begraven betaalbaar maken, èn bijzonder
’t Lalibellum op Zorgvlied is een bijzondere plek geworden. Het geeft algemeen begraven een allure die het tot nu toe niet had. En speelt in op de wens van nabestaanden het betaalbaar en overzichtelijk te houden.
De Amstelveense begraafplaats Zorgvlied, gelegen in de gemeente Amsterdam, heeft de naam elitair en duur te zijn. Dat heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat menig bekende Nederlander hier zijn/haar laatste rustplaats vindt. Het is dan juist mooi dat Zorgvlied de laatste tijd eraan werkt begraven voor iedereen betaalbaar te maken.
Mausoleum voor iedereen
Vanaf eind juni is op Zorgvlied ’t Lalibellum in gebruik, een nieuwe vorm van algemeen begraven. Het geheel oogt enigszins als een graftempel, vanwege de piramidevorm. Zelf spreekt de begraafplaats van een mausoleum voor algemene graven, wat het algemeen begraven extra schwung geeft. Ook omdat het afscheid plaatsvindt op een groot plein dat een bijzondere architectonisch allure heeft.
Als we het technisch benaderen, dan is het een enorm grafkeldercomplex voor maar liefst 2200 lichamen, plus knekelhuis annex asruimte. De naam ’t Lalibellum refereert aan de legende van Menelik, zoon van koning Salomo die de Ark des verbonds in veiligheid bracht in de onderaardse gewelven van Lalibella in Ethiopië. Deze mythe, een metafoor voor het respectvol koesteren en bewaken van het lichaam als ark van het leven, heeft als basis gediend bij het ontwerp van het mausoleum.
Ontwerper van het geheel is Ada Wille. Op haar site licht ze het ontwerp toe: ‘De kavel is – volgens de Gulden Snede – ingedeeld in een verhoogd deel (kelders 5-diep, 140 cm boven maaiveld) en een deel op maaiveld (kelders 3-diep). De kelders zijn afgedekt met platen waarin een patroon is aangebracht waardoor de individuele kelder opgaat in een plein. Rondom het verhoogde plein is een zitrand. ’t Lalibellum is rijk aan symboliek die verwijst naar leven, dood en het koesteren van herinneringen. Het ontwerp beslaat de helft van de ruimte die anders nodig zou zijn voor eenzelfde aantal gewone algemene graven en draagt daardoor bij aan een efficiënt grondgebruik. Minstens zo belangrijk is de sacrale sfeer die de plek uitademt. Alsof het gehele complex voor die ene dierbare overledene is gebouwd.
Het plein is ook een verheven, zonnige plek in de begraafplaats die in het algemeen gedomineerd wordt door veel bomen en dus schaduw. Boven op het plateau staat een vlammonument dat een centrale plek in het complex inneemt. Hoge stalen zuilen langs twee zijden van het complex kaderen de twee pleinen in. Een monumentale trap met brede, lage treden verbindt de twee niveaus met elkaar. De trap is tevens de plek waar men ter nagedachtenis een naamplaatje kan laten aanbrengen dat via LED verlichting aan de achterzijde aangelicht wordt.’
Inbegrepen bij de prijs van het tarief voor ’t Lalibellum (€ 902,- voor het begraafrecht van 10 jaar plus € 501,- eenmalig onderhoud, totaal € 1403,-) is een crematie van de stoffelijke resten na 10 jaar en bijzetting van de as in ’t Lalibellum, waarna de naam van de overledene in de sokkel van de vlam wordt gegraveerd.
Na acht jaar krijgen de nabestaanden een brief, waarin ze alsnog de keuze krijgen voor een andere bestemming (herbegraven in een eigen graf) of cremeren. Voor wie vanwege geloof of andere overwegingen niet voor cremeren kiest en ook geen eigen graf wil, is er de mogelijkheid de beenderen bij te zetten in het ossuarium onder het vlammonument.