‘Delven en ruimen niet zonder risico’

Een klein berichtje in de krant van 7 september trok landelijk veel aandacht: 'Grafdelver bedolven.' Gelukkig heeft de betrokken medewerker het overleefd, maar het was wel een ernstig ongeval. Hoe kun je zoiets voorkomen? En hoe staat het met de arbo-wetgeving voor begraafplaatsmedewerkers?

'Delven en ruimen niet zonder risico'

© Gerda Nater

Een klein berichtje in de krant van 7 september trok landelijk veel aandacht: ‘Grafdelver bedolven.’ Gelukkig heeft de betrokken medewerker het overleefd, maar het was wel een ernstig ongeval. Hoe kun je zoiets voorkomen? En hoe staat het met de arbo-wetgeving voor begraafplaatsmedewerkers?

Toen de medewerkers van Begraafplaats Bergklooster in Zwolle een nieuw graf aan het delven waren, konden ze niet vermoeden wat er allemaal mis zou gaan. Het machinale graafwerk was klaar en het zand was in een grote en een kleine zandwagen geladen. Henk Wester (54) reed de graafmachine met de tractor naar de schuur om deze af te koppelen. Ondertussen ging zijn collega Jan Gerrits (62) met een ladder het twee meter diepe graf in om de precieze nawerkzaamheden te verrichten. Terwijl hij hiermee bezig was, zakte op ongeveer 1.60 meter diep de grond onder de bekisting weg. Even later zakte de hele zijkant weg, en de naast het graf staande wagen kantelde in het graf.

Toen Henk met de tractor terugkwam, miste hij de wagen. Die vond hij in het graf, waar  de wagen anderhalve kuub zand over Jan had uitgestort. Henk ging direct de beheerder, Bert Pierik, waarschuwen. Deze belde onmiddellijk de hulpdiensten en ging Henk helpen met het uitgraven van hun collega. Bert Pierik: “We konden hem nog wel horen, maar zagen hem niet. Door te graven ontdekten we waar Jan zat en konden we met onze handen zijn gezicht vrijmaken, zodat hij in elk geval kon ademhalen. Later heeft de brandweer hem bevrijd, waarmee wij hebben geassisteerd. Jan was behoorlijk gewond geraakt aan zijn gezicht en schouder en moest naar het ziekenhuis.”

Begrafenis ging voor
“Uiteraard ging onze eerste zorg uit naar onze collega,” vertelt Pierik. “We zijn allemaal enorm geschrokken. Onze volgende zorg betrof het graf en de familie die daar met de overledene naar op weg was. Het graf moest dus snel worden gereedgemaakt. Gelukkig toonde de familie alle begrip. Men besloot de begrafenis na het condoleancebezoek te laten plaatsvinden. Intussen kregen wij de arbeidsinspectie op bezoek, die het graf wilde bekijken. Dan moet je prioriteiten stellen. De begrafenis ging voor, al heeft de politie nog wel foto’s van de situatie kunnen maken.”

“Toen we een uur na het ongeluk de overledene wilden begraven, was de pers al ter plekke. Met veel overtuigingskracht hebben we twee televisieploegen weggestuurd. De dag erna hebben we wel met de pers gepraat en een persbericht verzonden, dat in bijna alle Nederlandse dagbladen heeft gestaan.”

Arbeidsinspectie
“Een week later heeft de arbeidsinspectie de betrokken collega’s uitgebreid ondervraagd over wat er precies gebeurd is,” vervolgt Pierik. “Er is een rapport over de toedracht van het ongeluk gemaakt. We waren blij dat we later te horen kregen dat er in relatie tot het ongeval geen overtredingen zijn geconstateerd.”

“De arbeidsinspectie onderzoekt ook altijd of er gevaarlijke situaties zijn waar werknemers al eerder voor hebben gewaarschuwd en of de werkgever daarop actie ondernomen heeft. Als onze medewerkers zoiets aangeven, maken we daar direct werk van. Dat ligt ook in de aard van onze organisatie. De historische Begraafplaats Bergklooster wordt geëxploiteerd door een vereniging met zo’n tachtig leden die hier sterk bij betrokken zijn. Ik ben zelf benoemd als secretaris-penningmeester en vanuit deze functie beheer ik de begraafplaats. Het bestuur bestaat uit vrijwilligers en heeft een controlerende functie. Als wij aangeven dat er iets aan de hand is, wordt daar vrijwel altijd direct op gereageerd.”

