaats voor gevaarlijk afval.

Het bovenstaande komt overeen met een risico-inventarisatie en -evaluatie die door een arbodienst voor een begraafplaats is gemaakt. Daarin stond het volgende. Als sprake is van asbestcementplaten die nog in goede staat zijn en die kunnen worden verwijderd door ze gewoon op te tillen – zodat hakken, breken of slijpen niet nodig is – is het risico bijzonder laag. De platen kunnen door het personeel voorzichtig worden uitgegraven. Als de platen erg droog zijn, verdient het aanbeveling om ze met water nat te maken. Zonder de platen te breken of anderszins te beschadigen, dienen ze in twee plastic zakken te worden gestopt. De dubbele zak is voor het geval toch ergens een gaatje of scheur zit of komt. De zakken dienen te worden afgesloten met een zwanenhals. Men kan ze zelf afvoeren naar een bijzondere stortplaats, of ze op laten halen. Extra persoonlijke bescherming is met deze werkwijze niet nodig volgens de arbodienst.

Over deze werkwijze heb ik telefonisch overlegd met beleidsmedewerkers van de ministeries van VROM, SZW en van de VNG. Unaniem is men van mening dat deze werkwijze adequaat en voldoende is. Men zou nog kunnen aanvullen dat wanneer asbest vastgemetseld aan een ander voorwerp wordt aangetroffen, dat gehele voorwerp moet worden afgevoerd.

Voor de volledigheid moet ik opmerken dat een grafmonument wellicht kan worden aangemerkt als een bouwwerk in de zin van een gemeentelijke bouwverordening. Deze bevat waarschijnlijk ook regels voor het verwijderen van asbest. Ik verwacht echter dat die lokale regels niet afwijken van het stramien van de landelijke regelgeving en dat deze lokale aspecten in beginsel ook bij een arbodienst bekend zijn en door haar in haar advisering meegenomen.

Als men vast zittend asbest wil losmaken – en niet het gehele voorwerp waar het asbest aan vast zit kan worden afgevoerd – dan moeten de werkzaamheden worden uitgevoerd door of onder toezicht staan van een persoon die een certificaat van vakbekwaamheid voor het verwijderen van asbest bezit.

Verwijderen zonder risico
Voor eenvoudige routinematige handelingen is het mogelijk dat eigen personeel wordt opgeleid en gecertificeerd. Zwaardere klussen moeten door gecertificeerde bedrijven worden gedaan. Er wordt momenteel echter gewerkt aan een wijziging van het Asbest-verwijderingsbesluit, die een versoepeling op dit punt inhoudt. Denkbaar is dat voor sommige werkzaamheden een vrijstelling van de wettelijke regeling wordt verleend, mits duidelijk is dat deze werkzaamheden – uiteraard zorgvuldig uitgevoerd – nauwelijks of geen risico’s voor de gezondheid van werknemers inhouden. Het lijkt niet onmogelijk om een generieke vrijstelling voor begraafplaatsen te bewerkstelligen, gelet op de gunstige condities dat het gaat om hechtgebonden asbest en werk in de buitenlucht, waarbij men het asbest vochtig kan houden.

Men kan overwegen om de aanwezigheid van asbest op de begraafplaats te inventariseren en alle asbest in een grote actie te verwijderen. Mij lijkt dat echter geen goed idee. De kosten van zo’n inventarisatie zijn niet goed te overzien. Voorts is het de vraag of men zonder directe aanleiding wel monumenten van graven en graven waar grafrechten op rusten, mag verwijderen en wijzigen. Asbest is pas gevaarlijk wanneer vezels vrij komen. Wanneer asbest in de grond zit is het meestal ietwat vochtig, wat gunstig is. Er is geen acute gevaarlijke situatie of overmachtssituatie of wettelijke verplichting waarop men jegens rechthebbenden op graven een dergelijke actie kan rechtvaardigen. Immers niemand is verplicht om asbest te verwijderen. Men kan die plicht dus ook niet zomaar aan rechthebbenden van graven opleggen.

Kosten voor rechthebbende
Het is natuurlijk wel verstandig om asbest zo veel mogelijk te verwijderen. Mij lijkt dat dit echter het beste kan op individuele basis: wanneer in een graf moet worden begraven of wanneer een grafmonument wordt geruimd, kan ook het aangetroffen asbest worden afgevoerd.

En het is natuurlijk het beste wanneer dit kan op kosten van de rechthebbenden op graven. Per slot hebben zij opdracht gegeven voor de plaatsing van een monument. Het lijkt dan ook logisch dat zij de risico’s daarvan dragen en opdraaien voor eventuele extra kosten van verwijdering/afvoer van asbest in of onder het monument. Veel beheersreglementen en -verordeningen bevatten reeds de bepaling dat gedenktekens voor rekening en risico van de rechthebbende zijn aangebracht. Ik meen dat het verstandig is om zo’n artikel uit te breiden met een bepaling, waarin de kosten van verwijdering van asbest uit of onder een grafmonument voor rekening van de rechthebbende komen. Wanneer het gaat om een bijzetting, heeft een rechthebbende weinig keus.

Men zou de bepaling ook uit kunnen laten strekken over situaties waarbij het grafrecht afloopt: men wordt dan nog voor een ‘verwijderingsbijdrage’ aangeslagen. Het is de vraag in hoeverre dit laatste praktisch haalbaar en juridisch mogelijk is. Het introduceren van nieuwe verplichtingen, die niet bekend waren toen het graf werd uitgegeven, is niet zonder meer mogelijk. Wel om ze te koppelen aan een – voor het personeel veilige – begraving in het graf. Desnoods door gewoon het gehele begraaftarief ietsje op te hogen.

Als er niet meer begraven wordt en er is geen rechthebbende meer bekend, houdt de zaak feitelijk op. Is de rechthebbende wel bekend dan zal deze in de regel ook weinig genegen zijn na afloop van het grafrecht nog een bedrag te neer te tellen. Gelet op de relatief geringe kosten als men de werkzaamheden voorzichtig in eigen beheer uitvoert, heeft het overigens ook weinig zin om heel uitgebreide pogingen te doen om kosten te verhalen. De moeite en kosten van inning zouden al snel hoger kunnen zijn dan de baten.