Alles over asbestemmingen

Volgens een recent gehouden NIPO-marktonderzoek, 'Hoeveel vaart zit in de uitvaart?', heeft 42 procent van de Nederlanders een duidelijke voorkeur voor crematie. Een derde, 35 procent kiest voor een begrafenis. Zeventien procent zegt het nog niet te weten, vijf procent heeft geen enkele voorkeur. Eén procent wil zijn of haar lichaam ter beschikking van de wetenschap stellen. Crematie is populairder dan begraven, zo kan de conclusie dus luiden.

Alles over asbestemmingen

© Anja Krabben

Volgens een recent gehouden NIPO-marktonderzoek, ‘Hoeveel vaart zit in de uitvaart?’, heeft 42 procent van de Nederlanders een duidelijke voorkeur voor crematie. Een derde, 35 procent kiest voor een begrafenis. Zeventien procent zegt het nog niet te weten, vijf procent heeft geen enkele voorkeur. Eén procent wil zijn of haar lichaam ter beschikking van de wetenschap stellen. Crematie is populairder dan begraven, zo kan de conclusie dus luiden.

Een andere belangrijke ontwikkeling van de laatste jaren is de wens van steeds meer nabestaanden om de as niet te laten verstrooien maar te bewaren – thuis, in het crematorium of op een begraafplaats. Steeds meer nabestaanden ervaren een verstrooiing op zee of bij een crematorium als té definitief en hebben de behoefte aan een vaste plek in hun directe omgeving om regelmatig naar toe te kunnen gaan om hun overledenen te kunnen gedenken. En veel mensen kiezen in dat geval voor een plek op de begraafplaats voor de urn, omdat de begraafplaats meestal dichter in de buurt ligt dan het crematorium. Een urnenmuur en/of andere vormen van asbestemmingen is voor de meeste begraafplaatsen dus zeker geen luxe. Ook niet voor de kleine(re) begraafplaats.

Toch hebben nabestaanden vaak moeite om een plaats in hun naaste omgeving te vinden waar de as van de overledene een bestemming kan krijgen. Bij veel beheerders en bestuurders van begraafplaatsen zijn de vele mogelijkheden die de wet biedt nog onvoldoende bekend. Veel kleine begraafplaatsen bieden nog geen enkele vorm van asbestemming, afgezien van bijzetting in een gewoon graf. Veel grotere begraafplaatsen houden het al snel bij één vorm van asbestemming, vaak een urnenmuur, en onderzoeken niet de diverse andere vormen van asbestemming.

Door meer te bieden op het gebied van asbestemming wordt beter tegemoet gekomen aan de wensen van de Nederlandse bevolking op het gebied van de lijkbezorging. Een verruiming van de mogelijkheden kan bovendien bijdragen tot een betere exploitatie van de begraafplaats.

De diverse mogelijkheden van asbestemming op de begraafplaats

    * Bijzetting in een gewoon graf

    * Een urnenmuur, ook wel columbarium genoemd. (Columbarium betekent in het latijns duiventil.) Een urnenmuur bevat grafnissen of urnennissen waarin asbussen/urnen kunnen worden bijgezet. Urnenmuren kunnen in allerlei vormen, maten en materialen zijn uitgevoerd. Het kan er één zijn, het kunnen er meerdere zijn. Er zijn muren met open nissen, muren waarvan de nissen met een afdekplaat worden gesloten en muren met zowel open als gesloten nissen. Bij een gesloten nis is een urn niet nodig. Bij een open nis kunnen nabestaanden bloemen of persoonlijke voorwerpen neerleggen.

Tips voor kleine begraafplaatsen:
– Begin klein en breidt later uit. Diverse bedrijven hebben kleine ‘prefab zuiltjes’ in hun pakket. Of denk aan zelfbouw als de financiën weinig ruimte laat. (Lees p. 28 onder zelfbouw).
– Kijk op andere begraafplaatsen wat daar aan asbestemmingen te vinden is.
– Stem uw keuze voor een urnenmuur af op (het beleid op) de rest van de begraafplaats.
– Laat u mensen vrij op het gebied van grafbedekking, dan kunt u ook kiezen voor een minder strakke vorm van asbestemming en voor open nissen waar mensen op het gebied van de vormgeving van de urn en andere aanvullende attributen of versierselen hun eigen gang kunnen gaan.

