De eco-begraafplaats, binnenkort in Nederland?

In Engeland is het al enige jaren een populaire vorm van begraven: een woodland burial op een zogenaamde groene begraafplaats. Hier gaat men in een kartonnen doodskist het graf in en wordt het graf niet gemarkeerd met een steen, maar met een boom. Zelfs de kerk van Engeland biedt inmiddels deze mogelijkheid.

De eco-begraafplaats, binnenkort in Nederland?

© Anja Krabben

In Engeland is het al enige jaren een populaire vorm van begraven: een woodland burial op een zogenaamde groene begraafplaats. Hier gaat men in een kartonnen doodskist het graf in en wordt het graf niet gemarkeerd met een steen, maar met een boom. Zelfs de kerk van Engeland biedt inmiddels deze mogelijkheid.

In het op funerair gebied toch zo progressieve Nederland behoort deze vorm van ‘eco begraven’ echter nog niet tot de mogelijkheden. “Terwijl het heel veel mensen aanspreekt,” zegt Theo Veenstra, die zich er sterk voor wil maken en een oproep doet aan bestaande ’traditionele’ begraafplaatsen daar plaats voor in te ruimen. Zo makkelijk is dat niet, meent LOB-voorzitter Willem van der Putten, het heeft nogal wat voeten in aarde. Toch ziet ook híj er wel wat in.

‘Een “Woodland burial” is niet voor mensen die een keurig graf willen met een traditionele grafsteen. Het wordt gekozen door mensen die van vogels, wilde dieren en levende natuur houden en die een bosland willen creëren en zo mede zorgdragen voor een beter milieu voor toekomstige generaties,’ aldus een folder van één van de 130 ‘woodland burial grounds’ die het Verenigd Koninkrijk inmiddels herbergt.

Steeds meer Britten willen niet gecremeerd of ‘gewoon’ begraven worden, maar kiezen voor een ‘woodland burial’, letterlijk een ‘bosland begraving’, oftewel een groene of natuurlijke begrafenis. Op de groene begraafplaats mogen overledenen uitsluitend milieuvriendelijk begraven worden, dat wil zeggen in een lijkwade, een kartonnen kist of een ander snel afbreekbaar omhulsel. Op het graf mag geen steen worden geplaatst, wel kan eventueel een boom worden geplant. Op sommige groene begraafplaatsen zijn houten monumenten toegestaan, onderhoud daaraan is echter uit den boze, zodat de monumenten in de loop der tijd op zullen gaan in de natuur. Op andere begraafplaatsen kan een naamplaquette van de overledene op de muur rond de begraafplaats worden aangebracht. Uiteraard wordt exact bijgehouden wie waar begraven ligt, want ook in Engeland is het bijhouden van een grafregister verplicht. Het is de bedoeling dat deze groene begraafplaatsen in de loop der tijd veranderen in een natuurgebied waar planten en dieren vrij spel hebben.

In 1994 werd The Association of Nature Reserve Burial Grounds opgericht waar de meeste woodland burial grounds bij zijn aangesloten. Deze vereniging heeft een ‘code of practice’ (gedragscode) die er voor moet zorgen dat wie op een groene begraafplaats begraven wordt, daar ook tot in lengte van dagen kan blijven liggen. ‘Leden moeten in de positie zijn dat ze voor een lange periode kunnen garanderen dat zowel de graven als de levende natuur onaangetast blijft, en er moet een bevredigend plan zijn voor het moment dat de begraafplaats vol is,’ luidt een regel van de gedragscode.

Niet alleen steeds meer Britten willen groen begraven worden, ook officiële instanties gaan er steeds meer in zien. Dit hoeft niet altijd voort te komen uit zorg voor het milieu, ook plaatsgebrek op ‘gewone’ begraafplaatsen kan een rol spelen. Zo is Liverpool de eerste grote gemeente die mee doet aan het groene begraven. Begin dit jaar heeft de gemeenteraad besloten dat er begraven mag worden in twee stukken bos net buiten de stad, een biologisch afbreekbare kist is vereist. De gemeenteraad heeft in zijn besluit zowel het plaatsgebrek als milieuoverwegingen mee laten wegen. En het bisdom van Ely (Anglicaanse kerk) heeft verleden jaar een groene begraafplaats ingericht in Barton in Cambridgeshire. Hier kunnen tweeduizend overledenen liggen. Het bisdom werd direct overspoeld met aanvragen voor een toekomstig plekje op het veld. Op de begraafplaats zijn honderden jonge beukenbomen geplant, de eerste overledenen zijn dit jaar begraven. Op een plattegrond wordt aangegeven waar de mensen zijn begraven. De plattegrond hangt in een speciaal herdenkingsgebouwtje waar ook een ‘dodenboek’ wordt bewaard waarin steeds een pagina is gewijd aan een overledene.

