Certosa, de bella donna van Bologna

De grootste begraafplaats van Bologna, slechts twee eeuwen oud, is van een onnoemelijke schoonheid. Certosa is een heuse necropolis, ook al willen de beleidsmakers niet dat de dodenstad te groot wordt en de stad van de levenden overvleugelt.

Certosa, de bella donna van Bologna

© Pauline Prior

De grootste begraafplaats van Bologna, slechts twee eeuwen oud, is van een onnoemelijke schoonheid. Certosa is een heuse necropolis, ook al willen de beleidsmakers niet dat de dodenstad te groot wordt en de stad van de levenden overvleugelt.

Kunstenaars gaven haar vooral in het begin van de vorige eeuw allure met vele mooie beeldhouwwerken en fresco’s. Bijna alle gebouwen zijn een feest voor het oog, waarbij aandacht voor het detail en het grote gebaar niet zijn geschuwd.

In het Italiaans betekent Certosa begraafplaats. Een begraafplaats heeft ook geen eigen naam, het is de begraafplaats van een bepaalde gemeente en die naam draagt de plek dan ook. Sterker nog, in Italië is elke begraafplaats een gemeentelijke begraafplaats, men kent er geen kerkelijke of particuliere begraafplaatsen. Alhoewel er natuurlijk geen Italiaan te vinden is die niet iets heeft met het katholicisme.

Elke Italiaanse begraafplaats moet ommuurd zijn. Dat gebeurt niet alleen vanwege het omsluiten van een plek voor de doden, maar ook omdat de imposante graven veel waard zijn en daardoor interessant voor dieven. Ter preventie woont er altijd iemand op de begraafplaats; er is videobewaking en twee keer per nacht doet een bewaker de ronde over het terrein. Maar dan nog wordt er, veelal in opdracht, gestolen. Vooral de familiewapens zijn favoriet. Soms is er sprake van een vette familieruzie waarbij het kostbare graf een rol speelt, en is de dief een familielid.

De begraafplaats dateert uit 1801 en was voorheen een klooster. De grote kerk herinnert hier nog aan. In en rondom dit klooster staan een aantal zeer bijzondere familiegraven. Een traditioneel Bolognees grafmonument bestaat uit een muurschildering en een aantal staande beelden die in toom worden gehouden door een gedecoreerd hekwerk. De beelden zijn de bekende ‘gesluierde’ rouwende vrouwen (pleureuses genoemd) met medaillons in hun handen met daarop de portretten van de overledenen. Maar ook heftige afbeeldingen zoals van een dramatische ‘Mercurio’ met vurige ogen. De beelden staan kriskras door elkaar en de meeste hebben een prachtige uitstraling. Door een verandering in het bestemmingsplan zijn het – terecht – eeuwige graven geworden.

Bologna is lang een rood bolwerk geweest, maar op het gebied van de funeraire verzorging zijn ze traditioneel gebleven. Het overwegend katholieke Certosa heeft een apart joods en een evangelisch gedeelte. Anno 2000 bestaat de joodse gemeenschap uit 250 mensen en zij verzorgen hun eigen begraafplaats. Het evangelische gedeelte daarnaast is, door een aparte ommuring, een klein begraafplaatsje in het grote geheel geworden. In vroeger dagen werden er mensen begraven die niet in gewijde grond thuishoorden: protestanten, maar ook criminelen, acteurs, zelfmoordenaars en prostituees. Langzamerhand hebben de kerkelijke regels qua kracht ingeboet en nu kan iedereen op het algemene, dus katholieke gedeelte, terecht. Op een nieuwe begraafplaats verderop in de stad is een speciaal gedeelte voor islamieten.

Gratis
De Italiaanse wet op de lijkbeschouwing dicteert dat op elke begraafplaats gratis gecremeerd en begraven mag worden. Niet dat elke Bolognese familie daar gebruik van maakt, want het liefst begraaft men zijn nabestaande in ‘loculi’, de wandgraven met verschillende verdiepingen. Deze graven kosten twee- tot zesduizend gulden voor twintig jaar – hoe hoger de graven hoe goedkoper. De loculi zijn standaard voorzien van een elektriciteitsaansluiting. Op een ander veld, vlakbij de kerk, zijn de prijzen exorbitant hoog en kost een groot familiegraf een half miljoen gulden.