Volgens Pierik zijn beide medewerkers zeer ervaren krachten, die altijd zorgvuldig met een plan van aanpak werken. Hoe kon het ongeluk dan toch gebeuren? Bert Pierik: “Het graf was door de familie uitgezocht, dichtbij het graf van een vriend. Daarom legden we het zand natuurlijk niet op dat graf. Het nieuwe graf lag aan het pad, waar een beperkte werkradius was om de zandwagens te vullen. Omdat we veel vertrouwen hadden in de stevige structuur van de grond, hadden we onze oude bekisting gebruikt: houten schotten in een aluminium profiel, die het graf maar ten dele (in het midden) bekisten. Als gevolg van de natte maand augustus was de grond nu heel zwaar. Het was dus een opeenstapeling van factoren waardoor dit kon gebeuren. Onze conclusie is wel dat we onder alle omstandigheden een bekisting van boven tot onder moeten hebben, met een kriksysteem, waarmee je het graf van bovenaf kunt bekisten. We hebben dan ook kort daarna nieuwe bekistingen besteld.”

Arbo-handleiding
Jan Polman van het opleidings- en adviescentrum IPC Groene Ruimte gaat voor de LOB een arbo-handleiding schrijven, die waarschijnlijk dit jaar nog uitkomt. Hij is adviseur arbeidsomstandigheden, gericht op de groensector en op de inrichting van openbare ruimtes. Daar vallen ook begraafplaatsen onder. “In de arbo-wetgeving zijn geen specifieke regels voor begraafplaatsen,” zegt hij. “Een praktische vertaling van de wetgeving is noodzakelijk, of het nu gaat om een gemeentelijke of een kerkelijke begraafplaats, beroepsmensen of vrijwilligers. IPC Groene Ruimte werkt vanuit verschillende invalshoeken, zoals planmatig groenbeheer, flora- & faunawetgeving en arbeidsomstandigheden. Ook voor vaardigheidstrainingen voor het bedienen van graafmachines en motorzagen vormen we een brug tussen wetgeving en praktijk. Verder hebben we aandacht voor zaken als contractvorming tussen opdrachtgever en opdrachtnemer.”

Het gaat erom wat de Arbo-wet betekent voor een begraafplaats. Vanuit die invalshoek heeft de LOB aan Jan Polman gevraagd een handleiding voor begraafplaatsen te schrijven. De inhoud is heel praktisch en gericht op medewerkers en beheerders van begraafplaatsen. In de handleiding wordt aan de volgende vijf onderwerpen aandacht besteed: biologische agentia (gevaren van virussen en bacteriën op begraafplaatsen), opgravingen en ruimingen, fysieke belasting, persoonlijke beschermingsmiddelen en welzijn van de medewerkers. Daarnaast komt er een hoofdstuk ter ondersteuning van het arbo-beleid. Hierin worden de belangrijkste wettelijke aspecten die van toepassing zijn op begraafplaatsen toegelicht. Er komt een veiligheidschecklist, bedoeld als hulpmiddel voor beheerders en preventiemedewerkers om de arbeidsomstandigheden op hun begraafplaatsen te toetsen.

Risico-inventarisatie
Medewerkers van de arbeidsinspectie weten over het algemeen erg weinig van de werksituatie op begraafplaatsen, is de ervaring van Polman. “De Arbo-wet is een raamwetgeving. Daar staat bijvoorbeeld in dat je een graf zo veilig mogelijk moet delven, maar dat is niet gespecificeerd. Ook staat er nergens dat je een bekisting moet gebruiken. Dat wil niet zeggen dat je dat niet moet doen. Een complete bekisting is voor de veiligheid van grafdelvers van het grootste belang! Voor het werken met een motorkettingzaag bestaan speciale zaagbroeken. Die staan niet genoemd in de Arbo-wet, maar je moet wel maatregelen treffen en dan kom je toch uit op die broek. De regering wil zo min mogelijk regeltjes geven. De werkgever is echter wel aansprakelijk voor de risico’s en moet aan kunnen tonen wat hij gedaan heeft om deze te elimineren.”

“Een belangrijk instrument hiervoor is een risico-inventarisatie en -evaluatie (RIE). Daarin maak je inzichtelijk welke risico’s er zijn. Bijvoorbeeld: welke gevaren zijn er bij het grafdelven, hoe kun je die zo doeltreffend mogelijk voorkomen en wat is je plan van aanpak? Welke maatregelen tref je en wie is waarvoor verantwoordelijk? Dergelijke documenten moet een werkgever kunnen laten zien. Bij gemeenten is de begraafplaats meestal vergeten in de RIE. Bij stichtingen en kerkbesturen is men vaak niet op de hoogte van de wet- en regelgeving, terwijl vrijwilligers wel onder de Arbo-wet vallen. Ook hier zou een RIE getoetst moeten worden door een deskundige.”

Voorlichting
“Het is vanuit de arbo-wetgeving verplicht om voorlichting te geven,” zegt Polman. “Begraafplaatsmedewerkers volgen bij IPC Groene Ruimte lessen over de risico’s waar ze aan bloot staan en welke maatregelen ze kunnen treffen. Ook komen ze soms een halve dag om van gedachten te wisselen over de specifieke arbo-eisen voor begraafplaatsen en om van elkaar te leren. Of ze vragen of ik wil komen kijken hoe zij ruimen. Dingen die ik signaleer, neem ik weer mee in mijn voorlichting. Zo leren we van beide kanten.