Wijzigingen Wet op de lijkbezorging

Al een jaar of tien wordt er gesproken over het wijzigen van de Wet op de lijkbezorging (Wlb). De voorgestelde wetswijzigingen zijn door de Tweede Kamer en de Eerste Kamer op respectievelijk 20 september 2008 en 9 juni 2009 aangenomen. Het is nu wel erg waarschijnlijk dat de wetswijzigingen op 1 januari 2010 van kracht zullen gaan.

Wijzigingen Wet op de lijkbezorging

© André Stam

Al een jaar of tien wordt er gesproken over het wijzigen van de Wet op de lijkbezorging (Wlb). De voorgestelde wetswijzigingen zijn door de Tweede Kamer en de Eerste Kamer op respectievelijk 20 september 2008 en 9 juni 2009 aangenomen. Het is nu wel erg waarschijnlijk dat de wetswijzigingen op 1 januari 2010 van kracht zullen gaan.

Nu de besluitvorming vrijwel rond is komt elke beheerder van begraafplaats/crematorium voor de vraag te staan: wat betekent de nieuwe wetgeving voor mijn verordening, de werkwijze van de (graf)administratie en het regelen van mijn dagelijkse werk?
 
In dit artikel wordt hierop een algemeen antwoord gegeven. Bij dat antwoord gaat het niet om de vraag of een wetswijziging wel wenselijk was of anders had gemoeten. De wetswijziging is uitgangspunt. Wetswijzigingen die niet op het terrein van een beheerder liggen (lijkschouw, ontleding, thanatopraxie en sectie) blijven buiten beschouwing. Dit geldt ook voor wijzigingen in de artikelen die gaan over het aanleggen, uitbreiden of sluiten van een begraafplaats. Bij elk van de dertien wijzigingen die dan nog over blijven, is bekeken wat de wijziging voor de dagelijkse praktijk betekent. De beheerder zal overigens altijd aan de hand van de wijzigingen nog de eigen verordening moeten doorlopen om ervoor te zorgen dat de gewijzigde wet en de eigen verordening op specifieke punten blijven sporen. (Indien hieronder over een verordening wordt gesproken kan een beheerder van een particuliere begraafplaats/crematorium ‘reglement’ lezen.)

In het onderstaande overzicht is een noodzakelijke of mogelijke aanpassing van de verordening alleen gemeld als dat in zijn algemeenheid van toepassing is of zou moeten zijn. Soms vraagt een wetswijziging geen specifieke actie. Dan is de wijziging informatief van aard. Het gaat dan bijvoorbeeld om de aanscherping van een definitie of een wijziging van termijnen. Soms moet de verordening, de werkwijze van (graf)administratie en/of buitendienst verplicht worden aangepast. Bij twee wijzigingen namelijk, bij de keuze van uitgiftetermijn van grafrechten en de termijn van verlenging van grafrechten kan of moet de beheerder van een begraafplaats een nieuwe keuze maken.

Het artikel is gebaseerd op een intern discussiestuk voor en de discussie daarover met het management van De Nieuwe Ooster. Daarbij is gebruik gemaakt van het Thematisch Handboek Lijkbezorging, de officiële stukken en de discussie bij de themabijeenkomst van het LOB over de wetswijziging op 23 april jongstleden.

Soms heeft de wijziging alleen betrekking op het beheer van een begraafplaats, soms alleen op die van een crematorium en in een aantal gevallen op beide. In de tekst wordt uitgegaan van de situatie ná de wetswijziging. Als dat nodig is voor de begrijpelijkheid van de tekst wordt de bestaande situatie vermeld.

Art. 2/11 a: Wanneer de Wlb van toepassing is
Het antwoord op de vraag wanneer de Wlb van toepassing is, is scherper geformuleerd. De Wlb is van toepassing op het lichaam van een overledene of een levenloos ter wereld gekomen menselijke vrucht, waarvan de zwangerschapsduur tenminste 24 weken was. Bij een zwangerschapsduur van minder dan 24 weken is de wet ook van toepassing als de vrucht meer dan 24 uur heeft geleefd.
Bij een zwangerschapsduur van minder dan 24 weken kan een levenloos geboren menselijke vruoht of een levende vrucht die binnen 24 uur is overleden volgens de regels in de Wlb worden begraven/gecremeerd als een arts verklaart dat het om een dergelijke vrucht ging.
Actie beheerder begraafplaats/crematorium: informeren administratie. Meenemen in werkwijze. Vooral van belang bij het tellen van het aantal begravingen/crematies, waarop de Wlb van toepassing is.

