Allerzielen

In 2005 vond op initiatief van Ida van der Lee op De Nieuwe Ooster in Amsterdam ‘Allerzielen Allicht’ plaats. De viering van de doden ‘met licht, vuur, klank en (rituele) kunstvormen’ trok 1.500 bezoekers. Sindsdien zijn er elk jaar op meer locaties dergelijke vieringen, onder de naam Allerzielen Alom. Afgelopen zomer ontvingen betrokken begraafplaatsen en initiatiefnemers een brief over komende activiteiten van Allerzielen Alom, en over auteursrecht. Maar in hoeverre kan een Allerzielenviering ‘beschermd’ worden?Kunstenares Ida van der Lee wilde met het concept ‘Allerzielen Allicht’, inmiddels genaamd ‘Allerzielen Alom’, aansluiten bij een oude rooms-katholieke traditie om een eigentijds antwoord te geven op het herdenken van de doden. Door middel van (rituele) kunst biedt het gelegenheid om de doden te herdenken op een manier die aansluit bij de samenleving van nu, aldus een brochure op www.allerzielenalom.nl. Hierin staat een inventarisatie van alles wat binnen Allerzielen Alom is ontstaan, die tevens een overzicht is van onderdelen die te bestellen zijn. Bijvoorbeeld Herinnerdingen (een meubel met nisjes om een voorwerp in te plaatsen), een woordenboom, een monument voor eenzame zielen, mozaïeklampen, dia- of filmprojecties op graven en herinneringen met muziek. Zo doen kunstenaars een handreiking aan bezoekers, die actief betrokken worden bij rituelen van hun keuze.

Allerzielen

© Gerda Nater

In 2005 vond op initiatief van Ida van der Lee op De Nieuwe Ooster in Amsterdam ‘Allerzielen Allicht’ plaats. De viering van de doden ‘met licht, vuur, klank en (rituele) kunstvormen’ trok 1.500 bezoekers. Sindsdien zijn er elk jaar op meer locaties dergelijke vieringen, onder de naam Allerzielen Alom. Afgelopen zomer ontvingen betrokken begraafplaatsen en initiatiefnemers een brief over komende activiteiten van Allerzielen Alom, en over auteursrecht. Maar in hoeverre kan een Allerzielenviering ‘beschermd’ worden?

Kunstenares Ida van der Lee wilde met het concept ‘Allerzielen Allicht’, inmiddels genaamd ‘Allerzielen Alom’, aansluiten bij een oude rooms-katholieke traditie om een eigentijds antwoord te geven op het herdenken van de doden. Door middel van (rituele) kunst biedt het gelegenheid om de doden te herdenken op een manier die aansluit bij de samenleving van nu, aldus een brochure op www.allerzielenalom.nl. Hierin staat een inventarisatie van alles wat binnen Allerzielen Alom is ontstaan, die tevens een overzicht is van onderdelen die te bestellen zijn. Bijvoorbeeld Herinnerdingen (een meubel met nisjes om een voorwerp in te plaatsen), een woordenboom, een monument voor eenzame zielen, mozaïeklampen, dia- of filmprojecties op graven en herinneringen met muziek. Zo doen kunstenaars een handreiking aan bezoekers, die actief betrokken worden bij rituelen van hun keuze.

