Botratten

Speurratten kunnen mogelijk iets betekenen bij het opsporen van vermisten uit de Tweede Wereldoorlog. Daarbij is hulp van LOB-leden nodig. Monique Hamerslag, Projectmanager Ratten in de Opsporing, vertelt over haar werk en haar ratten.

Botratten

© Anna Kroon

Botratten op zoek naar vermisten uit de Tweede Wereldoorlog

Sinds april 2015 vindt bij de Nationale politie een experiment plaats met speurratten. Mogelijk kunnen zij iets betekenen bij het opsporen van vermisten uit de Tweede Wereldoorlog. Monique Hamerslag is Projectmanager Ratten in de Opsporing en vertelt over dit bijzondere project en de betekenis die LOB-leden hiervoor kunnen hebben.

botratten-medewerkers

Medewerkers aan het politie-project Ratten in de Opsporing: in het midden Monique Hamerslag, links stagiair Jerick, rechts Conny, algemene ondersteuning en vier ratten

Nu huizen de ratten nog achter een geïmproviseerd gordijn in het souterrain van het opleidingscentrum van de Nationale Politie in Leusden. De aanwezigheid van de ratten is goed te ruiken in de kantoorruimte ernaast. Binnenkort verhuizen de dieren en het team van Monique Hamerslag naar de eerste verdieping. Hier krijgen zij de beschikking over meerdere kamers en een aparte kamer voor de ratten. “Daar zijn we echt heel blij mee, het is ook een vorm van erkenning”, aldus Hamerslag.

Er worden drie groepen dieren getraind voor uiteenlopende doeleinden: de ‘siga-ratten’ kunnen illegale (merkloze) sigaretten onderscheiden van ‘echte’, de ‘vuurwerk-ratten’ worden getraind om illegaal vuurwerk op te sporen en de ‘botratten’ worden getraind om te helpen bij het vinden van vermisten uit de Tweede Wereldoorlog. In de toekomst hoopt Hamerslag dat de ratten ook kunnen worden ingezet bij het oplossen van onopgeloste moorden, zogenaamde cold cases: “We trainen de ratten om genoeg te hebben aan een oppervlakkig grondmonster, dat betekent dat je het sporenbeeld in het geval van een misdrijf veel minder verstoort. Er is een onderzoek in de Verenigde Staten dat nog verder gaat. Daar werd een roestvrijstalen kap op een graf gezet, vervolgens werd de lucht uit die kap gezogen en geanalyseerd. Zelfs bij een graf van twintig jaar oud, waar het lichaam al helemaal geskeletteerd was, was nog iets meetbaar. Als apparaten al iets kunnen meten, moeten ratten dat zeker ook kunnen. Dit is de verre toekomstmuziek: dat de grond niet verstoord hoeft te worden, maar dat een luchtmonster al volstaat.”

Hoe meer hoe beter

Verspreid over Nederland liggen nog zes- tot zevenduizend slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog begraven. Het Team Bijzondere Zoekingen van de Landelijke Eenheid en de Bergings- en Identificatiedienst van de Koninklijke Landmacht (BIDKL) verrichten regelmatig zoekingen en opgravingen. Het gaat zowel om militairen als burgers. Hamerslag bezocht een aantal keer het BIDKL in Soesterberg en zag hoe belangrijk het werk is dat zij doen: “Het verschil tussen anonieme stoffelijke resten en een kist met een portret is enorm. De opluchting en dankbaarheid bij nabestaanden blijken nog altijd groot. Ook al is het lang geleden.”

Om de opleiding van de botratten compleet en betrouwbaar te kunnen maken is het een vereiste dat de dieren een zo groot mogelijke variatie aan grondmonsters krijgen aangeboden. De Nationale Politie nam daarom contact op met de LOB. Het LOB-bestuur staat volledig achter het initiatief en vroeg de leden in een nieuwsbrief haar medewerking te verlenen. Inmiddels hebben dertig begraafplaatsen daar gehoor aan gegeven.