Art. 8/21: Identificatie van de overledene
Formeel moet de houder van de begraafplaats/crematorium de identiteit van de overledene of doodgeborene controleren. Dat is vlak voor een uitvaart niet erg praktisch.
De nieuwe wet stelt vast dat die controle (de juiste overledene in de juiste kist met het juiste registratienummer en bijbehorende document) eerder moet plaatsvinden. Namelijk op het moment dat een registratienummer op de kist of ander omhulsel wordt aangebracht. Bij de poort of in de aula kan de controle beperkt blijven tot het vergelijken van de registratienummers. Als de gegevens niet overeenstemmen, maar wel voldoende vaststaat om wiens lichaam het gaat kan – in tegenstelling tot nu – de lijkbezorging worden voortgezet. De verdere administratieve afhandeling kan later plaatsvinden. De nieuwe wet volgt hier de gangbare praktijk en zal bij de uitvoering nauwelijks tot wijzigingen leiden.
Als de identiteit van een overledene niet bekend is mag deze alleen worden begraven en niet worden gecremeerd. Er moeten van deze onbekende DNA-gegevens worden bewaard. Dat laatste gebeurt niet op een begraafplaats, maar in een politieregister.
Actie beheerder begraafplaats/crematorium: informeren administratie, portier en/of aulapersoneel. Meenemen in werkwijze.

Art. 16/89: Termijn uitvaart/crematie
De begraving of crematie vindt niet eerder dan 36 uur (nu ook 36 uur) na het overlijden en uiterlijk op de zesde werkdag (was vijfde dag) na overlijden. Dit betekent dat opdrachtgevers van uitvaarten minder vaak uitstel zullen hoeven te vragen. Dat ziet een beheerder van een begraafplaats/crematorium en de ambtenaar bij de afdeling Burgerzaken vermoedelijk dagelijks terug. (De Algemene termijnenwet wordt van toepassing. Indien de termijn op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag eindigt wordt de termijn verlengd tot en met de eerste dag die geen zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is. In de termijn moeten ten minste twee dagen voorkomen, die geen zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag zijn.)
Actie beheerder begraafplaats/crematorium: informeren administratie en afd. Burgerzaken. Meenemen in werkwijze.

Art. 23: Introductie in de wet van de begrippen algemeen graf en particulier graf
Voor het eerst wordt in de wet gedefinieerd wat een algemeen graf is. Voor een graf, waarop een uitsluitend recht is gevestigd wordt de term ‘particulier graf’ geïntroduceerd.
De begrippen ‘algemeen graf’ en ‘particulier graf’ moeten in een verordening uiteraard hetzelfde zijn als in de wet. Indien in de huidige verordening ‘een uitsluitend recht op een graf’ als bijvoorbeeld ‘eigen graf’ wordt aangeduid moet in de verordening duidelijk zijn dat een ‘eigen graf’ hetzelfde is als een ‘particulier graf’. In lengte van jaren zullen namelijk de ‘oude’ begrippen in grafaktes e.d. nog voorkomen en dan moet duidelijk zijn wat er wordt bedoeld. Het omgekeerde is ook mogelijk. Dan blijft in de verordening het begrip ‘eigen graf’ gehandhaafd en bij de definities wordt het begrip ‘eigen graf’ gelijk gesteld aan het wettelijke begrip ‘particulier graf’.
Actie beheerder begraafplaats: verordening aanpassen indien er graven met uitsluitend recht worden uitgegeven.

Art. 27a: Melding afloop uitgiftetermijn algemeen graf aan belanghebbenden
De beheerder van de begraafplaats wordt verplicht tenminste 6 maanden en ten hoogste 12 maanden voor het verstrijken van de termijn van uitgifte dat schriftelijk aan belanghebbenden, wiens adres hem bekend is, bekend te maken. Na de afloop van de uitgiftetermijn is het namelijk mogelijk dat het graf wordt geruimd. Meestal zal de belanghebbende de opdrachtgever van de begrafenis zijn.
Actie beheerder begraafplaats: werkwijze administratie aanpassen. Mogelijk verordening aanpassen.
 
