Dela frustreert oud-LOB'ers
© Anja KrabbenOver de grafkosten is het laatste woord nog niet gezegd, zoals blijkt uit het aangenomen amendement van de Tweede Kamer om de VNG te vragen een model te ontwikkelen dat een reële kostenopbouw en -vergelijking tussen verschillende gemeenten mogelijk maakt. De vraag is wie VNG daarbij mag of kan helpen.
Het door de Tweede Kamer aangenomen amendement over het model grafkosten werd door Dela onmiddellijk aangegrepen om een persbericht naar buiten te brengen onder de kop ‘Grafrechtkosten politiek erkend, nu nog uitvoerbaar’. Dela liet weten zeer verheugd te zijn met dit politieke besluit en dat ze haar kennis en expertise graag beschikbaar stelt zodat de VNG een transparant model kan opstellen.
Het persbericht werkte als een rode lap op een stier bij enkele oud-LOB’ers, die vervolgens fel uithaalden op de sites uitvaart.nl en uitvaartbranche.nl. Wim Zaalberg, oud-LOB-consulent, en Willem van der Putten, oud-LOB-voorzitter, schroomden niet Dela te kwalificeren als arrogant en dom. Dela zou absoluut geen kennis in huis hebben om hierover mee te praten en zich uitsluitend uit eigenbelang druk maken over de grafkosten.
Martin Kersbergen, manager communicatie en opsteller van het Dela-persbericht zegt de toon van de kritiek ‘verbazingwekkend’ te vinden. “Zo emotioneel, zo boos. Wat deze heren zeggen is: een model is niet mogelijk, dus moeten we het ook maar niet proberen. Het enige waar wij voor pleiten is transparantie en vergelijkbaarheid. De Tweede Kamer heeft geconstateerd dat er grote prijsverschillen zijn en dat het niet duidelijk is waardoor dit komt. Dela is bereid haar kennis en expertise te delen. Je hoeft geen begraafplaats te bezitten om hierover mee te kunnen praten. Natuurlijk, hoge grafprijzen kost ons veel geld, maar wij kijken als coöperatieve vereniging. Dela vertegenwoordigt drie miljoen mensen. Dat geeft ons een mandaat en een recht van spreken. Ons voorstel is om met meerdere partijen rond de tafel te gaan zitten, waaronder uiteraard de LOB, en om de krachten en kennis op dit gebied te bundelen, en zo de VNG te helpen.”
“Gemeentelijke begraafplaatsen hebben de verplichting iedereen te accepteren; daarom zijn zij ons focuspunt, en bijvoorbeeld niet de bijzondere begraafplaatsen. Gemeenten regelen het nu heel verschillend. Het kan best zijn dat de uitkomst van zo’n model grafkosten er toe leidt dat de prijzen in sommige gemeenten omhoog gaan. Het gaat ons er niet om dat het per se goedkoper moet, maar om te weten wat de werkelijke kosten zijn en hoe die in rekening worden gebracht.”
Melkkoe-beschuldiging was onterecht
Kersbergen wil best toegeven dat hij soms wat te kort door de bocht gaat in zijn persberichten. “Wij hebben in een eerder persbericht gesproken over begraafplaatsen als melkkoe voor de gemeente. De LOB heeft ons toen terecht gewezen. Inderdaad kunnen we een dergelijke uitspraak niet hard maken.”
Hebben Zaalberg en Van der Putten nu ook geen punt? Het Dela-persbericht begint namelijk met de zin ‘De gemeentelijke tarieven voor het begraven moeten volgens de Wet kostendekkend zijn.’ Waar staat dat in de wet? “Het staat er echt in,” zegt Kersbergen in eerste instantie. Later moet hij toegeven dat het niet in de wet staat maar in een handreiking van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, die inzicht geeft in de wijze van doorberekening van kosten in rechten, heffingen en tarieven die maximaal kostendekkend mogen zijn. Kan Dela niet beter dit soort fouten vermijden? Het levert alleen maar ammunitie aan anderen om te zeggen dat Dela ‘er echt nihil, nul en niks verstand van heeft’ (citaat Van der Putten). Kersbergen: “Het is zeker van belang dat wij zorgvuldig zijn. Maar het feit dat ik verwijs naar een handreiking wil niet zeggen dat er geen wetgeving is. Integendeel: de handreiking is er mede op gebaseerd. De handreiking is een soort samenvattende richtlijn voor datgene dat op diverse plaatsen in diverse wetten en regelgeving is vastgelegd, zoals de Gemeentewet. De handreiking zélf heeft vanzelfsprekend niet de juridische status die de wet wel heeft; het is niet meer of minder dan het woord zelf: een handreiking.”
Waarom iedere keer die persberichten? Waarom niet direct naar de juiste personen toegestapt? “Wij proberen via de publieke opinie de politiek te bereiken. We willen dat gemeenteraden belang gaan hechten aan dit onderwerp, want zij stellen de tarieven vast. Feitelijk is de LOB geen directe gesprekspartner voor ons, want de LOB heeft geen invloed op de vaststelling van de tarieven. Daarnaast moeten we de kennis bundelen, van Dela, Yarden, de LOB, iemand als Van der Putten, Monuta, álle partijen en iedereen die de kennis heeft. Kunnen wij de VNG helpen met de beantwoording van de vraag van de Tweede Kamer naar transparantie? Dat is ons enige doel: transparantie.”
LOB en VNG
Wat vindt LOB-voorzitter Arie van Kooten van het voorstel van Dela om VNG te helpen bij het maken van het model grafkosten? “Als Dela denkt denken een oplossing te hebben of een goed model, dan is ze geheel vrij daarmee te komen. Wíj zijn in ieder geval bereid te luisteren. Maar dat is wat anders dan ze bij voorbaat als een geschikte gesprekspartner zien als het gaat om het samenstellen van het model grafkosten.” Van Kooten zegt verder dat de LOB zich bewust buiten de discussie op internet heeft gehouden. “Het was jammer dat Zaalberg en Van der Putten hun vroegere LOB-functie met name noemden. Zo leek het alsof de LOB reageerde. Maar beiden spreken op persoonlijke titel. De discussie ging misschien iets te fel.”
De VNG laat weten nog niet begonnen te zijn met het model. ‘De verantwoordelijke ministeries hebben ons daarover tot op heden nog niet benaderd,’ reageert de sectie Belastingen van de VNG per mail. De functie VNG-beleidsmedewerker die begraafplaatsen en de Wet op de lijkbezorging onder zijn/haar hoede heeft is op dit moment vacant.) Overigens denkt de VNG ‘met de eigen kennis en die van gemeenten, accountantsorganisaties en betrokken ministeries over voldoende expertise op het gebied van kostenverhaal te beschikken om een verdere vergroting van het inzicht in kostenopbouw en -vergelijking te realiseren binnen de gegeven wettelijke kaders. Vooralsnog ziet de VNG geen aanleiding om hierover met uitvaart(branche)organisaties of uitvaartverzekeraars te overleggen.’