Ook hier
Waarom kan wat in Engeland gebeurt niet in Nederland?, vraagt Theo Veenstra zich af. Hij heeft zich verdiept in het ‘natuurlijk en groen begraven’ in Engeland en zou graag hetzelfde in Nederland bewerkstelligen. Veenstra heeft bij een uitvaartonderneming in Amsterdam gewerkt en is van oorsprong therapeut, “met een grote interesse in stervensbegeleiding.” De zorg voor het milieu, de zorg deze te behouden voor zijn en andermans kinderen, is een belangrijke reden zich sterk te maken voor het ‘groene begraven’. Veenstra: “De milieu-aspecten zijn heel belangrijk. Er is sowieso te weinig bos in Europa. Door bomen te planten los je dat voor een deel op. Dat bos is weer een goede leefomgeving voor dieren en planten. In Engeland is de rode boseekhoorn bedreigd. Door de natuurlijke begraafplaats als uitzetplaats aan te wijzen, wat daar binnenkort gebeurt, kan dit dier wellicht voor uitsterven behoed worden.”

Volgens Veenstra is de huidige manier van begraven niet milieuvriendelijk genoeg. “Niet alleen zijn de huidige kisten van spaanplaat en wordt bij de productie van spaanplaat formaldehyde gebruikt, een giftige stof die in het grondwater terechtkomt, maar het ontbindingsproces van de lichamen duurt gewoon te lang, waardoor er problemen ontstaan bij het ruimen. Op een natuurlijke begraafplaats worden de lichamen door de bomen gerecycled. Ruimen is niet nodig.”

Maar om niet in een lange discussie over de al of niet milieu-onvriendelijke aspecten van het huidige begraven te verzanden, zegt Veenstra: “Ik vind dát specifieke milieu-aspect van secundair belang. De andere milieu-aspecten, zoals het planten van bomen en het creëren van een natuurgebied, vind ik belangrijker.” Bovendien is cremeren veel schadelijker voor het milieu dan begraven. Vooral in Engeland, waar circa zeventig procent van alle Britten zich laat cremeren is groen begraven een mooi alternatief.

Wie zich door het milieu echter niets gelegen laat liggen, kan kiezen voor een groene begrafenis vanwege de besparing in kosten. Volgens Veenstra zou het goedkoper zijn dan een gewone begrafenis. Veenstra: “Geen steen, dat scheelt al aanzienlijk!” Maar om wat voor bedragen gaat het in Engeland? Op de begraafplaats van de Anglicaanse kerk in Barton kost een begrafenis vijfhonderd pond (1.750 gulden), aanmerkelijk goedkoper dan een plaats op een begraafplaats in het overvolle Londen kost, wat al snel tien keer zo duur is. Het geld wordt in een fonds gestopt waarmee de kerk meer stukken grond voor ‘puur natuurlijke’ begraafplaatsen in het land wil gaan kopen. Op een gemiddeld woodland burial park, in dit geval Colney Woodland Burial Park in Norwich, lopen de prijzen van een eenpersoonsgraf uiteen van 1200 tot 2900 pond (hangt af van de locatie). Graven voor twee personen variëren tussen de 1500 en 3000 pond. De prijzen zijn inclusief het openen en klaarmaken van het graf, voortdurend onderhoud, heropenen graf voor een tweede begrafenis, aanwezigheid van het graf tot 2099 (daarna zal het land uitsluitend nog natuurgebied zijn), het plaatsen van een houten monument (is toegestaan), behalve de kosten voor het monument zelf.

Maar niet alleen voor de consument kan groen begraven financieel aantrekkelijk zijn Veenstra: “Groen begraven kan voor bestaande begraafplaatsen interessant zijn, omdat de kosten van het onderhoud veel lager zijn, de begraafplaats spaart uit op mankracht en materieel.” In Engeland zijn het vaak particulieren die een woodland burial ground inrichten. “Boeren bijvoorbeeld, die een deel van hun land daarvoor afstaan als donatie. Dat is financieel aantrekkelijk.” Maar ook gemeenten beheren groene begraafplaatsen. In Carlisle, waar de eerste woodland burial ground werd opgericht, gaat het om een gemeentelijke begraafplaats. “Groene begravingen maken daar nu 35 procent van alle begravingen uit.” Maar daarnaast zou een dergelijke begraafplaats ook in samenwerking met natuurbeschermingsorganisaties of Staatsbosbeheer kunnen worden opgericht en beheerd, meent Veenstra.

