Friedhofszwang in Duitsland

Ook in Duitsland neemt het crematiecijfer toe. Maar anders dan bij ons mag as niet mee naar huis worden genomen. Je zou dus denken dat méér cremeren in Duitsland niet tot lege begraafplaatsen leidt. De werkelijkheid is anders.

Friedhofszwang in Duitsland

© Anja Krabben

Ook in Duitsland neemt het crematiecijfer toe. Maar anders dan bij ons mag as niet mee naar huis worden genomen. Je zou dus denken dat méér cremeren in Duitsland niet tot lege begraafplaatsen leidt. De werkelijkheid is anders.

De begraafplaats in Pronsfeld, een stadje in de Eifel, kun je een typisch Duitse begraafplaats noemen: netjes en kleurrijk. Want twee dingen vallen direct op aan de laatste rustplaatsen van onze oosterburen: de ordelijkheid en de zorg voor het grafgroen. Elk graf heeft een perkje met planten en bloemen die goed verzorgd zijn. Vaak wordt dit door professionals gedaan, waar nabestaanden contracten voor kunnen afsluiten. Begraafplaatshovenier is een apart vak. Een gedeelte is vaste beplanting en een gedeelte wisselt met de seizoenen. De graven liggen netjes naast elkaar in rechte rijen, zijn ongeveer even groot en lijken allemaal eender, maar wie beter kijkt ontdekt juist een grote variatie in de bewerking van de steen. In Duitsland wordt het oude ambacht van de steenhouwerij – ook met de hand – nog intensief gepromoot en beschermd. De gemiddelde grafsteen is hierdoor unieker dan in Nederland.

Kale crematie

Duitsland is verdeeld in deelstaten die ieder een eigen Bestattungsgesetz (begraafwet) hebben, maar landelijk heerst echter de Friedshofszwang – wat inhoudt dat alle stoffelijke resten, of dit nu een lichaam is of as, op een begraafplaats begraven of bijgezet moet worden. As mag niet mee naar huis worden genomen of buiten een begraafplaats worden uitgestrooid.

Cremeren is in Duitsland goedkoop, gemiddeld 300 euro – het varieert per regio van 150 tot 500 euro – maar daarbij gaat het puur om de verbranding van het lichaam. Nabestaanden zijn daar soms wel, maar meestal niet bij. Er is geen dienst vooraf of koffie na. En afscheidsbijeenkomst wordt elders gehouden, het lichaam gaat naar het crematorium en mensen weten vaak niet wanneer de crematie precies plaatsvindt, dat kan ook weken na het overlijden zijn.

Dit heeft geleid tot het ‘crematoriumtoerisme’ naar grensgebieden in Tsjechië en Nederland. Een uitvaartdienst en een directe crematie in Nederland, waarbij men zelfs tot aan de oven mee mag, maken de hogere kosten goed. En na een maand komt men dan de urn ophalen. “Maar men beseft dan niet altijd dat de as zodra men de grens overgaat weer onder het Duitse recht valt en op een begraafplaats moet worden bijgezet,” zegt Alexander Helbach.

Helbach is voorzitter van de vereniging Aeternitas (www.aeternitas.de), een onafhankelijke consumentenbond op het gebied van het uitvaartwezen en funeraire cultuur, die zo’n twintig jaar geleden is opgericht uit onvrede over slechte persoonlijke ervaringen rond de uitvaartzorg. De oprichters constateerden dat de belangen van mensen die, vaak plotseling, met een uitvaart te maken krijgen nergens behartigd werden. De consumentenorganisatie heeft 50.000 leden in heel Duitsland en biedt informatie aan consumenten over alle organisatorische, wettelijke en financiële aangelegenheden rondom een sterfgeval. De onafhankelijkheid is belangrijk; de vereniging wil niet financieel, politiek of confessioneel gebonden zijn. De leden betalen contributie en daarmee wordt het werk van de vereniging betaald.

Groen en onderhoudsvrij

Ook in Duitsland neemt het crematiecijfer toe. Maar wie denkt dat door de Friedhofszwang begraafplaatsen het minder moeilijk hebben dan bij ons, heeft het mis. Ook in Duitsland hebben begraafplaatsen te maken met afnemende cijfers. De reden? Steeds vaker kiezen mensen ervoor de as niet op een bestaande, ‘gewone’ begraafplaats onder te brengen, maar op een van de vele nieuwe groene gedenkparken die de laatste tien jaar door het hele land verschenen. Het is niet helemaal hetzelfde als een natuurbegraafplaats: het zijn groene gebieden, vaak een stuk bos, waar alleen urnen mogen worden begraven, geen lichamen. Ze worden Friedwald, Ruheforst of Gedächtniswald genoemd.

Helbach: “In 2011 werd het eerste Friedwald geopend. Nu zijn er twee grote aanbieders die samen 100 urnenparken beheren: Friedwald GmbH und Ruheforst GmbH. Dan zijn er nog diverse kleine aanbieders.” Begraafplaatsen zien het succes ervan, aldus Helbach, en bieden nu ook een begrafenis onder een boom aan.