Auteursrecht
Het initiatief sloeg aan. In vijf jaar tijd zijn er landelijk zo’n veertig vieringen geweest, deels onder de naam Allerzielen Alom, deels onder een eigen naam, maar wel door dit concept geïnspireerd. Zeker na het verschijnen van de publicatie Allerzielen Alom, kunst tot gedenken in 2008, een voorbeeldboek dat enthousiast werd nagevolgd.
Afgelopen augustus viel bij veel begraafplaatsen een brief op de mat van de stichting Allerzielen Alom. De brief was verzonden aan organisaties die bezig zijn met een viering die op het concept is geïnspireerd of plannen hiervoor hebben. In de brief werd een boekpresentatie aangekondigd, gecombineerd met de Allerzielen Alom-markt (september jongstleden) waar bezoekers producten en diensten konden bestellen of huren. Daarnaast wil Allerzielen Alom in een educatief programma de opgedane kennis en ervaring overbrengen aan organisatoren, regisseurs en kunstenaars. Er zijn verscheidene masterclasses en workshops voor amateurkunstenaars, koren en nabestaanden.
Verder geeft de brief een uitgebreide toelichting op onrechtmatig gebruik van kunstvormen zonder toestemming en bronvermelding. Met richtlijnen voor het gebruik van de naam en het logo, die beschermd zijn als merk. Een Allerzielen Alom-viering moet voldoen aan specifieke criteria en kernwaardes, met als belangrijke voorwaarde de inzet van kunst en kunstenaars. ‘Of een viering de naam Allerzielen Alom kan krijgen, wordt bepaald door de bedenker en initiatiefnemer: kunstenaar Ida van der Lee. (…) Alle kunstvormen van concepten die sinds 2005 zijn ontwikkeld in het kader van de Allerzielen Alom-vieringen onder leiding van Ida van der Lee, zijn auteursrechtelijk beschermd.’

Wat is kunst?
Bij een aantal ontvangers leverde de brief vragen op. Want wanneer is een Allerzielenviering, waarbij licht wordt ontstoken op de begraafplaats en ‘zielenbrood’ wordt uitgereikt (twee oude rituelen die Van der Lee gebruikt maar niet door haar zijn bedacht) een navolging van Allerzielen Alom? Gaat het nu om het beschermen van een kunstproduct of om het stimuleren van een waardevolle en sfeervolle dodenherdenking? Staan de nabestaanden centraal of de kunstenaars en Ida van der Lee? En waarom wordt zo de nadruk op het artistieke gelegd? Want wat is kunst? Waar ligt de grens tussen kunst en een idee? De brochure op de website bevat naast bovengenoemde onderdelen een opsomming en korte beschrijving van onder meer een bladertapijt als entree, glühwein, chocolademelk, ‘zielenbrood’, misosoep, drijflichtjes, passiepost, processie met klompen of een groentetuintje op het graf. Wil Ida van der Lee dat beschermen? En waarom? Of gaat het er alleen om dat de naam Allerzielen Alom beschermd is?
Veel vragen voor Ida van de Lee, die ze graag beantwoord. Allereerst deze: Waarom ligt de nadruk zo op het kunstaspect? Zouden de bezoekers dit niet puur als een mooie manier beschouwen om hun doden te herdenken? Van der Lee: “Mensen komen inderdaad om hun doden te herdenken, maar kunst heeft een toegevoegde waarde. Ze zijn vaak blij verrast over wat kunst met hen doet. Ik hoor nogal eens de opmerking: ‘Ik wist niet dat kunst zo mooi kon zijn, of dat het me hiermee kan helpen.’ We werven hier geen kunstpubliek, maar zien dat kunst echt iets te bieden heeft. Zonder kunst hebben rituelen minder impact. Aan de spiritualiteit, waar de kerk connecties mee heeft, voegen kunstenaars hun verbeelding toe, waarmee ze het spel van de geest en het mysterie van de dood kunnen uitdrukken. Allerzielen Alom wijst niet op wat hierna komt maar kijkt terug op het geleefde leven. Daar kan iedereen zich in vinden, gelovig of niet.”
Ze vertelt dat ze aanvankelijk alles heeft vrijgegeven. “Ik dacht dat iedereen onze ideeën na kon doen, maar ontdekte al gauw waar dit toe kan leiden. Je kunt geen ritueel opzetten volgens een recept zoals je soep kookt. Het wordt al snel een kunstje, met een slappe werking in plaats van de kwaliteit waardoor je opgetild wordt. In mijn opzet begint het met een heel traject vooraf waarbij je mensen betrekt om iets bij graven te doen. De rol van kunstenaars is om hun originele kunstzinnige denken te transformeren en daarmee een essentiële bijdrage te leveren. Dat zit van nature in veel kunstenaars en verder heb ik hen daarvoor opgeleid. Dan wordt het een natuurlijk ritueel en gebeurt er werkelijk iets, en hoor je mensen ineens verhalen over hun doden vertellen. Ik probeer iets uit de mensen zelf te halen, en ben daar in de loop van de jaren goed in geworden. Ik heb er ook eindeloos over nagedacht hoe het komt dat een ritueel de ene keer irritatie oproept en dat ik er een andere keer blij van word. Steeds stel ik vragen en stel de zaken bij.”

