Gemeenten kijken verder…

Steeds meer gemeenten weten hun cultureel en historisch erfgoed op waarde te schatten en steeds vaker krijgen beheerders te maken met het inventariseren en waarderen van grafmonumenten of begraafplaatsen. Leon Bok geeft hier enkele voorbeelden van.

Gemeenten kijken verder…

© Leon Bok

Steeds meer gemeenten weten hun cultureel en historisch erfgoed op waarde te schatten en steeds vaker krijgen beheerders te maken met het inventariseren en waarderen van grafmonumenten of begraafplaatsen. Leon Bok geeft hier enkele voorbeelden van.

Begraafplaatshouders in Nederland lijken vaak alleen bezig te zijn met de technische kant van de lijkbezorging. En als ze daar niet mee bezig zijn, dan wel met de kosten, zoals naar voren lijkt te komen uit de discussie rond grafkosten. Menigeen vraagt zich af wat men allemaal voor de ‘uit de hand lopende kosten’ krijgt. Een graf, een begrafenis, eventueel het onderhoud van het grafmonument en het onderhoud van de begraafplaats zelf. Daar spitst de discussie zich op toe. Ondertussen wordt van begraafplaatshouders ook gevraagd de culturele en historische waarde in kaart te brengen. Ook daar hangt een prijskaartje aan, maar dat wordt in de discussie zelden meegenomen. Daarnaast weten steeds meer gemeenten hun cultureel en historisch erfgoed op waarde te schatten en steeds vaker krijgen beheerders te maken met het inventariseren en waarderen van grafmonumenten of begraafplaatsen. Dat daarmee ook kosten gemoeid zijn, wordt in de discussie over grafkosten totaal over het hoofd gezien.

Waarderen funerair erfgoed
Onder invloed van een groeiende aandacht voorhet cultureel erfgoed, uit oogpunt van behoud maar ook recreatie, wordt steeds meer gekeken naar begraafplaatsen. Dat uitte zich in de afgelopen jaren in een toenemende stroom boekjes, websites en ook stichtingen en verenigingen tot behoud van kerkhoven en begraafplaatsen. Het inventariseren en waarderen van funerair erfgoed vormt tot nu toe nog een bescheiden onderdeel van die groeiende aandacht. Zeker, de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (nu RACM) heeft landelijk al inventarisaties gemaakt en daarbij ook funerair erfgoed gewaardeerd en geselecteerd. Maar die selectie en waardering vormen geen goed voorbeeld: de kunsthistorisch interessante, grotere en rijkere grafmonumenten zijn beschermd, evenals enkele landschappelijk aangelegde begraafplaatsen. Aandacht voor de daadwerkelijke funeraire waarden was er niet, waardoor alsnog veel waardevolle lijkenhuisjes, houten grafmonumenten, kransdozen, hekwerken en dergelijke verdwenen. Dat laatste overigens niet altijd tot verdriet van beheerders, want veel van die zaken stonden alleen maar in de weg of zijn gewoonweg opgeruimd om plaats te maken voor nieuwe graven. Die kijk op begraafplaatsen lijkt nu te veranderen. Monumentenambtenaren, beheerders en andere betrokkenen proberen steeds vaker de waarden van hun begraafplaats(en) in kaart te brengen. Enerzijds doet men dit om te voorkomen dat er belangrijke zaken verdwijnen, maar ook om historisch waardevolle onderdelen in te passen, waardoor een begraafplaats een aantrekkelijke plek blijft. Wat van belang is hangt af van de ouderdom, de lokale geschiedenis, de sociaal en cultuurhistorische objecten en het verhaal. Een begraafplaats met een verhaal, waar iets verteld kan worden over wat er met het dorp of de stad gebeurde in een bepaalde tijd, is een waardevol goed. Dat uitgangspunt vormt steeds vaker de aanleiding om nader te kijken naar funerair erfgoed.

Inventariseren en waarderen
Dat nader kijken gebeurt meestal door eerst een inventarisatie te maken. Vervolgens worden waarden vastgesteld. Er zijn uiteraard verschillende manieren om een begraafplaats te inventariseren en de waarden vast te stellen. Een voorbeeld van hoe het kan is de wijze waarop de gemeente Schiermonnikoog haar funerair erfgoed in kaart bracht. De cultuurhistorische vereniging ’t Heer en Feer had aangedrongen op zo’n inventarisatie omdat men bang was dat grafmonumenten van belangrijke personen zouden verdwijnen. De gemeente riep daarop een ‘commissie funerair erfgoed’ in het leven. Deze commissie werd gevormd door burgemeester, enkele ambtenaren, vrijwilligers en een deskundige. Op basis van een eerste inventarisatie werden criteria opgesteld, aan de hand waarvan een volledige lijst werd samengesteld. Op de lijst werden grafmonumenten geplaatst die van belang waren qua materiaal, vormgeving of symboliek. Het uitgangspunt voor de inventarisatie was de verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaats. Aan de gemeenteraad werden richtlijnen meegegeven voor het opstellen van een beleid voor de instandhouding van de grafmonumenten. Een van de richtlijnen beveelt ondermeer hergebruik van grafmonumenten en hekwerken aan. Een andere manier waarop geïnventariseerd kan worden, is het beschrijven van alle grafmonumenten en deze vervolgens te waarderen. Nederland kent slechts een handjevol deskundigen die dit kunnen. Omdat zo’n complete inventarisatie vrij kostbaar is, gemiddeld tussen de 10 en 20 euro per monument, wordt vooraf vaak een aantal criteria opgesteld. Eén daarvan is bijvoorbeeld de leeftijd van de te inventariseren grafmonumenten. Afhankelijk van die criteria en de hoeveelheid kunnen de gemiddelde kosten hoger of lager uitvallen.