De aantrekkingskracht van de groene gedenkparken is tweeledig: het gaat om vaak prachtige natuur en er is geen onderhoudsplicht. Dat laatste lijkt voor veel Duitsers steeds belangrijker te worden, gezien de populariteit van Gemeinschaftsgräber en anonyme Gräber. Een anoniem graf is een algemeen graf zonder naamaanduiding. Er kan geen steen of naambordje worden geplaatst. Het is de goedkoopste manier van begraven. Gemeenschapsgraven zijn ook goedkoop, maar niet anoniem. Het is een gezamenlijk graf voor meerdere personen. Elke overledene krijgt een naam op het gemeenschappelijke grafmonument. Voor het onderhoud wordt gezamenlijk betaald. Het onderhoud zit voor meerdere jaren bij de grafprijs inbegrepen.

Tot slot ondervinden de begraafplaatsen sinds 2006 concurrentie van de zogenaamde urnenkerken, daarvan zijn er nu twintig door heel Duitsland. Dit zijn kerken waar geen eredienst meer wordt gehouden en die zijn omgebouwd om als urnengedenkplaats te fungeren. In Nederland werd in mei jongstleden de eerste urnenkerk geopend (zie p. [XX]), het Memorarium Arnhem.

Hoe verschillend de wet in Nederland en Duitsland ook is, voor de praktijk lijkt dat weinig uit te maken – begraafplaatsen hebben het steeds moeilijker.

Begraafplaatsen

Duitsland kent gemeentelijke en kerkelijke begraafplaatsen (katholiek of protestant). Particuliere begraafplaatsen zijn niet toegestaan. Er zijn circa 32.000 begraafplaatsen, waaronder 3.500 katholieke en 2.500 protestante. Ook zijn er 400 Joodse begraafplaatsen. Moslims mogen (tot op heden) geen eigen begraafplaatsen hebben, maar er zijn in enkele deelstaten initiatieven gaande die dat willen veranderen.

Soorten graven

Er zijn drie soorten graven: het Reihengrab (‘rijgraf’), het Wahlgrab ‘keuzegraf’) en het anonyme Grab (anoniem graf).

Het eerste is te vergelijken met ons algemene graf. Zoals de naam zegt worden de graven op rij uitgegeven. Ze zijn altijd één diep en, ook anders dan in Nederland, de grafrechten variëren in duur van 10 tot 40 jaar. Ze kunnen daarna niet verlengd worden. In een Reihengrab mag ook een urn worden begraven.

Een Wahlgrab is vergelijkbaar met het Nederlandse eigen graf. Men kan zelf een plek kiezen, de rechthebbende bepaalt wie er in het graf begraven mag worden en de grafrechten kunnen worden verlengd. Een Wahlgrab kost gemiddeld 2.100 euro. Daar komt nog grafonderhoud bij.

Volgens Alexander Helbach gebeurt het zelden dat de resten uit een Reihengrab later worden herbegraven in een Wahlgrab. Ruimen gebeurt vooral in de vorm van schudden. De resten uit urnengraven gaan wel vaak in een verzamelgraf.

Grafkosten rijzen de pan uit
Die Friedhofsgebühren in Deutschland explodieren, kopte de Duitse krant Die Welt in maart van dit jaar. Vrij vertaald: ‘Grafkosten rijzen de pan uit in Duitsland.’ De kop komt bekend voor, menig Nederlandse krantenkop de laatste jaren had dezelfde strekking. De redenen van stijging zijn dezelfde als die in Nederland: een inhaalslag van begraafplaatsen om de lang gelijk gebleven grafrechten te verhogen, waardoor prijzen soms in één keer met 75% worden verhoogd en Wahlgraben soms drie keer zo duur worden, en de afname in het begraven. Verder noemt Die Welt ook de hoge grondprijzen. De meeste Duitse begraafplaatsen werken evenals hier niet kostendekkend.
“Veel begraafplaatsen zijn daardoor te groot geworden,” vertelt Alexander Helbach van Aeternitas in Die Welt. En de concurrentie van de groene gedenkparken neemt toe. En soms zijn er gewoon te veel begraafplaatsen. Bonn, een stad met 327.913 inwoners, heeft er 40!
Ook in Duitsland ‘klaagt’ men over het grote onderlinge prijsverschil – in de databank van Aeternitas zijn grafprijzen opgenomen van circa 1.000 plaatsen en die variëren van 50 euro tot 5.000 euro – en over het feit dat de tariefbepaling niet transparant genoeg is. Want, zo schrijft Die Welt, hoe kan het dat voor het plaatsen van een grafmonument mensen in Keulen een paar honderd euro betalen en mensen in Düsseldorf bijna niets?
In het artikel worden enkele gemeenten als voorbeeld gesteld, die trachten oude begraafplaatsen nieuw leven in te blazen. In Berlijn wordt het St.-Nikolai- en St.-Marien-Friedhof en in Hamburg het Friedhof Norderreihe waar niet meer begraven wordt, volop gebruikt als park. ‘Tussen oude grafstenen ruikt het hier de hele zomer naar grilworst en bier.’ Lübeck heeft sinds enkele jaren het Projekt ‘Friedhof 2100’, met als doel de helft van de aanwezige begraafplaatsgrond af te stoten. Burgers kunnen op internet suggesties doen wat te doen met gesloten begraafplaatsen. Veel ondersteuning kreeg het voorstel om een dierenbegraafplaats aan te leggen.