Hebben kastanjes nog toekomst

Hoe is het met de kastanjeboom op de Nederlandse begraafplaats?Een korte verkenning - met een open eind.

Hebben kastanjes nog toekomst

© Ada Wille en Mariska Massop

Hoe is het met de kastanjeboom op de Nederlandse begraafplaats?
Een korte verkenning – met een open eind.

Een beheerder van een begraafplaats in Londen keek mij vreemd aan toen ik hem vorig jaar zomer vroeg of ze ook zo’n last van de kastanjeziekte hadden… De Dutch elm disease (iepziekte) was hem bekend, maar kwam er nu nog meer Hollandse rottigheid richting Engeland waaien?
In Nederland is de kastanjeziekte inmiddels een begrip. Was de iep een boom die horizonten sierde en kerkhofjes van windluwte voorzag; de kastanje is een boom die op begraafplaatsen vaak als laan, solitair of groep geplant werd. Een boom die ook vrijwel altijd voorkwam op het beplantingsplan van bekende architecten als Zocher, Springer en anderen en dus ook vaak op onze begraafplaatsen werd en wordt aangeplant.

Hoe was het ook al weer?
Vanaf 2002 verspreidt een mysterieuze aantasting bij paardekastanjebomen (alle Aesculus-soorten) zich razendsnel over Nederland. Bomen krijgen bruine vlekken op de stam en ‘bloeden’ donker vocht. Daarom wordt deze ziekte ook wel bloedingsziekte genoemd. De aantasting leidt tot baststerfte en bij ernstige aantasting tot sterfte van de boom.

Bacterie
Toen we in 2005 in dit blad aandacht besteedden aan de kanstanjeziekte (‘Zieke bomen. Hoe boomziekten te herkennen, vermijden en behandelen’, lente 2005, # 1, jr. 7) wist men nog niet wat de oorzaak was. Inmiddels is uit onderzoek gebleken dat de bacterie Pseudomonas syringae de ziekte veroorzaakt. De bekendste kastanje van Nederland, in de tuin van het Anne Frankhuis in Amsterdam, is inmiddels aan de ziekte bezweken. Wat weten we op dit moment over de bloedingsziekte?

Facts & Figures
De Aesculus hippocastanum en haar cultivars worden het meest aangetast. Daarnaast komt de bloedingsziekte ook voor bij de Aesculus carnea en cultivars daarvan. Bloedingsziekte komt zowel voor bij paardekastanjes in de jeugd, halfwas- en volwassenfase. Van de zieke bomen is 60% licht, 25% matig en ruim 15% zwaar aangetast. Het blijkt dat dikkere bomen, met een stamomvang groter dan 20 cm., vaker en zwaarder zijn aangetast dan dunnere bomen.

Symptomen
– Roestbruine vlekken op de stam en takken in de kroon.
– Verschijnen van vocht uit de vlekken, het vocht wordt stroperig en donkerbruin. De vlekken drogen
uiteindelijk op tot donkerkleurige korsten.
– De bast onder de vlekken gaat rotten, al dan niet tot op het cambium.
– Afsterven van de bast rondom de korsten.
– Verschijnen van bastscheuren.

Oorzaak
Of een paardekastanje gevoelig is voor infectie met de bloedingsziekte, blijkt afhankelijk te zijn van
verschillende factoren. Aangenomen wordt dat de bacterie uit de groep Pseudo-monas syringae de
bloedingsziekte veroorzaakt. Deze bacterie kan efficiënt te werk gaan als de paardekastanje last heeft van stressfactoren. Er zijn zowel boven- als ondergrondse factoren die stress kunnen veroorzaken.
Als de bladeren van de paardekastanjes dusdanig worden aangetast dat de fotosynthese (zie kadertekst ) nauwelijks of zelfs niet meer mogelijk is (bijvoorbeeld door de kastanjemineermot), heeft dit negatieve gevolgen voor de boom. Door de verminderde fotosynthese, worden minder suikers naar de beworteling getransporteerd, de samenwerking van wortels en mycorrhiza (zie kadertekst) verzwakt, waardoor de beworteling vatbaarder kan worden voor ongewenste pathogenen (ziekteverwekkers), onder andere Pseudomonas syringea. Ook als er bovengronds geen stressfactoren zijn, kan de groeiplaats ondergronds van dusdanig slechte kwaliteit zijn, dat er nauwelijks symbiose is tussen beworteling en mycorrhiza’s (schimmels) waardoor de beworteling eveneens vatbaarder is voor pathogenen.