In Rheden is dit voorjaar de oude Nederlands Hervormde begraafplaats geïnventariseerd. Daarbij is uitgegaan van alle grafmonumenten van voor 1950 en zijn al te zwaar beschadigde grafmonumenten buiten beschouwing gelaten. Een compleet rapport geeft inzicht in de geïnventariseerde grafmonumenten en in de bijzonderheden qua materiaal, symboliek en vormgeving. Doordat aan de beschrijving direct een waardering is toegevoegd, kunnen de meest opvallende en bijzondere grafmonumenten snel in kaart worden gebracht. Aan de hand van de inventarisatie is aan de gemeente Rheden voorgesteld een deel van de grafvakken op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen. Op de overige grafvakken is ruimte voor passende nieuwe ontwikkelingen. Inventarisaties van grotere begraafplaatsen of grafvakken kunnen ook digitaal gedaan worden. Grote delen van Moscowa, de gemeentelijke begraafplaats van Arnhem, zijn bijvoorbeeld digitaal beschreven en gefotografeerd. Het uitgangspunt van die inventarisatie was niet zozeer om de waarden in kaart te brengen, als wel om het schadebeeld te bepalen. Aan de hand daarvan kon vervolgens een begroting voor herstel opgemaakt worden. Door zeer systematisch te werkenkon op de inventarisatie geld worden bespaard.

Quick-scan
Voor veel begraafplaatshouders lijkt een inventarisatie, vooral een uitgebreide, nog een stap te ver. In dat geval kan een zogenaamde quick-scan uitkomst bieden. Deze methode biedt een kort overzicht van de belangrijkste waarden op één of meerdere begraafplaatsen. Een meer uitgebreide beschrijving van begraafplaatsen of grafmonumenten blijft achterwege, maar er wordt wel een advies gegeven over wat het vervolg zou moeten zijn. De gemeente Buren heeft zo’n scan een aantal jaren geleden laten uitvoeren voor de gemeentelijke begraafplaatsen. Aan de hand van deze scan heeft een lokale historische vereniging verder gericht onderzoek gedaan en zijn de uitkomsten gebruikt voor het verder opstellen van een breder beleid voor de gemeentelijke begraafplaatsen. Ook de gemeente Kampen laat dit jaar een quickscan uitvoeren naar waardevolle funeraire onderdelen. Daarbij worden alle begraafplaatsen in de gemeente onder de loep genomen. Het ontstaan van elke begraafplaats wordt kort beschreven, het gebruik en de veranderingen worden uiteengezet en het huidige voorkomen met de nog aanwezige waarden wordt beschreven. De beschrijvingen worden afgesloten met een conclusie en een kort advies over hoe het best omgegaan kan worden met de nog aanwezige waarden. Aan de hand van zo’n quick-scan kan daarna besloten worden de meest waardevolle elementen uit te lichten, te beschrijven, te waarderen en ze daarna eventueel te beschermen. Een quick-scan is relatief goedkoop en daarom een prima instrument om een eerste inzicht te krijgen in wat er allemaal nog is en of er daadwerkelijk waardevol erfgoed op de begraafplaatsen te vinden is.

Monumentenlijst
Steeds meer gemeenten stellen een monumentenlijst op. Inmiddels zijn er al meer dan 40.000 objecten aangewezen als gemeentelijk monument en dat aantal zal naar verwachting in de komende jaren nog fors groeien. In hoeveel gevallen ook begraafplaatsen of grafmonumenten opgenomen zijn, is niet bekend. De gemeente Heerenveen liet in 1998 een apart onderzoek uitvoeren naar funerair erfgoed in de gemeente. Aan de hand van dat onderzoek zijn toen een aantal objecten onder gemeentelijke bescherming geplaatst. Maar voortschrijdend inzicht binnen de gemeente heeft er anno 2008 toe geleid dat nogmaals een scan is uitgevoerd om eerdere gemiste zaken in kaart te brengen. Uit dat onderzoek is in ieder geval gebleken dat er items waren die eerder over het hoofd waren gezien. Zo blijken er in de gemeente enkele lijkenhuisjes van kunstzandsteen te staan, waarvan er in ieder geval één nader beschreven is. Ook bleken er nog enkele bijzondere monumenten, hekwerken en grafkelders te zijn die niet eerder beschreven waren. Aan de hand van deze nadere scan is het overzicht van funerair erfgoed in Heerenveen nagenoeg compleet.