Wat Veenstra nu het allereerst zou willen doen is “met een aantal gelijkzinden een organisatie of stichting oprichten, omdat je als particulier weinig begint, en vervolgens onderzoeken of gemeenten, begraafplaatsen, uitvaartverzorgers en dergelijke interesse hebben. Wat de mogelijkheden zijn. Het is níet de bedoeling zelf een begraafplaats op te richten. Ik vraag me echt af waarom deze begraafplaatsen nog niet in Nederland zijn te vinden. We zijn hier zo progressief. Als je het er met mensen over hebt, spreekt het bijna iedereen meteen aan. In Engeland is ook gebleken dat het gunstige psychologische aspecten heeft. Het is een prettig idee je dierbare terug te kunnen laten keren tot de basis. Het zijn ook vaak natuurliefhebbers die hiervoor kiezen. En vogelaars. En new agers. Een grote groep dus. En een groeiende groep.”

En waar ziet Veenstra de eerste groene begraafplaats komen? “Eén centrale, groene begraafplaats in het midden van het land zou leuk zijn, maar niet handig. Voor mensen uit Groningen en Limburg is dat gewoon te ver. Het mooiste zou zijn als meerdere begraafplaatsen in Nederland de mogelijkheid van groen begraven zouden bieden. Op een stuk grond dat ze nog hebben. Of als een deel geruimd wordt, dat dat deel voortaan voor natuurlijk begraven wordt gebruikt. Er zou één begraafplaats mee moeten beginnen, dan volgt de rest vanzelf.”

Twijfels
Iets voor de LOB om zich sterk voor te maken? LOB-voorzitter Willem van der Putten laat als officieel LOB-standpunt het volgende horen: “De LOB het prima zou vinden als er (meer) natuurbegraafplaatsen zouden komen. Er is in onze maatschappij een groeiende groep mensen die bewust kiezen voor een milieuvriendelijke en ecologische leefwijze en het ligt voor de hand dat die mensen ook een voorkeur hebben voor een laatste rustplaats die daarmee in overeenstemming is. De LOB vindt dat er mogelijkheden moeten zijn voor ieder mens om conform zijn wens begraven of gecremeerd te worden. Als er meer diversiteit in begraafplaatsen en begraafwijzen komt, is dat toe te juichen.”

“Hoewel ik denk dat er op dit moment al een aantal begraafplaatsen is die men rustig als
natuurbegraafplaats of bosbegraafplaats kan aanduiden,” vervolgt hij. “Al stellen die niet de eis dat men een milieuvriendelijke kist gebruikt, simpelweg omdat de gewone kisten het milieu niet zwaar belasten. Vrijkomende stoffen worden op natuurlijke wijze in de bodem en het grondwater opgenomen. Het is dan ook bijvoorbeeld niet nodig om een opgeheven begraafplaats te saneren of bodem en grondwater te isoleren.”

Hij denkt echter dat het nog niet zo eenvoudig is een ‘puur natuurlijke’ begraafplaats naar Engels voorbeeld van de grond te krijgen, waar grafstenen verboden zijn en alles gericht is op het creëren van een nieuw stuk natuurgrond. “Het is heel moeilijk om een geschikte locatie voor een natuurbegraafplaats te vinden. Bestaand bos is vaak niet beschikbaar en bij het ‘omtoveren’ van een weiland in een natuurbegraafplaats heb je veel praktische problemen. Als je een duurzaam boslandschap wilt creëren, zoals de heer Veenstra voorstelt, heb je veel, heel erg veel tijd nodig. Voor een evenwichtig bos moet je denken aan honderd jaar. Ik zie niet snel gebeuren dat mensen zich nu laten begraven in een weiland met de idee dat er over honderd jaar een mooi bos is.”

Van der Putten meent dat de situatie in Nederland anders is dan in Engeland. En nu spreekt hij ook als directeur van Grafzorg Nederland. (Grafzorg Nederland koopt en beheert graven voor instellingen, notariaat en particulieren.) “De beschikbare ruimte en kosten van grond in Engeland zijn heel anders dan hier. Ik denk dat je nauwelijks te koop zijnde terreinen kunt vinden die groot genoeg zouden zijn, nog los van het kostenaspect. Ik ken wel meer mensen die met zo’n idee rond liepen, maar die per saldo toch terugschrokken voor de investering en de organisatie. Een graf is niet alleen een kuil in de grond. Je moet ook een organisatie hebben die het geheel beheert en onderhoudt. Ook een bos heeft onderhoud nodig, ook al zien leken dat vaak niet. Om het exploitabel te krijgen heb je een lange adem nodig en een goede locatie en natuurlijk een goede opzet.”