Verspreiding
De eerste meldingen van de ziekte kwamen in 2002 uit met name West-Nederland. Momenteel is het
ziektebeeld een nationaal probleem geworden. Buiten Nederland is de ziekte ook elders in West-Europa aangetroffen (onder andere Duitsland, België, Groot Brittannië en Frankrijk). Was in 2005 31% van de kastanjes in Nederland aangetast, in 2006 was dit al 40%. De ziekte heeft zich vanuit het westen en noordwesten uitgebreid naar het zuiden en oosten van Nederland. De gemelde besmettingen bevinden zich dan ook met name in het westen en midden van het land. In het zuidoosten zijn minder meldingen van zieke bomen: Zuid-Holland: 41%, Noord-Holland: 32%, Utrecht 37%, Noord-Brabant: 16% (veel paardekastanje), Drenthe: 8%, Zeeland: 9%, Limburg: 8%.
Een rondje bellen langs begraafplaatsbeheerders lijkt bovenstaande cijfers te bevestigen:
– Oud Eik en Duinen, Den Haag, is bekend om haar eiken en kastanjes. Diverse exemplaren zijn gekapt.
Van de kastanjes op Oud Eik en Duinen staan er 72 op de monumentale bomenlijst van de Gemeente Den Haag.
– Op het aangrenzende Nieuw Eykenduynen is één kastanje gekapt. De boom was aangetast door de
bloedingsziekte, mineermot en honingzwam. Rene Lorsheijd van Lorsheijd Groen verzorgt de bomen
op Nieuw Eijkenduynen. Lorsheijd: “Ik heb nog deze week de kastanjes bekeken. Het valt op dat ze erg goed in blad komen en dat de door kastanjeziekte aangetaste bomen hard bezig zijn reparatieweefsel te maken. Anders dan twee jaar geleden. Het geeft me wat hoop.”
– Begraafplaats Kleverlaan, Haarlem heeft het afgelopen jaar 10 keer een noodkap moeten
uitvoeren van onder andere 80-jarige exemplaren met diverse standplaatsen.
– Op begraafplaats Kranenburg te Zwolle is ‘niets aan de hand’.
– Rotterdam, begraafplaats Crooswijk heeft veel monumentale en beeldbepalende bomen. Heeft wel
last van mineermot, nog niet van bloedingsziekte.
– Den Bosch, Groenendaal heeft ook alleen wat last van mineermot (bomen worden ieder jaar
nagekeken).
– Wageningen heeft jonge kastanjes, geen aantasting.
– Amsterdam, De Nieuwe Ooster heeft 30 grote exemplaren, alleen mineermot.
– Amsterdam, Zorgvlied heeft geen problemen.
– Utrecht, Soestbergen heeft 85 exemplaren en vooral last van mineermot.
Hoewel de bloedingsziekte als kastanjeziekte bekend staat, komt het bij meerdere boomsoorten voor. Gemeente Alphen in Zuid-Holland heeft de symptomen van de kastanjeziekte ook aangetroffen bij vijftien andere boomsoorten, waaronder de eik, iep en populier.

Advies
Omdat nog niet duidelijk is hoe de bloedingsziekte precies ontstaat en te werk gaat, is ook nog niet
duidelijk of de ziekte kan worden verholpen, laat staan dat bekend is op welke wijze. Het is zinvol om de ontwikkeling van de paardekastanjes momenteel zeer nauwkeurig te volgen en de bomen verder zoveel mogelijk met rust te laten. Voer alleen snoeiwerkzaamheden uit als de kastanjes een gevaar zijn voor de omgeving. Na snoeiwerkzaamheden het gereedschap (alcoholisch) ontsmetten. Hout afkomstig van paardekastanjes is niet geschikt als openhaardhout. Een optimale groeiplaats zowel boven- als ondergronds kan bijdragen aan het voorkomen van de kastanjebloedingsziekte. Afgevallen blad (blijvend) opruimen, draagt bij aan de bestrijding tegen de mineermot en dus indirect tegen de bloedingsziekte. Als de ondergrondse groeiplaats van de paardekastanje te wensen overlaat, kan deze worden geoptimaliseerd. Schimmeldominante humuscompost plus toevoegen (aan de hand van bodembalansanalyse) en een bodemstructuurverbeteraar inbrengen. Hierdoor wordt het bodemvoedselweb geoptimaliseerd én daarmee de weerbaarheid tegen ziekteverwekkers (pathogenen). Door gebruik te maken van pneumatische injectie wordt naast het verbeteren van de bodemstructuur en het bodemvoedselweb, ondergronds de doorwortelbare ruimte vergroot. Toevoeging van schimmeldominante compost bij aanplant helpt de vitaliteit verbeteren en zou zo de boom een hogere weerstand geven tegen de bloedingsziekte (proeven in Den Haag: in 2006 werd schimmeldominante compostthee op zieke paardenkastanjes gespoten. Door de bespuiting breidde de bacterie zich niet verder uit. Nu doet men een aanplantproef met schimmeldominante compost. Bron: Tuin & Landschap 7-2007).

