Het gat van Siebelink

Hoe een kleine katholieke begraafplaats tot bedevaartsplaats werd voor de fans van een boekover een streng christelijk gezin.Begraafplaats 'De Wijngaard' kwam in de schijnwerpers door Siebelinks bestseller Knielen op een bed violen."Zo'n hype is leuk, maar het levert tot op heden voor de begraafplaats niets op."

Het gat van Siebelink

© Pauline Prior

Hoe een kleine katholieke begraafplaats tot bedevaartsplaats werd voor de fans van een boek
over een streng christelijk gezin.
Begraafplaats ‘De Wijngaard’ kwam in de schijnwerpers door Siebelinks bestseller Knielen op een bed violen.
“Zo’n hype is leuk, maar het levert tot op heden voor de begraafplaats niets op.”

Jan Erren is al 30 jaar de onbezoldigde beheerder van de RK Begraafplaats van parochie ‘De Wijngaard’, midden in het dorp Velp. Kort voor zijn geboorte verhuisden zijn ouders vanuit Limburg naar de Gelderse plaats Velp. In zijn jeugd was Erren misdienaar. Hij heeft jaren een schoenenbedrijf gehad, en woont nu nog steeds in de drukste winkelstraat van Velp. Hij houdt van humor en een gulle lach. Een arriverende collega-vrijwilliger wordt joviaal gegroet. Erren: “Dertig jaar geleden leek het erop dat de begraafplaats ten dode was opgeschreven. Toen ben ik me ermee gaan bemoeien. Mij leek het logisch dat de plek bij de kerk behoorde en dat voor de aldaar begravenen de spreuk ‘hier zult u ruste ten aller tijden’ inderdaad voor altijd zou blijven gelden. Maar niet iedereen dacht daar zo over, zo bleek tijdens de vergadering die over de begraafplaats gehouden werd en waarbij kerkbestuur, parochieleden en ambtenaren aanwezig waren. De gemeente bleek niet te weten dat er graven voor onbepaalde tijd waren uitgegeven en dat de begraafplaats dus niet zomaar kon worden opgeheven. Uiteindelijk is er een regeling gekomen. De begraafplaats is losgekoppeld van de parochie die toen Onze Lieve Vrouw Visitatie heette, en we zijn een aparte stichting geworden. We vallen nu als kerkelijke stichting onder het bisdom Utrecht. Door de vorm te kiezen van kerkelijke stichting, hoeven we ons niet in te schrijven bij de Kamer van Koophandel maar hebben we wel dezelfde rechten en plichten. Via het bisdom kan de begraafplaats bijvoorbeeld meeliften met de collectieve WA-verzekering. Dat kost vijfhonderd euro per jaar en drukt best zwaar op ons budget, maar het is noodzakelijk.”

Gat in de heg
De lezers van Jan Siebelinks boek Knielen op een bed violen zullen Erren met terugwerkende kracht dankbaar zijn. In dit boek, van de Velpenaar Siebelink waarin zijn streng christelijke vader centraal staat, speelt de katholieke begraafplaats een belangrijke rol. Hans Sievez, de hoofdpersoon van de roman (de naam Sievez is waarschijnlijk afgeleid van Siebelink vader en zoon) groeit op in een sektarisch godsdienstig milieu en komt na een verblijf in Den Haag daar weer onder invloed van. Zijn huwelijk, zijn kinderen, zijn bedrijf (hij is bloemenkweker) en hijzelf gaan daar zwaar onder gebukt. Niettemin houdt hij vast aan zijn godsdienst. Zijn huis en bedrijf grenst aan de katholieke begraafplaats te Velp. Omdat zijn vrouw geweigerd heeft de strengreligieuze christenbroeders van Hans in huis te nemen, kruipen ze heimelijk door het gat in de heg op de begraafplaats om de vader in zijn kas te bezoeken. Op zijn sterfbed wordt Hans’ ‘ongelovige’ vrouw geen toestemming verleend om afscheid van hem te nemen. Hij wordt begraven, uiteraard niet op de katholieke begraafplaats pal naast zijn deur, maar op Heiderust, eveneens in Velp. Knielen op een bed violen verscheen in januari 2005 en werd door recensenten en lezers vrijwel direct omarmd. Het ruim vierhonderd pagina’s tellende boek is een enorme bestseller. Het verkoopt ook nu nog als een trein en wie een exemplaar in de bibliotheek wil lenen, komt op een lange wachtlijst terecht. Voor veel lezers van Siebelinks boek is de heg dé plek waar ‘het allemaal gebeurd is’. De entree van de strengreligieuzen, de bekering van Siebelinks vader. Er is een tijdje zelfs sprake geweest van een soort bedevaartsgevoel, aldus Erren, en bij de heg staat nogsteeds een bak met fleurige blauwe violen en enkele inmiddels gedoofde waxinelichtjes. Erren: “Na het verschijnen van het boek was er veel belangstelling voor de plek. Mensen kwamen met bussen hierheen vanuit alle provincies. Ze keken naar ‘het gat van Siebelink’. Ze huilden soms, brandden kaarsjes en zetten er viooltjes neer. Ik had het idee dat velen ook een strenge, christelijke jeugd hadden gehad en zo een beetje hun verdriet daarover konden kwijtraken.
Later kwamen er mensen van de televisie, de KRO en de EO. Maar ook de kranten. Paul Verhoeven wil er een film van maken. De filmrechten zijn ondertussen ook verkocht. Ach, zo’n hype is misschien wel leuk, maar het levert tot op heden voor de begraafplaats niets op, financieel gezien.”

