Anonimiteit opheffen

Op Nederlandse begraafplaatsen liggen honderden onbekende doden begraven. Dankzij DNA-onderzoek kunnen deze overledenen nu worden geïdentificeerd en kunnen nabestaanden na soms tientallen jaren hun leven weer oppakken. Hiervoor is onlangs een grootschalig DNA-project gestart. Begraafplaatsbeheerders gaan hier een belangrijke rol in spelen. Wat wordt er precies van hen verwacht?

Anonimiteit opheffen

© Gerda Nater

Op Nederlandse begraafplaatsen liggen honderden onbekende doden begraven. Dankzij DNA-onderzoek kunnen deze overledenen nu worden geïdentificeerd en kunnen nabestaanden na soms tientallen jaren hun leven weer oppakken. Hiervoor is onlangs een grootschalig DNA-project gestart. Begraafplaatsbeheerders gaan hier een belangrijke rol in spelen. Wat wordt er precies van hen verwacht?

Het lichaam van Pablo, een straatmuzikant, werd in 2002 uit een Amsterdamse gracht gehaald. Hij had in diverse kraakpanden gewoond en niemand kende zijn familie. Pablo werd begraven op de Sint Barbara-begraafplaats. In 2012 werd zijn lichaam opgegraven om DNA af te nemen, en er was een match. Pablo’s vader, die in Spanje woonde, had ieder jaar al zijn vakantiedagen opgenomen om in Amsterdam alle kraakpanden af te lopen, op zoek naar zijn zoon. Nu was er een einde aan zijn onzekerheid gekomen en kon hij eindelijk afscheid nemen.

Databank

Eveneens tien jaar geleden werd er een onbekende man begraven die zichzelf van het leven had beroofd. Ook hij werd in 2012 geïdentificeerd. De man was vrachtwagenchauffeur geweest. Zijn zoon kon geen autorit maken zonder in elke vrachtwagencabine te kijken of zijn vader daar misschien zat. “Nu kon het cold case-team Amsterdam hem vertellen waar zijn vader begraven ligt,” vertelt Irma Schijf, teamleider Landelijk Bureau Vermiste Personen. “Daar doen we het voor. Je geeft nabestaanden hun leven terug doordat ze iets af kunnen sluiten.” 

De DNA Databank Vermiste Personen is onderdeel van het Landelijk Bureau Vermiste Personen bij de Landelijke Eenheid van de Nationale Politie, maar wordt beheerd door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Onlangs hebben deze organisaties een grootschalig project gestart om alle vermiste personen te vinden die tussen 1920 en 2008 zijn begraven. De bovengrens heeft te maken met de nieuwe wetgeving, de ondergrens met het feit dat er nog nabestaanden in leven kunnen zijn. 

Behalve kennis van DNA waren er voor zo’n groot systematisch onderzoek de juiste wetgeving en voldoende financiën nodig. De wetgeving veranderde in 2009, en het geld voor deze megaklus werd door de overheid beschikbaar gesteld.