Het idee van Veenstra om delen van bestaande begraafplaatsen als natuurbegraafplaats in te richten, noemt hij ‘niet realistisch’. “De oppervlakten zijn te klein. Je moet gewoon de nodige hectaren hebben, vijf tot tien, om iets echt landschappelijks te krijgen. Met een paar extra bomen in een hoek van een gewone begraafplaats bereik je dat niet.”

Toch wil dat niet zeggen dat Van der Putten geheel niets ziet in het idee van een bepaalde vorm van ‘groen begraven’. Als juridisch adviseur is hij zelfs betrokken bij de aanleg van een natuurbegraafplaats in het zuiden van Nederland. Van der Putten: “Ik kan er nog niet al te veel over zeggen, omdat de gemeenteraad van de plaats waar de begraafplaats moet komen nog toestemming moet verlenen – B&W zijn in beginsel al akkoord gegaan – en het exploitatieplan nog niet helemaal rond is.” Dit wil hij er wel over kwijt: “De begraafplaats komt in een bestaand bos, grenzend aan ander bos en akkers. In een aangrenzend stukje bos ligt de lokale begraafplaats. Daardoor is er ook een rouwcentrum beschikbaar. Het bos bestaat uit eiken en naaldbomen, op een licht glooiend terrein. Midden in het bos ligt een historisch praalgraf, een zogenaamd koningsgraf van vermoedelijk zo’n drieduizend jaar oud. Ik denk dat dit terrein mogelijkheden heeft om een natuurbegraafplaats met een eigen karakter te worden.”

“De grote vraag bij zo’n nieuwe begraafplaats is toch of hij exploitabel te krijgen is. De eerste jaren zal er alleen maar geld in gestoken moeten worden. En het blijft natuurlijk een gok. Betrokkenen (wij) vinden dat deze begraafplaats niet elitair mag worden. Er zullen wat ruimer liggende en wat minder ruim liggende graven komen. De goedkoopste komen op ongeveer duizend gulden. Er zal ook de mogelijkheid worden geboden om grotere percelen te verwerven, bijvoorbeeld van tien, 25 of honderd vierkante meter. Op zo’n perceel kan men dan meerdere graven inrichten, bijvoorbeeld voor hele families en voor volgende generaties. Wij mikken daarbij deels op mensen die echt in een natuurlijke omgeving begraven willen worden, dus niet hun ellebogen willen schuren aan het buurgraf. Maar deels ook op mensen die een kleine privé-begraafplaats voor de familie wensen. Je ziet dat nog wel op hele oude begraafplaatsen, dat een deel is afgebakend voor leden van één familie.”

Toch vraagt Van der Putten zich af of er werkelijk zo’n grote belangstelling zou zijn voor groen begraven als Veenstra schijnt te denken. “Bij Grafzorg krijgen we wel regelmatig de vraag naar een begraafplek in een bos, maar het gaat om kleine aantallen. En tussen denken en doen van mensen ligt een groot gat. Er is wel een markt voor milieuvriendelijk en natuurlijk begraven, maar de aantallen zijn te klein. We hebben het over mensen die relatief (te) jong zijn, van twintigers tot zestigers. Veel goed en hoger opgeleidde mensen, die er op zich wel wat geld voor over hebben om hun doel te bereiken. Maar… de aantallen zijn te klein om een begraafplaats op te kunnen exploiteren. Je hebt het probleem dat we te lang moeten wachten op die groep voor ze dood gaat, wat cru gezegd. Als de eerste jaren op zo’n nieuwe begraafplaats mondjesmaat begraven wordt, moet je al tevreden zijn.”

“Maar ook al zie ik de nodige praktische hobbels, dat neemt niet weg dat ik het idee van de heer Veenstra een zinnig initiatief vind,” aldus Van der Putten. “Wie weet zijn er lezers die mogelijke locaties kennen of andere zinvolle suggesties hebben. Zoals bijvoorbeeld om te kijken naar subsidiemogelijkheden van het ministerie van Landbouw en Natuurbeheer. Het zou toch prachtig zijn als een nieuwe vorm van begraven in een behoefte zou blijken te voorzien.”

Wat dat betreft hebben de ‘boomplanters’ het tij mee. Veenstra: “Toevalligerwijs is op de milieuconferentie die onlangs in Bonn is gehouden, besloten dat landen die niet, of in onvoldoende mate kunnen voldoen aan de strengere milieu-eisen, ook bossen mogen aanplanten om te kunnen blijven voldoen aan het besluit om een schoner milieu te creëren.”

Wie geïnteresseerd is geraakt in het idee van ‘groen begraven’ op de eigen begraafplaats en daar met Theo Veenstra graag eens van gedachten over zou willen wisselen, of wie mee zou willen doen aan de oprichting van een stichting t.b.v. het stimuleren van groen begraven in Nederland, is welkom hem te mailen: rozengracht@hetnet.nl.