Art. 28/84: Particulier graf minimaal periode grafuitgifte / periode verlenging/verwaarlozing
 
  Uitgiftetermijn grafrechten
a. de minimale termijn waarop een grafrecht kan worden uitgegeven is verlaagd van 20 naar 10 jaar. Het is dus mogelijk de termijn die nu wordt gebruikt te handhaven.
Actie beheerder begraafplaats: beheerder kan nieuwe keuze maken, afhankelijk van de keuze verordening aanpassen.

  Verlenging grafrechten
b. Nu kan het grafrecht telkens met maximaal 10 jaar worden verlengd. De beheerder van de beheerder van de begraafplaats kan na wetswijziging een termijn kiezen tussen de 5 en 20 jaar. Telkens met één jaar verlengen is dus formeel niet meer mogelijk. Deze wijziging is tot stand gekomen met het oog op het verminderen van de administratieve lasten.
Actie beheerder begraafplaats: beheerder kan nieuwe keuze maken, afhankelijk van de keuze verordening aanpassen.
c. De rechthebbende kan twee jaar (nu één jaar) voor afloop van de grafrechten een verzoek tot verlenging doen.
Actie beheerder begraafplaats: wijziging werkwijze administratie. Mogelijk verordening aanpassen.
d. Als iemand niet binnen drie maanden op die mededeling reageert, moet er vanaf de afloop van die drie maanden-termijn tot het op moment waarop het recht afloop een mededeling bij het graf en aan de poort worden gehangen.
Actie beheerder begraafplaats: wijziging werkwijze administratie. Mogelijk verordening aanpassen.

  Verwaarlozing graf
e. Bij verwaarlozing van een graf moet de beheerder dat aan rechthebbende in een schriftelijke verklaring gaan melden en deze een jaar de tijd geven de verwaarlozing op te heffen.
Actie beheerder begraafplaats: wijziging werkwijze administratie.
f. Als de ontvangst van de verklaring niet wordt bevestigd moet na wetswijziging de verklaring gedurende een periode van vijf jaar bij graf en poort worden gehangen.
Actie beheerder begraafplaats: wijziging werkwijze administratie (handig is dus de verklaring aangetekend te verzenden). Mogelijk verordening aanpassen.
g. Als er na één jaar (zie e) respectievelijk vijf jaar (zie f) niets is gebeurd vervalt het grafrecht na wetswijziging 10 jaar (nu 30 jaar) na uitgifte. (In de wetsvoorstellen staat nu nog 20 jaar, maar dat strookt niet met de verlaging van de uitgiftetermijn. Op dit punt is reparatiewetgeving te verwachten.)
Actie beheerder begraafplaats: wijziging werkwijze administratie. Mogelijk verordening aanpassen.
h. In art 84a is voor wat betreft het vervallen van grafrechten door verwaarlozing een overgangsbepaling voor bestaande gevallen opgenomen. In geval van verwaarlozing van bestaande graven gaat de termijn van vijf jaar pas vijftien jaar nadat de wetswijziging van kracht is geworden lopen, maar moet het tevens dertig jaar geleden zijn sinds de laatste begraving in dat graf.
Actie beheerder begraafplaats: wijziging werkwijze administratie.

Art. 27a/28: Vervallen administratieve verplichting om actief te zoeken naar een adres
De beheerder hoeft bij het aankondigen van de ruiming van een algemeen graf (art 27a), bij het verlopen van grafrechten (art 28) en het afgeven van een verklaring over verwaarlozing van een graf (art 28) niet meer actief op zoek te gaan naar de belanghebbenden, gebruiker of rechthebbende. Hij kan gebruik maken van het adres dat hem bekend is. Het is overigens niet verboden om actief naar een adres op zoek te gaan.