Auteursrecht   
“Als je alles niet zorgvuldig opbouwt, krijgt het al gauw het karakter van een evenement”, vervolgt Ida. “Zoals op De Nieuwe Ooster, waar mijn concept het eerst werd toegepast. Daar plukken ze nu de vruchten van. Ze trekken nu zesduizend mensen op een avond; dat is teveel om er nog intimiteit aan te kunnen geven. Het is mooi dat de medewerkers nu zelf dingen bedenken, maar wat ik mis is dat de regie niet in handen van kunstenaars is, waardoor de viering het karakter van een evenement krijgt. De kunstenaars zijn niet begeleid om het specifiek te maken voor deze viering. Er ontbreekt een goede rituele kwaliteit. Begraafplaatsbeheerders zijn goed in organiseren, maar kunst is niet hun professie. Kunstenaars worden lang niet altijd begrepen. Tussen kunstenaars en de maatschappij is een enorme kloof, die ik al jarenlang probeer te overbruggen.”
Ze laakt de commerciële instelling bij sommige begraafplaatsen. Maar waarom? De meeste begraafplaatsen, zoals De Nieuwe Ooster, moeten er geld op toeleggen. Ida: “Er is een enorme concurrentie om te kunnen bestaan. Het is waar dat je de kunstenaars ook moet betalen, en het is moeilijk om de bezoekers geld te vragen. Aan de andere kant: reclame maken kost ook geld, en dit is een goede pr.”
Waar het Van der Lee vooral om gaat is om kwaliteitsbewaking en integriteit. Daarom wil ze mensen het liefste zelf ‘opleiden’ op de informatiedagen en in de masterclasses (zie kadertekst). Maar hoe zit het nu precies met het auteursrecht op de ‘kleinere’ kunstuitingen? Ida van de Lee: “Zo’n bladertapijt bijvoorbeeld lijkt een simpel idee, maar verzin het maar. Als je dat met kleddernatte bladeren doet, slaat het nergens op. Dat gebeurt als ze het zelf gaan doen. Daarom heb ik liever dat mensen contact met mij opnemen waardoor ik ze instructies kan geven.”
Dat betekent niet dat er op alles auteursrecht ligt, benadrukt Ida. “De dingen die door nabestaanden zijn bedacht bijvoorbeeld. Ook is er geen auteursrecht op het lichtplan, vuur en glühwein. Wel op specifiek ontwikkelde ideeën van kunstenaars en het totale concept. Het  introduceren van een Allerzielen Alom-viering kost telkens veel moeite.”
Het geld werven is ook een enorme inspanning. Vooral in het begin durfden veel fondsen zich er niet aan te wagen. De masterclasses en workshops worden tegen betaling aangeboden. Meer info staat op de website.
Hoe werkt dat dan precies als een begraafplaats bijvoorbeeld het idee van het Bladertapijt of het Tijdenkantoor wil gebruiken? Komt er dan iemand ‘les geven’? Ida: “Tijdens een masterclass vraag ik de deelnemers waar ze meer over willen weten. Samen gaan we dan de kwaliteiten benoemen van bijvoorbeeld het Tijdenkantoor: benoem je daar een acteur voor of doet een amateur dit? Wat doet het met mensen? En zit er ook humor in? Zo ja, dan zou je dat kunnen afwisselen met een wat zwaarder onderwerp. We bekijken met een groep de sfeer en de betekenis van een ritueel en zoeken samen naar een pakket waar balans en diepte in zit. Na een viering wordt alles ook geëvalueerd. Het is daarbij ook interessant hoe organisatoren en kunstenaars elkaars kwaliteiten ontdekken en elkaar aanvullen. Het blijft een zoektocht om de juiste vorm te krijgen.”
Behalve kwaliteitsbewaking en integriteit gaat het Ida ook om erkenning. “Zo heb ik in 2005 voor het eerst een begraafplaats ingericht met licht, vuur, klank en kunst.” Daarmee was ze trouwens niet de enige, want precies op hetzelfde moment kwam de kunstenaar Mary Fontaine met de ‘Nacht van de Ziel’ in Almere, eveneens met verlichting, muziek, voordrachten en met medewerking van kunstenaars. “Dat klopt”, zegt Ida. “Dat wisten we niet van elkaar en we hebben elkaar pas daarna leren kennen. Mary heeft een andere, minder experimentele aanpak.”
’s Avonds de begraafplaats opgaan en daar een heel andere wereld creëren werd echter nog nergens in Nederland gedaan, meent Van der Lee. Verder kenmerkt Allerzielen Alom zich door gastvrijheid, met eten en drinken. Ida: “Daarvoor moesten er telkens veel hobbels genomen worden en er heerst nog altijd twijfel en aarzeling. Men is bang dat het er respectloos aan toe gaat, maar het is juist sereen en rustig. Pas achteraf is men echt positief.”
Mensen kopiëren van alles en dat was ook de bedoeling. “Maar op de hele waslijst van iedereen die eraan heeft meegewerkt, kom ik er met mijn naam als initiatiefnemer en bedenker niet in voor,” zegt Ida. “Het gebeurt niet altijd opzettelijk, maar ideeën worden ook overgenomen en er wordt soms schaamteloos gedaan alsof het hun eigen idee is. Daarom ben ik strenger geworden en doe ik een poging om hier zuiverheid in te brengen.”