Positief geluid
Teije Bakker, boomtechnisch adviseur bij de firma Copijn (landschapsarchitecten), meldt dat de bloedingsziekte ook bij vitale bomen voorkomt. Een vitale boom heeft namelijk ook voeding voor afbraakprocessen. Volgens hem hebben groeiplaatsomstandigheden geen invloed op de aantasting door de bloedingsziekte. Behandelen tegen de mineermot is verstandig omdat die de conditie van de boom verzwakken. Dit kan momenteel op vier manieren, al dan niet in combinatie: blad ruimen, lijmbanen om de stam, lokkasten in de boom, grond rondom injecteren met Treeguard (een knoflookextract). Bakker heeft echter ook bomen gezien die de bloedingsziekte overgroeid hebben. Ook zijn advies luidt: zorg voor zoveel mogelijk vitaliteit en snoei alleen bij gevaar van uitbreken naar zware takken en dergelijke.

Informatie
Praktijkonderzoek Plant en Omgeving (PPO), heeft speciaal voor de paardekastanje de werkgroep Aesculaap opgericht. Ze brengt de verspreiding van de ziekte in beeld en onderzoekt de oorsprong, werking en bestrijdingsmogelijkheden van de bloedingsziekte. Zie voor meer info www.kastanjeziekte.wur.nl.

Meten is weten
Meer onderzoek zal moeten uitwijzen hoe de bacterie zich verspreidt en langs welke route. Ook hoopt men meer te vinden over factoren die de aantasting beïnvloeden, en natuurlijk hoe de ziekte het best beheerst en bestreden kan worden. Bij navraag blijkt dat de werkgroep Aesculaap nagenoeg niet over gegevens van kastanjebomen op begraafplaatsen beschikt. Mocht u op uw begraafplaats (zieke) exemplaren hebben staan, meld ze dan aan via het meldingsformulier op de website van Aesculaap (www.kastanjeziekte.wur.nl).

Wederopstanding
De kastanje zou symbool staan voor de deugd en de wederopstanding van Christus. Laten we hopen dat deze prachtige soort de bloedingsziekte overwint en de wederopstandingssymboliek voor zichzelf laat gelden.

Sites
www.kastanjeziekte.wur.nl;
www.ppo.wur.nl of www.ppo.dlo.nl: de algemene site van PPO;
www.boomtotaalzorg.nl;
www.boomverzorging.pagina.nl: eenstartpagina met links naar boomtechnisch onderzoek en advies, arboreta, brancheorganisaties et cetera.;
www.insectenweb.nl: met o.a. informatie over aantasting van planten en bomen door insecten;
www.tuinlandschap.nl: nieuws, artikelen en websites over de bloedingsziekte;
www.poelbosbouw.nl: producten voor de bestrijding van de mineermot.

Ada Wille is landschapsarchitect, Mariska Massop is
boomtechnisch adviseur bij van Jaarsveld/van Scherpenzeel

Fotosynthese en mycorrhiza
Fotosynthese is een biochemisch proces waarbij de hogere planten, de meeste algen en sommige bacteriën een deel van het licht als energiebron gebruiken om koolstofdioxide en water om te zetten
in glucose. Uiteindelijk is bijna alle leven op aarde afhankelijk van fotosynthese.
Mycorrhiza betekent schimmelwortel (het Griekse mukès betekent zwam en rhiza wortel.) Mycorrhiza werd ongeveer een eeuw geleden ontdekt door onderzoekers die vaststelden dat wortels, die geheel omgeven waren door schimmelweefsel, toch perfect gezond bleken te zijn. We weten inmiddels dat, vooral op arme bodems, planten met mycorrhiza veel beter groeien dan planten zonder zulke symbiose. Dit wordt verklaard door het feit dat schimmelhyfen veel effectiever naar schaarse elementen, zoals fosfor, kunnen zoeken dan wortels dat alleen kunnen. De belangstelling voor mycorrhiza is de laatste jaren sterk toegenomen bij land- en bosbouwers, vooral ook in verband met herbebossing en het verkregen inzicht dat milieuverontreinigingen de gezondheid van de bomen schaden door juist die mycorrhiza aan te grijpen. En zelfs indien planten kunnen overleven zonder mycorrhiza blijkt dat de planten die wel mycorrhiza hebben, veel minder kunstmest nodig hebben, beter groeien op weinig fertiele bodems en beter bestand zijn tegen zware metalen, temperatuur- en Ph-schommelingen et cetera. Naar schatting heeft 90% van alle planten een of andere vorm van mycorrhiza.