In een tel kan alles anders zijn

Uiteindelijk is niemand gevrijwaard van het verlies van dierbaren, ook niet als je al dagelijks met sterfgevallen van anderen te maken hebt. Wat is de invloed van een sterfgeval in je directe omgeving op je functioneren op de begraafplaats? Sta je anders in je werk? Maar hoe dan? Wordt het zwaarder? Beleef je alles intenser? Kun je nabestaanden beter begrijpen en steunen? Of staat je eigen verdriet je daarbij juist in de weg?

In een tel kan alles anders zijn

Uiteindelijk is niemand gevrijwaard van het verlies van dierbaren, ook niet als je al dagelijks met sterfgevallen van anderen te maken hebt. Wat is de invloed van een sterfgeval in je directe omgeving op je functioneren op de begraafplaats? Sta je anders in je werk? Maar hoe dan? Wordt het zwaarder? Beleef je alles intenser? Kun je nabestaanden beter begrijpen en steunen? Of staat je eigen verdriet je daarbij juist in de weg?

Jos van Beek (58), opzichter groen in de gemeente Maarssen, waaronder dat op de Algemene begraafplaats, bijt het spits af in een nieuwe reeks persoonlijke verhalen over verlies en ‘gewoon’ door blijven werken. “De dood heeft mijn leven verrijkt.”

“Mijn eerste twee kinderen zijn allebei kort na de geboorte overleden. Dat is nu 35 en 31 jaar geleden. Het waren allebei moeilijke bevallingen geweest en eigenlijk is het een wonder dat we toch nog een zoon, Bob, hebben gekregen. Bob woog bij de geboorte ook slechts een kilo. Mijn toenmalige vrouw was in die tijd meer in dan uit het ziekenhuis. Ik werkte toen alleen nog bij het groen en had nog niet de eindverantwoording voor de begraafplaats. Toen die bij mijn werkzaamheden ging behoren, ben ik ook altijd aanspreekpunt geweest voor de kindergraven. Dat ben ik niet uit de weg gegaan. Ik ga met de familie een kop koffie drinken en zoek samen met hen een goede plek uit, want het begraven van een kind is een groot verlies. Als het in de situatie past, geef ik mijn eigen ervaringen daarbij door. Het verwachtingspatroon, het doorgeven van leven, staat op zijn kop. Ik zeg dan ook tegen nabestaanden: je leven stort nu in, maar het hoort bij de kwetsbaarheid van het leven. Als je een goede relatie hebt, versterkt het de band met je partner, je gaat door een grens met elkaar. Nee, de extra aandacht die ik deze mensen geef, belast me niet. Het komt niet elke week voor en meestal zijn het aardige contacten waarbij je mensen echt kan helpen. Slechts één keer ging het minder goed, maar toen ging het over geld, gesteggel over de financiële gevolgen van de keuze van de nabestaanden. Om half zeven ’s avonds gaf ik ze uitleg over de mogelijkheden en de familie koos toen voor een duurdere plek. Hoe veel duurder zouden ze navragen op het gemeentehuis, want de tarieven veranderen regelmatig en ik weet dat niet allemaal uit mijn hoofd. Ze zijn dat in de hectiek vergeten en kregen een hogere rekening toegestuurd. Ze betaalden wel, maar het had als gevolg dat elke centimeter die bij het graf moest horen werd opgemeten. Maar verleden week was er een vrouw die me achteraf bedankte voor de troost die zij had geput uit mijn woorden. Dat gebeurt niet vaak, dat mensen speciaal terugkomen om te bedanken – het is me eigenlijk maar twee keer gebeurd – maar ach, ik begrijp het wel.

Ik sta open voor de mensen, maar neem hun verhaal niet mee naar huis. Mijn levensmotto luidt: of je nu rijk of arm bent, de dood is voor iedereen gelijk. Zo wil ik ook graag in het leven staan. Bovendien denk ik dat er een volgend leven is. Ik heb twee jaar geleden een herseninfarct gehad, in een honderdste van een seconde kun je dan niks meer. Het kostte moeite, maar ik ging weer aan het werk. En nu is er kanker bij me geconstateerd. Ik voel of merk er niks van, maar weet wel dat je leven er in een tel anders uit kan zien.

Onlangs heeft Bob een kind gekregen in hetzelfde ziekenhuis waar hij geboren is. De verpleegkundige herinnerde zich nog de moeizame bevalling van hem, er was nog een archiefje dat diende als voorbeeld bij bevallingen. Zijn dochter is een mooi geschenk. Je geeft toch je genen en je ideeën over het leven door en dat zie ik als een verrijking. De omgang met de dood hoort daarbij. Mijn persoonlijke ervaringen met dood en leven maken het voor mij niet moeilijker om op de begraafplaats te werken. De dood hoort nu eenmaal bij je zodra je geboren bent. En, sterker nog, de omgang met de dood heeft mijn leven verrijkt.”