Pomp
Toen de begraafplaats werd losgekoppeld van de parochie Onze Lieve Vrouw Visitatie is er een nieuwe parochie gevormd die ‘De Wijngaard’ heet en waartoe de begraafplaats nu behoort. Erren: “De stichting heeft de grond, met een oppervlakte van 2400 m², voor 30 jaar in erfpacht, met steeds een verlenging van dertig jaar. Onder parochie ‘De wijngaard’ vallen tien kerken hier in de buurt die zijn samengevoegd. Van al deze parochies had alleen de OLV Visitatie nog een eigen begraafplaats.” Er werd toen alleen nog in familiegraven bijgezet. “De eerste jaren ben ik bezig geweest met het vinden van alle nabestaanden, ik heb er circa 150 kunnen traceren. Ik heb ze allemaal aangeschreven en gevraagd om een jaarlijkse vrijwillige bijdrage. De grafrechten waren ooit betaald, maar de reserveringen van het onderhoud waren in de pot van de kerk gestopt. Vijftig mensen reageerden meteen en stortten een bedrag; uiteindelijk zijn er nu honderd personen die bijdragen in het onderhoud.” “In het open gedeelte, waar voorheen een beheerdershuisje stond, staat nu een urnenmuur. Er komen ook een aantal urnengraven, want voor het plaatsen van urnen is veel belangstelling. Onze tarieven zijn redelijk laag: voor het gebruik van een urnennis voor twee personen voor twintig jaar is de prijs 900 euro. Voor het onderhoud van de begraafplaats betalen mensen 55 euro per jaar en een bijzetting kost 230 euro. Er zou een aantal algemene graven geruimd kunnen worden, maar als er nog grafstenen op staan doen we dat niet. Er zijn erg weinig bijzettingen in familiegraven, de laatste twee waren in 2005. De parochie heeft de restauratie van drie pastoorsgraven gefinancierd. Het leuke gevolg daarvan was dat nabestaanden zelf ook hun eigen graven gingen opknappen.”

De toekomst
“Ik vind het een prachtige plek zo midden in Velp,” zegt Erren trots. “Zo hebben we nog wat groen midden in het dorp. Dat wil ik graag zo houden. Om de juiste sfeer in ere te houden heb ik voor mijn 75ste verjaardag een pomp gevraagd op de begraafplaats. Ik heb namelijk alles al. Ik heb nog twee leuke zaken in mijn leven. Ik ben bestuurslid van de caranavalsvereniging en ik ben beheerder van de begraafplaats. Op de begraafplaats is geen wateraansluiting; om de sfeer erin te houden leek me het mooi om een replica van een oude pomp bij de ingang te hebben staan. Het is een gietijzeren replica geworden uit 1860. Binnenkort wordt de oude ligusterheg vervangen door een mooie taxushaag.” “Het bestuur zou een aanvraag kunnen doen om de begraafplaats op de monumentenlijst te plaatsen, maar dat betekent veel regels en er staan weinig financiële middelen tegenover. Het voordeel van een monumentenlijst is natuurlijk wel dat ze de begraafplaats niet zomaar kunnen ruimen. Ik heb nog een aantal grafboeken waar ik regelmatig in speur om nabestaanden en dorpsgenoten te vinden. Neem het graf van de familie Smeltink. Volgens de tekst op de grafsteen werden er eerst twee ‘huisvrouwen’ in begraven, toen de heer Smeltink zelf en daarna zijn echtgenote. Prachtig toch.” “Ik vind het hier zo mooi, dat als het zover is, ik hier graag begraven wil worden. Want: de familiegrafrechten zijn nog steeds voor onbepaalde tijd.