    * Een urnengraf. Dat is een kleiner graf dan een gewoon graf (afmetingen kunnen variëren) en biedt plaats aan meerdere urnen. Het kan een gewoon zandgraf zijn of een urnenkelder. Beide vormen kunnen op diverse manieren worden afgedekt: met een plaat van metaal of natuursteen, met beplanting of met kiezels. Op het urnengraf kan eventueel een monumentje of gedenksteen worden geplaatst.

   * Een urnentuin. Dat is een deel van een begraafplaats dat speciaal is ingericht voor het bijzetten van urnen, temidden van het groen. Er kan gekozen worden voor uitsluitend bovengrondse plaatsing van de urnen, uitsluitend plaatsing ondergronds of voor een combinatie van beide vormen. Een bekend en prachtig voorbeeld van een urnentuin dat tot wandelpark is geworden is de urnentuin bij crematorium Velsen in Westerveld.

   * Een zerkenveld of zerkenvloer of urnenveld. Op een relatief klein oppervlak worden meer asbussen onder de grond bijgezet. Daarboven komt een gedenkteken waarop naamplaatjes van de overledenen zijn aangebracht. Het verschil met urnengraven is dat op een urnenveld niet iedere asbus een afzonderlijk graf heeft met een eigen afdekplaat of gedenkteken. Let op: De wet vereist echter wel dat nauwkeurig wordt geregistreerd op welke plaats elke asbus zich bevindt.

    * Tenslotte kan op de begraafplaats een strooiveld worden ingericht waar de as verstrooid wordt. Om een terrein als strooiveld aan te wijzen is een vergunning van burgemeester en wethouders nodig. Op een strooiveld kunnen geen gedenktekens worden opgericht door de nabestaanden. De begraafplaats kan uiteraard zelf kiezen voor een verdere vorm van gedenken van overledenen van wie de as verstrooid is. Door bijvoorbeeld een monument op te richten op of bij het strooiveld waarop nabestaanden een bordje met de naam van de overledene kunnen aanbrengen. Veel begraafplaatsen bieden ook de mogelijkheid de as te verstrooien op of in een bestaand graf.

Wettelijke regels
Na de verbranding dient de as in een bus te worden geborgen die daarna hermetisch wordt gesloten. De asbus wordt voorzien van de naam van de overledene en van een registratienummer. Deze gegevens moeten minstens twintig jaar leesbaar op een niet-geopende bus aanwezig blijven.

Een asbus/urn kan worden bijgezet in of op een graf of op een afzonderlijke plaats op een begraafplaats. Het bijzetten geschiedt ter uitvoering van of in opdracht van de nabestaande die de zorg voor de asbus heeft.

De bijzetting van een asbus in of op een graf waarop een uitsluitend recht berust, kan slechts geschieden met toestemming van de rechthebbende op het graf.

Verwijdering van de asbus kan slechts geschieden met toestemming van de rechthebbende op de ruimte waar de asbus is bijgezet. Verwijdering kan geschieden zonder toestemming van de rechthebbende, ingevolge een bevel van een gerechtelijke autoriteit met het oog op een strafrechtelijk onderzoek. De houder van een plaats van bijzetting houdt een register van alle daar bijgezette asbussen. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld
omtrent de gegevens die in het register worden vastgelegd. Het register is openbaar.
Bij een gewoon graf moet de duur van een uitsluitend recht minimaal twintig jaar zijn. Een urnengraf, of andere vorm van asbestemming, kan ook voor een kortere periode worden uitgegeven, maar hier is dan geen sprake van een uitsluitend recht. Net zo min gelden dan de regels van verlenging zoals die gelden voor een uitsluitend recht. De begraafplaats kan op dit gebied dus een eigen beleid ontwikkelen.

Het verstrooien van as geschiedt door of in opdracht van de nabestaande die de zorg voor de asbus heeft, of in verband met het ruimen van de asbus.

Het ruimen van een asbus geschiedt door of in opdracht van de houder van de plaats van bijzetting en vindt niet plaats dan na verloop van twintig jaren nadat de as in de bus is geborgen, en met toestemming van de rechthebbende op de ruimte waar de asbus is bijgezet.

Het ruimen geschiedt door verstrooiing van de as.