Het gratis begraven gebeurt niet op afgelegen veldjes of op onmogelijke tijden. Tijdens mijn bezoek aan Certosa was er net een veld ontruimd en kwamen de gratis graven op een zeer geliefde plek te liggen, onder het toeziend oog van de basiliek van San Luca. Gratis begraven is geen vorm van nonchalance, het is een keuze die men maakt als nabestaande. In een dodenstad als Certosa zijn de gratis graven gesitueerd op de velden tussen de loculi in. Het begraven in deze wandgraven wordt als chiquer ervaren. De zandgraven worden uitgegeven voor een duur van tien jaar en zijn maar één diep. Dat deze gratis graven niet voor meer personen zijn heeft te maken met de Italiaanse cultuur; het is eigenlijk vrij simpel: men wil gewoon niet met een onbekende in het graf. Aan het grondwater ligt het niet, want dat begint pas op twee en een halve meter.

Na tien jaar kan de familie het graf nog verlengen of de beenderen ergens anders herbegraven. Ziet men hier vanaf, dan verhuizen de botten naar de knekelput. Want ook hier gaat geen botje de begraafplaats af. Voor uw verslaggever bleven deze putten gesloten, maar de drie putten gesitueerd midden op de begraafplaats zijn groot en diep, dat was wel duidelijk

Crematie
Het percentage crematies is in Italië na de tweede wereldoorlog gestegen naar twintig procent van alle begravingen. In Italië moet je tijdens je leven schriftelijk aangeven dat je later gecremeerd wilt worden. Het crematorium staat tussen de muren van de begraafplaats in; ook dit gebouw is gemeentelijk bezit. Crematie-organisatie Socrum verzamelt de verzoeken voor crematies en voert ze uit. Voor een crematie betaalt de gemeente 750 gulden aan deze organisatie, die op de crematies geen winst mag maken. De urnen mogen de begraafplaats niet verlaten, zodat er naast het crematorium verschillende gebouwen staan waar urnen geplaatst kunnen worden. Ook worden urnen in familiegraven gezet, waar meestal vier urnen in passen. Op Certosa zijn ook op dit gebied vele fraaie exemplaren te aanschouwen. Niet erg trots is men op de begraafplaats echter op de nissen met basisurnen van de laatste jaren.

Vrouwelijke leiding
Maria Grazia Tosi, voormalig manager van een crèche, is directeur van Certosa. Tosi: “Tien jaar geleden was het onmogelijk geweest dat een vrouw de directeur van zo’n grote onderneming zou worden. Ik geef nu leiding aan 140 werknemers en ik wil het graag nog lang blijven doen.”

De beheerstaken waar ze zich mee bezighoudt omvatten het groen en het onderhoud daarvan, het begraven en ruimen. Certosa regelt ook begrafenissen. Op kantoor bevindt zich een showroom met kisten. Stosi: “In Italië wordt nog erg traditioneel begraven. De wet schrijft voor dat de kisten van stevig materiaal gemaakt moeten zijn. De kisten die in de loculi gebruikt worden hebben dan ook een zinken tussenkist. Tijdens de begrafenis zelf wordt het graf dichtgemetseld onder het toeziend oog van vele nabestaanden. Ze praten dan nog wat en roken een sigaretje.”

De lucht in het dicht gemetselde graf staat dan twintig jaar stil, legt ze uit. Van de lichamen mineraliseert tijdens hun verblijf in het graf maar twee procent. Als de familie de rechten niet verlengt, worden de lichamen met opengemaakte kist nog vijf jaar op een apart veldje herbegraven. “Meestal is er dan nog maar weinig belangstelling en doen we ons werk vlug. De velden zien er toonbaar maar niet zo verzorgd uit.” In die vijf jaar kan nog steeds door de familie tot herbegraving beslist worden – daarna gaan ze naar de knekelput.

In Frankrijk gebruiken ze wel luchtfilters en daar verteren de lijken wel, vertelt Stosi: “Daar gaan we ons verder op oriënteren. Wij willen hier ook graag verteerde lichamen kunnen ruimen. Op Certosa is de omloopsnelheid groot. Het gebruik van de loculi is cultuurbepaald, men wil niet in gemeenschappelijke graven liggen en door de tendens om geconserveerd te blijven zijn we veel aan het opruimen.”

De begraafplaats is vijfentwintig hectare groot en kan kostendekkend werken als het groot onderhoud aan de gebouwen niet door de begraafplaats zelf moet worden betaald. Op dit moment wordt een gedeelte van de begraafplaats gerestaureerd. De financiële middelen worden door veelal privé-ondernemingen ingebracht. Omdat de begraafplaats tevens begrafenisondernemer is, denkt men na over een bepaalde constructie, om deze dienstverlening winstgevend te laten zijn. Met name aan de dure graven verdient de begraafplaats veel. Ondanks dat de begraafplaats in gemeentelijke handen blijft, kunnen onderdelen dan wellicht in private ondernemingen worden ondergebracht.