Eigenheid en inspiratie
Het wordt dus tijd voor erkenning. Die krijgt Ida ook van diverse organisaties die haar gedachtegoed gebruiken. Zoals de Provincie Noord-Brabant, die zich vorig jaar met het programma Schatten van Brabant aansloot bij het project Allerzielen Alom. Daarnaast waren er zes zelfstandige initiatieven die begeleiding kregen van Ida van der Lee, en zeven groepen die onder eigen naam aan de slag gingen. Schatten van Brabant is het culturele programma van de provincie om de betekenis van het verleden voor nu op eigentijdse wijze zichtbaar te maken, vertelt projectleider Simone Kramer. “Vanaf het begin, in 2005, vormt het zoeken naar de Brabantse eigenheid een belangrijk uitgangspunt. Er zijn verschillende projecten waar erfgoed en kunsten, de verhalen en verbeelding steeds samenkomen. Een van onze programmalijnen is ‘nieuwe rituelen’, en omdat Allerzielen Alom hier goed op aansluit, hebben we ons vorig jaar door dit concept laten inspireren. We zijn toen gestart in Bergen op Zoom en Biezemortel en hebben contact onderhouden met Ida van der Lee. Ook een aantal kunstwerken van Allerzielen Alom zijn hier uitgezet, aangevuld met nieuwe kunstwerken. Verder hebben de projectcoördinatoren bijeenkomsten en workshops bijgewoond.
Vorig jaar hebben we intensief met haar samengewerkt. Dit jaar willen we onder de naam ALLERZIELEN.NU de Brabantse eigenheid verder onderzoeken op drie locaties in Brabant (Breda, Roosendaal en Biezenmortel). We hebben voor 2010 een oproep voor kunstopdrachten geplaatst onder kunstenaars uit allerlei disciplines en inmiddels heeft de selectie plaatsgevonden. Daar zitten ook een paar kunstwerken bij die in het kader van Allerzielen Alom ontwikkeld zijn. Door bijeenkomsten en workshops van Allerzielen Alom bij te wonen kunnen we gezamenlijk de kennis hierover verder uitdiepen en onderhouden we het contact. Uiteraard vermelden we ook dat ALLERZIELEN.NU geïnspireerd is op het concept Allerzielen Alom van kunstenaar Ida van der Lee. Ere wie ere toekomt.
In het Schatten van Brabant-programma spelen verbeelding en verhalen een belangrijke rol. ALLERZIELEN.NU is een van de mooie projecten waarin dat tot uitdrukking komt. Ik hoop dat we dit in de toekomst nog verder vorm kunnen geven omdat het nieuwe wegen biedt voor de kunsten, maar bovenal omdat het mensen een nieuwe vorm biedt om met de dood om te gaan en het leven te vieren.”
Ida van der Lee vindt ALLERZIELEN.NU van de Provincie Noord-Brabant een mooi initiatief. “Het is heel fijn dat kunstinstellingen dat hebben opgepakt onder de paraplu van de provincie. Ook gaan ze respectvol met het auteursrecht om, al moeten ze nog dingen leren. In Bergen op Zoom was de kunst veel te autonoom en te weinig interactief, waardoor het uit balans raakte.”