Art. 29/31: Opgravingen en ruimen
a. Bij opgravingen en ruimen vervalt de verplichte inschakeling van de VROM inspectie. In de praktijk was deze inschakeling al een dode letter. De inspectierichtlijnen en circulaires moeten wel worden gevolgd. Deze richtlijnen en circulaires zullen worden vervangen door een handreiking, die in samenwerking met de uitvaartbranche zal worden opgesteld.
b. voor het cremeren van een lijk na opgraving is alleen nog toestemming van de Officier van Justitie nodig als dat binnen een jaar na de begraving plaatsvindt.
c. De burgemeester moet twee maanden van te voren op de hoogte worden gesteld van het ruimen van een graf van een onbekende. Dat moet de mogelijkheid geven tot een poging tot identificatie. De ruiming wordt uitgesteld totdat de poging tot identificatie gereed is. Bij een eventuele herbegraving van een geïdentificeerde onbekende is geen aparte toestemming van de burgemeester voor het opgraven nodig.
Actie beheerder begraafplaats: buitendienst informeren bij aanpak ruimingen. Het ligt erg voor de hand om onbekenden apart te begraven.

Art. 32: Ruimen
De wet geeft de regering de mogelijkheid om een algemene maatregel van bestuur te nemen betreffende het piëteitsvol ruimen. Dat zal de regering doen als binnen een jaar nadat de wet van kracht is, het overleg tussen de VNG en het LOB niets heeft opgeleverd.
Actie beheerder begraafplaats: ter informatie buitendienst en resultaat overleg afwachten.

Art. 32a: Eigendom grafbedekking (monument en beplanting)
Volgens de regels van het Burgerlijk Wetboek is op dit moment de grafbedekking het – juridische – eigendom van de eigenaar van de grond c.q. de beheerder van de begraafplaats. Na wetswijziging blijft de grafbedekking eigendom van rechthebbende of opdrachtgever zolang er niet mag worden geruimd. De gebruikelijke eisen kunnen aan de grafbedekking worden gesteld.
Knelpunt: In de wet is nu onvoldoende duidelijk hoe iemand er achter komt wie de eigenaar is van een grafmonument dat bijvoorbeeld omgevallen is en schade heeft veroorzaakt. De naam of namen
van degene(n) die in een graf liggen, is/zijn openbaar, maar andere gegevens, zoals wie de rechthebbende is, niet. Het valt te verwachten dat het niet onrechtmatig wordt geacht dat de beheerder in dit soort bijzondere situaties de gegevens van de rechthebbende aan de belanghebbenden verstrekt.
Actie beheerder begraafplaats: administratie of buitendienst informeren.

Art. 58: opschrift op de asbus
Het vereiste gebruik van onuitwisbare cijfers en letters en de eis dat het opschrift van een ongeopende bus gedurende twintig jaar leesbaar en aanwezig moet zijn vervalt. Na wetswijziging is alleen de registratie van naam, voorletters en registratienummer vereist.
Actie beheerder crematorium: mogelijk werkwijze aanpassen.

Art. 59/63: meegeven/bijzetten asbus
In de wet wordt duidelijker omschreven aan wie de asbus mag worden meegegeven: dat is de nabestaande door of namens wie opdracht tot crematie is gegeven.
Actie beheerder crematorium: administratie informeren. Meenemen in werkwijze.

Art. 66: ruimen asbus
Asbussen kunnen in een ruimte met een uitsluitend recht worden geplaatst. Zolang dat recht bestaat kan de asbus alleen met toestemming van de rechthebbende worden geruimd (= verstrooid).
Is dat recht vervallen dan wordt de termijn waarop de asbus kan worden geruimd na wetswijziging 10 jaar (nu 20 jaar). Dit geldt ook voor bestaande gevallen.
Actie beheerder crematorium: administratie informeren. Meenemen in werkwijze.

Tenslotte
In dit artikel is een overzicht en zijn de hoofdlijnen aangegeven van wat de wijziging van de wet voor de beheerder van een begraafplaats en/of crematorium inhoudt. Bij elke begraafplaats en elk crematorium zullen de aanpassingen in praktische zin telkens weer net iets anders uitpakken. Voor vragen en onduidelijkheden bij die uitwerking kunt u terecht bij de juridische vraagbaak van het LOB en de juridische vraag & antwoord rubriek op www.uitvaartbranche.nl. In samenwerking met de LOB stelt de VNG op dit moment een nieuwe modelverordening op.
Ir. André Stam is controller bij De Nieuwe Ooster te Amsterdam, astam@oost-wgm.amsterdam.nl.
Met dank aan mr. Willem van der Putten, die commentaar heeft geleverd.