“Daar zijn we ongelooflijk blij mee,” zegt Monique Hamerslag. “Elke begraafplaats die zich aanmeldt, wordt hier met gejuich ontvangen. Hoe meer monsters we hebben, hoe beter de dieren getraind kunnen worden. De ratten moeten leren dat het om de geur van bot gaat.” In de nieuwsbrief die de leden ontvingen benadrukt Hamerslag dat het gaat om grondmonsters en niet om beendermateriaal. Het gaat om grond van tussen de botresten, bijvoorbeeld uit knekelruimtes of graven die geschud of geruimd worden. “Om meerdere trainingssessies per dag te doen, heb je veel monsters nodig. De ratten worden getraind door middel van een beloningssysteem, ze krijgen voedsel als ze reageren op een positief monster. Grondmonsters waarmee we niet direct aan de slag kunnen, worden ingevroren zodat er niets meer verandert aan die aarde.”

“De deelnemende begraafplaatsen ontvangen van ons diepvrieszakjes – altijd hetzelfde merk – om de aarde in te doen en een vragenformulier. Van elk graf worden twee monsters genomen: één oppervlakkig, op 30 cm diep, en één van een diepere laag, ter hoogte van het middenrif. Tot nu toe hebben we de ratten vooral deze ‘sterke’ monsters aangeboden. We streven ernaar dat de ratten op den duur ‘genoeg’ hebben aan een oppervlakkig monster. Dan verstoor je minder.”

Intelligente dieren

“Een rat is minder speels dan een hond,” vertelt Hamerslag. “Een rat wil maar één ding en dat is eten. Ze worden beloond met eten en hebben hier een heel leuk leven, want ze zijn de hele dag in touw.”

Een nadeel is de korte levensduur van een rat. “Ratten worden gemiddeld drie jaar oud.” Er zullen dus regelmatig nieuwe ratten moeten worden opgeleid. “De korte levensduur is weliswaar een nadeel, maar de voordelen zijn groot: ratten zijn snel op te leiden, ze zijn intelligent en snel ‘om te trainen’ naar een bepaalde geur. Als een rat eenmaal een basistraining heeft gehad, dan kan je hem in een dag ‘omtrainen’ naar een andere groep. Als we het project kunnen uitbreiden gaan we een stel basisgetrainde ratten houden en als de behoefte er dan is, dan zetten we ze om naar die bepaalde geur.”

Alle dieren hebben een naam. De botratten kregen de exotische namen Zorro, Nacho, Otto, Diego, Chico en Tango. Om de dieren uit elkaar te kunnen houden, worden ze gemerkt met streepjes op de staart, aangebracht met viltstift. Ze zijn allemaal verschillend van karakter, vertelt Hamerslag. “Sommigen leren supersnel, anderen kijken de kat wat meer uit de boom. We werken alleen met mannetjes, omdat ze rustiger bewegen en gelijkmatiger zijn. Enige nadeel: ze stinken meer dan de vrouwtjes. Het zijn heel intelligente dieren, die goed getraind kunnen worden. Ratten zijn nachtdieren, daarom is het overdag donker in het verblijf. ’s Nachts gaat het licht aan en slapen de ratten.” Het speurrattenteam bestaat naast Monique Hamerslag uit Conny Postma, verantwoordelijk voor de algehele ondersteuning, Jerick van Oers en Daphne Renne, die beiden binnenkwamen als stagiair van de HBO-opleiding Forensisch onderzoek en inmiddels zijn ingehuurd als medewerker, en Jaap van Erkel, die ‘alles bouwen kan, zoals de dierenverblijven.’ Alle medewerkers werken met de ratten, het trainingsprogramma is arbeidsintensief. Hamerslag zelf verhuisde voor het project zodat zij dichterbij woont. Regelmatig gaat zij ’s avonds of in het weekend bij de dieren kijken of alles in orde is.

Meewerken?

Wilt u ook meewerken aan het onderzoek? Meld u dan aan via grondmonsters@gmail.com. Na uw aanmelding wordt er zo spoedig mogelijk contact met u opgenomen en ontvangt u de verdere informatie en spullen om de monsters in te verzamelen en (kosteloos) op te sturen.