Roomse pracht en praal in Utrecht

Zes hectare groot is de Utrechtse rooms-katholieke begraafplaats St. Barbara uit 1875 en daarmee een van de grootste katholieke begraafplaatsen in Nederland. Het huidige gravenbestand bestaat uit ongeveer vijfduizend graven; het aantal begrafenissen bedraagt zo'n 275 per jaar.

Roomse pracht en praal in Utrecht

© Pauline Prior

Zes hectare groot is de Utrechtse rooms-katholieke begraafplaats St. Barbara uit 1875 en daarmee een van de grootste katholieke begraafplaatsen in Nederland. Het huidige gravenbestand bestaat uit ongeveer vijfduizend graven; het aantal begrafenissen bedraagt zo’n 275 per jaar.

Een grote kapel, ontworpen door architect Alfred Tepe, siert het terrein. Met Allerzielen en op elke eerste maandag van de maand wordt hier een druk bezochte eucharistieviering gehouden. Op begraafplaats St. Barbara liggen mensen van verschillende religieuze groeperingen en vele nationaliteiten begraven. Beroemd zijn de pompeuze graven van een aantal Joegoslaven, maar er is ook een vak met Poolse oudstrijders, graven uit ’40-’45, een Indië-monument en graven van woonwagenbewoners. Is dit de multiculturele begraafplaats van de toekomst? Manager Gerard Koning ziet het anders: multicultureel wil hij het niet noemen, want de mensen die hier worden begraven zijn vooral katholiek, zegt hij. “In principe kan iedereen hier begraven worden. We toetsen niet of mensen gelovige katholieken zijn geweest, en waar ze vandaan komen maakt ons niet uit, maar we willen onze katholieke identiteit wel bewaren. Ook gaan we er van uit dat mensen die hier komen iets hebben met het geloof. Utrecht heeft meerdere algemene begraafplaatsen voor andersdenkenden.”

Volgens Koning is het een feit dat het roomse ritueel minder gebruikt wordt dan vroeger, maar vallen veel mensen toch weer terug op de mystiek van het katholieke geloof en de stijl van de begraafplaats. Het karakter, vertelt hij, wordt voor een groot gedeelte bepaald door de kapel, met de bisschops- en zuster van Liefde-kelder. In de kapel worden naast eucharistievieringen ook oecumenische diensten gehouden. De grafmonumenten hebben zelden nog een kruisteken, maar zijn wel gevarieerder geworden, met vaak een persoonlijk accent.

De begraafplaats is een zelfstandig onderdeel van het R.K. Kerkgenootschap. De grond en de gebouwen zijn van de stichting. De begraafplaats is kostendekkend; eventuele overschotten worden onder andere gebruikt voor renovaties. Het bestuur bestaat uit leken, waaronder een juriste, afgevaardigde van het Aartsbisdom Utrecht.

Op de begraafplaats werken zes fulltimers, twee afwisselend oproepbare kosters en drie oproepkrachten voor de catering. De catering is in eigen beheer en levert op die manier geld op. Koning is in dienst van de stichting St. Barbara. Koning: “Een CAO voor begraafplaatsen is er nog niet. We zijn dus vrij om eigen afspraken te maken, maar toetsen onze arbeidsvoorwaarden wel aan die van de gemeentelijke norm.”

Pompeus
Opvallend zijn de graven van de zigeuners, met hun grote afmetingen. De graven staan bij elkaar op een apart, eigen veld. Maar van discriminatie is geen sprake, aldus Koning: “Het is niet zo dat wij alle zigeuners per se bij elkaar willen hebben in één vak. De afmetingen van de graven zijn bepalend geweest voor de keuze om een speciaal veld voor zigeuners aan te leggen. Een ‘normaal’ graf past er bijna niet naast. Zigeuners willen grote keldergraven. De maximale afmeting is twee meter breed bij drie meter lang. Om op de hoogte te blijven van wat nabestaanden van plan zijn krijgen wij van tevoren een tekening van het te plaatsen grafmonument te zien. Bij akkoord krijgt de steenhouwer verlof tot plaatsing.”

Bij het begraven gebruiken ze bijzondere rituelen, vertelt Koning. Zo krijgt de familie losse bloemen, waarvan de knoppen worden afgetrokken en die op de paden naar het graf een
bloementapijt vormen. “Dat is een mooi gezicht. Maar ook een duur gebaar, want wij harken na de plechtigheid de bloemen weer op. Soms spelen muzikanten tijdens de plechtigheid en meestal staat er drank bij het graf. Op Allerzielen komt er voor deze graven veel bezoek. Alle medewerkers van de begraafplaats moeten dan een borrel meedrinken. Verder onderhouden de families de graven zelf.”

Zusters van liefde
Andere bijzondere groepen op St. Barbara zijn de Nikola-communiteit en de zusters van Liefde. De Nikola-communiteit is een oecumenische leefgemeenschap uit Utrecht, die een stukje grond heeft gehuurd voor twintig personen. De zusters van Liefde zijn verpleegsters uit Utrecht. Van hen is een grafkelder onder de kapel; inmiddels is deze vol. Nadat de laatste zuster in de zusterkelder was begraven, is er op St. Barbara een speciaal vak voor hen ingericht. Nu de zusters hun oude dag veelal in Tilburg slijten en daar ook begraven worden, is er in dit vak nog ruimte over. Rond de kapel liggen een aantal bisschopsgraven. Verder wordt een apart vak verhuurd aan de ‘Poolse Caritas’ voor de Poolse oud-strijders, die na de tweede wereldoorlog niet zijn teruggegaan. En dan liggen er ook nog Griekse en Russisch orthodoxen.

Koning: “De begraafplaats is modern en gaat met alle ontwikkelingen mee. Zieke mensen, die weten dat ze over een paar maanden zullen sterven, komen hier een graf uitzoeken en regelen op voorhand al hun dienst. Het valt me op dat vooral jonge mensen veel wensen hebben. Ze willen bijvoorbeeld foto’s in de kapel ophangen, alleen maar bier schenken, want daar hield de overledene zo van, of alle banken uit de kapel hebben. Wij hebben aan dat laatste verzoek geen gehoor gegeven. Er zijn grenzen. De kapel is oecumenisch en iedereen mag er gebruik van maken – als ze maar van het altaar afblijven. Naar mijn idee neemt de theatraliteit toe. Ik heb geen moeite om bij mooi weer tijdens het condoleren de tafels buiten te zetten, maar nabestaanden komen hier toch vooral om rustig samen te zijn met hun overledene.