De keuze van Kessels

Dit jaar is Erik Kessels gastcurator in Uitvaart Museum Tot Zover. Hij verzorgt drie tentoonstellingen met hedendaagse kunst over de dood. De eerste, ‘Trace Elements’, toont foto’s die Seiichi Furuya maakte van zijn inmiddels overleden vrouw. Een serie met een dramatische einde, voor het eerst in Nederland geëxposeerd.

De keuze van Kessels

© Anja Krabben

Dit jaar is Erik Kessels gastcurator in Uitvaart Museum Tot Zover. Hij verzorgt drie tentoonstellingen met hedendaagse kunst over de dood. De eerste, ‘Trace Elements’, toont foto’s die Seiichi Furuya maakte van zijn inmiddels overleden vrouw. Een serie met een dramatische einde, voor het eerst in Nederland geëxposeerd.

Dit jaar is Erik Kessels gast-curator in Uitvaart Museum Tot Zover. Hij verzorgt drie tentoonstellingen met hedendaagse kunst over de dood. De eerste, ‘Trace Elements’, toont foto’s die de fotograaf Seiichi Furuya maakte van zijn inmiddels overleden vrouw. Een serie met een dramatisch einde, voor het eerst in Nederland geëxposeerd.
Erik Kessels, fotografie-verzamelaar en oprichter van het reclamebureau KesselsKramer, heeft een vaste rubriek in Vrij Nederland: De keuze van Kessels. Daarin behandelt hij elke week een foto uit zijn verzameling, meestal een amateurkiekje dat hij ergens op een vlooienmarkt, antiquariaat of misschien zelfs op straat (achteloos weggegooid als vuilnis) heeft gevonden. Wie kent ze niet, die albums vol kiekjes van gezinnen die ons totaal onbekend zijn, en die na een overlijden en een inboedelopruiming op een vlooienmarkt terecht zijn gekomen. Albums vol foto’s van verjaardagen, vakanties, met kinderen die langzaam groot worden, en ouders die foto na foto ouder en uiteindelijk bejaard worden.
Albums die we waarschijnlijk ook zelf allemaal hebben. Kessels verzamelt dergelijke albums en foto’s en geeft ze een tweede leven. Zoals in Vrij Nederland. Of in een serie zelf uitgegeven boekjes, In almost every picture. In het eerste boekje – inmiddels uitverkocht – staat een vrouw centraal die in de periode 1956-1968 veelvuldig is gefotografeerd door haar man, vooral tijdens vakanties. Kessels vond het album op een vlooienmarkt in Spanje. Op elke foto staat de vrouw, vaak poserend in een zomerse jurk, voor een andere toeristische plek. Je ziet haar- en kledingstijl veranderen, je ziet haar ouder worden. Een van eerste vragen die je jezelf stelt bij het boekje: zal ze nog leven?

Verwantschap fotografie en dood
Foto’s doen dat. Want foto’s zijn afdrukken van het verleden en voorboden van de toekomst: de dood. Er is een nauwe verwantschap tussen fotografie en de dood. Susan Sontag noemde fotografie (in haar essay On photography) ‘de uitvinding van sterfelijkheid’. Door de fotografie kunnen we ons eigen ouder
zien voltrekken in chronologisch opeenvolgende foto’s. Wij weten hoe wij er als baby hebben uitgezien, als kind en als puber. Wij zien aan onze foto’s hoe we ouder worden en – hoe ouder we worden – razendsnel afstevenen op onze laatste foto.
We worden door onze zorgvuldig gekoesterde familiekiekjes er constant aan herinnerd dat het leven kort is, in een flits voorbij. Dat maakt foto’s tot de memento mori’s van de moderne tijd. En dat maakt Erik Kessels tot een uitermate geschikte gastcurator in Uitvaart Museum Tot Zover. In zijn eerste tentoonstelling die hij dit jaar verzorgt in Tot Zover, ‘Trace Elements’, staat Christine Gössler centraal. Zij was de vrouw van de Japanse fotograaf Seiichi Furuya. Furuya heeft zijn Oostenrijkse vrouw in de zeven jaar dat ze samen waren veel gefotografeerd. Het zijn indringende portretten. In het begin kijkt
ze nog wel eens vrolijk de camera in, later oogt ze steeds vaker in zichzelf gekeerd, met een depressieve of treurige blik, het hoofd kaal geschoren, vermagerd, en ziet ze eruit als een terminale of
psychiatrische patiënt. De plek waar ze vanaf 1982 wonen, Oost-Berlijn voordat de muur is gevallen in een troosteloze oostblokflat, versterkt het desolate en depressieve gevoel. Christine leed aan schizofrenie en ernstige depressies. In 1985 pleegde ze zelfmoord. Ze sprong in depressieve toestand van de achtste verdieping van de flat waar ze samen met haar man en vierjarig zoontje woonde. Ook op haar laatste dag heeft Furuya foto’s gemaakt. Je ziet daarop de televisie met beelden van partijleider Erich Honecker en een militaire parade, vanwege de 36e geboortedag van de DDR. Een open raam waaronder de slippers van Christine staan die ze zojuist heeft uitgetrokken. En dan het beeld, van bovenaf gefotografeerd, van de zojuist gesprongen Christine, een kleine gestalte in het gras. En als laatste foto’s van het appartement: een schilderij, het bed waarin ze die ochtend nog samen lagen, een kamerplant. Deze laatste foto’s zijn weergegeven als contactafdrukken. Je begrijpt dat Furuya niet in staat was ze groot af te drukken. Het is een indrukwekkende tentoonstelling. ‘Trace elements’ maakt nieuwsgierig naar de andere twee tentoonstellingen die Erik Kessels dit jaar samenstelt in Tot Zover. ‘Trace Elements’ was te zien t/m 16 mei 2010.