Olievlek
De vraag rijst hoever je van een oorspronkelijk idee kunt afwijken wat betreft auteursrecht. De Nieuwe Ooster in Amsterdam beleefde de primeur met  Allerzielen Allicht. Directeur Marie-Louise Meuris: “Al langer hadden we de wens om iets bijzonders te organiseren voor nabestaanden, naast Vader- en Moederdag. Geïnspireerd door begraafplaats Zorgvlied met een Lichtjesavond op Kerst zochten we naar nieuwe rituelen. Toen Van der Lee ons benaderde met haar idee, klikte dat meteen. Het was een eerste – spannend – experiment, waarbij we afspraken dat De Nieuwe Ooster er een jaarlijks terugkerend ritueel aan zou overhouden en in ruil daarvoor Van der Lee gedurende drie jaar met menskracht en middelen zou bijstaan. De avond was een groot succes, waarvoor zij alle credits verdient. Toen Van der Lee in voorjaar 2006 besloot om dat jaar geen viering te organiseren, ging De Nieuwe Ooster zelfstandig verder met Herinnering Verlicht. Daarbij is nooit verbloemd dat deze viering vrij naar een oorspronkelijk idee van Ida van der Lee is. Oorspronkelijk, omdat er inmiddels veel veranderd is. In onze ogen moet kunst op een begraafplaats dienend zijn, en niet leidend. Dat betekent meer accent op de nabestaanden en minder op de kunstenaars. Dat is een groot verschil met de Allerzielen Alom-vieringen.”
In 2009 trok Herinnering Verlicht meer dan zesduizend bezoekers. Meuris: “Uit deze opkomst en de vele – vaak emotionele – reacties blijkt hoezeer nabestaanden een dergelijke viering op prijs stellen. Dat geldt ook voor onze medewerkers en de vele vrijwilligers, die met hart en ziel deze avond vormgeven. Het kost veel geld en inspanning, maar dat is het meer dan waard. De brief van Van der Lee roept de vraag op in hoeverre dit over onze herdenkingsavond gaat. Het was immers de bedoeling van haar dat haar idee zich als een olievlek zou uitbreiden. Het moest geen kunstproject blijven, maar uitgroeien tot een mooie traditie voor nabestaanden. In onze ogen is dat goed gelukt. Regelmatig zien wij dat ook onze ideeën door anderen worden overgenomen. Het is voor de nabestaanden, waarom zouden we dat erg vinden?”