Veel gemeenten die reeds een monumentenlijst hebben, zullen waarschijnlijk in de komende jaren ook hun funeraire waarden in kaart gaan brengen, met het doel deze te beschermen. De gemeente Waalwijk laat al dit jaar een aantal begraafplaatsen waarderen om bij verdere plannen er zeker van te zijn dat er geen waarden verloren gaan. Deze ontwikkeling kan wellicht gezien worden als een aarzelende erkenning voor het funeraire erfgoed in Nederland. Meer dan twintig jaar na de brief van toenmalig minister van Cultuur Elco Brinkman, waarin hij alle gemeenten opriep om aandacht te besteden aan de bescherming van begraafplaatsen en grafmonumenten, is dat geen overbodige luxe. De brief uit 1985 was voor veel gemeenten destijds juist aanleiding om nog snel het een en ander op te ruimen. Vandaag de dag ligt dat heel anders en zijn veel begraafplaatshouders en medewerkers zich meer bewust van de cultuurhistorische betekenis van de plek waar ze werken of mee werken.

Gevolgen
Veel waarderingen zullen uiteindelijk leiden tot bescherming van begraafplaatsen, maar dat hoeft niet altijd. Soms wordt juist bewust geen inventarisatie uitgevoerd. Wanneer bijvoorbeeld getwijfeld wordt aan het nut van zo’n inventarisatie of waardering, kan het beschrijven van scenario’s uitkomst bieden over de te volgen gang van zaken. Zulke scenario’s kunnen een leidraad vormen voor toekomstig cultuurhistorisch beleid voor de begraafplaatsen. Men kan bijvoorbeeld besluiten waarden te versterken en pas later over te gaan tot waardering en bescherming. Soms leidt ook een inventarisatierapport niet tot verdere actie. Letterlijk weggegooid geld en zonde van de tijd. Op een inventarisatie op zich zit niemand te wachten. Een inventarisatie moet een doel hebben: bescherming, herstel of juist nieuwe ontwikkelingen mogelijk maken. Inventarisaties bieden namelijk ook gelegenheid om duidelijk te maken dat er niet of nauwelijks waarden zijn. Dat kan bijvoorbeeld een uitkomst bieden wanneer derden protesteren tegen nieuwe plannen. Wanneer vastgesteld wordt dat er weinig tot geen waarden aanwezig zijn, is het beter om nieuwe ontwikkelingen toe te staan. Mits goed begeleid kunnen die wellicht in de toekomst leiden tot nieuwe waarden. Ook bescherming mag nooit een doel op zich zijn. Het sluiten van een begraafplaats zal niet leiden tot instandhouding. Vandaar dat een inventarisatie ook kan leiden tot een beleidskader voor vernieuwde ontwikkeling van een begraafplaats. Bovendien kost bescherming geld. Dat kan terugverdiend worden door het monument te gebruiken, mits de uitgangspunten daarvoor zodanig geformuleerd zijn dat de historische waarden gerespecteerd worden. Historische grafkelders kunnen hergebruikt worden, maar ook gebruikt worden als urnenbewaarplaats. Gelukkig beseffen steeds meer beheerders dat gebruik en instandhouding hand in hand gaan. Een goede inventarisatie, beschrijving en waardering geeft een beheerder een handvat om de ontwikkeling van zijn begraafplaats af te stemmen op de historische waarden. Immers, instandhouding van cultuurhistorische waarden kan ook betekenen dat de financiële exploitatie van de begraafplaats anders bekeken wordt.

Kosten
In sommige gevallen is al aangegeven wat het kost om historische waarden te inventariseren en te beschrijven. Zoiets hoeft geen tienduizenden euro’s te kosten. Een beschrijving en waardering van een begraafplaats kost gemiddeld tussen de 600 à 1000 euro, afhankelijk van de grootte en ouderdom. In dat geval heeft men een beschrijving die bijvoorbeeld gebruikt kan worden voor publicatie, maar ook om een aanwijzing tot monument te doen. Tot slot kan een goede beschrijving de onderbouwing vormen voor nieuwe ontwikkelingen of dienen als basis voor het vastleggen van een toekomstvisie. Door op die manier te werken is bijvoorbeeld op De Nieuwe Ooster een monumentale urnenbestemming gerealiseerd. Die ontwikkeling kan worden gezien als een voortzetting van wat er aan waarden al was aangetroffen. Een dergelijke werkwijze kan ook voor andere begraafplaatsen leiden tot innovatieve vernieuwingen die wellicht in de toekomst weer erfgoed worden.