Leren

Wie zijn na de nabestaanden de belangrijkste contacten van de begraafplaats? De uitvaartondernemers. In een nieuwe rubriek laten we die aan het woord. Deze eerste keer Jan Bruggeman, uitvaartverzorger in het Gooi.

Leren

© Pauline Prior

Wie zijn na de nabestaanden de belangrijkste contacten van de begraafplaats? De uitvaartondernemers. In een nieuwe rubriek laten we die aan het woord. Deze eerste keer Jan Bruggeman, uitvaartverzorger in het Gooi.

Wie zijn na de nabestaanden de belangrijkste contacten van de begraafplaats? De uitvaartondernemers. In deze rubriek laten we die aan het woord. Hoe verloopt volgens hen het contact met de begraafplaatsen waarmee zij te maken hebben? Hoe kijken zij aan tegen de dienstverlening van begraafplaatsen aan nabestaanden? Zijn daar verbeteringen mogelijk? En hoe zouden begraafplaatsen meer klanten kunnen trekken? Deze eerste keer Jan Bruggeman, uitvaartverzorger in het Gooi.

Familiebedrijf Uitvaartverzorging Van Vuure bestaat al 100 jaar. Oprichter Dirk van Vuure was afkomstig uit de Zaanstreek en vestigde zich in 1896 als verzekeringsagent in Hilversum. In datzelfde jaar werd hij aanspreker bij de Hilversumsche Begrafenisvereeniging. In de jaren dertig van de vorige eeuw bouwde Dirk van Vuure, naar voorbeelden uit het buitenland, een innovatief rouwcentrum in Hilversum. In 1954 werd een tweede rouwcentrum geopend in Bussum en in 1976 een derde vestiging in ’s-Graveland. Deze eeuw kwamen daar nog locaties in Laren, Muiden, Muiderberg en Weesp bij. Onder de naam Van der Heden /IRU regelt het bedrijf internationaal rouwtransport, via de weg of door de lucht. Op verschillende begraafplaatsen heeft Van Vuure de aula of andere gebouwen gekocht, die ze ook verhuren aan derden. Zoals de oude dienstwoning op de Noorderbegraafplaats in Hilversum, die naast rouwkamers ook de mogelijkheid biedt om te overnachten.

De huidige directeur is Martine van Vuure, achterkleindochter van de oprichter. Ze zit ook in het bestuur van Requiem, een brancheorganisatie die is gericht op de kwalitatief hoogwaardige regionale uitvaartverzorgers. Het bedrijf is ook lid van de Selected Independant Funeral Homes (SIFH), de Europese tak van een internationale organisatie voor uitvaartverzorgers, waar alleen de beste uitvaartverzorgers voor worden gevraagd. Lag eerder de focus op het zo goed mogelijk uitvoeren van de werkzaamheden, in de afgelopen jaren is het bedrijf zich ook steeds meer gaan richten op een zo goed mogelijke benadering van de nabestaanden.

Overal inzetbaar

Jan Bruggeman is uitvaartverzorger bij Van Vuure en werkt al 21 jaar bij het bedrijf. Hij is ook, samen met zijn vrouw, koster van de Grote Kerk in Hilversum. Zijn zoon Gert-Jan Bruggeman is algemeen medewerker bij Van Vuure en is o.a. chauffeur en inzetbaar bij diverse werkzaamheden in de rouwcentra.

Bruggeman: “Mijn werkgebied is het Gooi en dan vooral Hilversum – daar regelen we per jaar tussen de 500 à 600 uitvaarten. De verdeling begraven/cremeren is 50/50. Het valt me op dat zeker 90 procent van de mensen precies weet of het een begrafenis of een crematie moet zijn. En ook weten ze dan precies voor welke begraafplaats er gekozen is door de overledene. Een echte minderheid weet het niet, of het maakt ze niets uit. Soms speelt het kostenverschil daarbij een rol. Cremeren is nu eenmaal goedkoper; of je moet al een graf hebben ergens. De graftermijn speelt meestal geen rol bij die keuze, wel of mensen een kerkelijke achtergrond hebben.”

Bruggeman merkt dat mensen steeds meer gaan ‘shoppen’. “Offertes vragen bij twee of zelfs drie ondernemers. Mensen zijn zakelijker en harder geworden, de kosten zijn vaker een issue. Wij zijn transparant over de kosten, onze tarieven staan gewoon op de site.”

Wat de kosten van de begraafplaats betreft, vergissen mensen zich nogal eens over wat de onderhoudskosten inhouden. “Dan denken ze dat hun grafsteen er ook van wordt onderhouden.” En soms rekent een begraafplaats geld voor van alles en nog wat. “Bij sommige begraafplaatsen moet er worden betaald als iemand met de nabestaanden meeloopt om een graf uit te kiezen, en bij andere moet de nabestaanden extra betalen als het zand uit het graf niet in de buurt van het graf komt te liggen tijdens de plechtigheid.”

Het samengaan van gemeenten is voor uitvaartondernemers plezierig. “Dit betekent minder diversiteit in regelgeving. Wel zijn er nog grote verschillen in tarieven tussen gemeenten. Wij geven op onze site dan ook een marge aan van 1.100 à 6.250 euro. Vroeger nam ik een boek mee, waarin alle tarieven en regels van de verschillende begraafplaatsen stonden, nu gaat de update helemaal elektronisch, zodat ik nabestaanden direct antwoord kan geven op alle vragen.”

“De factuur die wij naar de klant sturen bevat alles, ook de rekening van de begraafplaats. Die financieren wij indien nodig voor. Die betalen wij, ook als de klant ons nog niet heeft betaald. De begraafplaats is zo altijd zeker van de betaling; wij dragen het risico van het innen.”

In de mist

“In het Gooi heb ik vooral te maken met gemeentelijke begraafplaatsen en een paar kerkelijke. Bij de kerkelijke zijn de lijnen wat korter, omdat er meestal maar één persoon als aanspreekpunt fungeert. Bij de gemeenten wil dat nog wel eens fluctueren – soms kom ik mensen tegen die ik nog nooit gezien heb.”

“Sinds kort vindt reserveren van het tijdstip van een uitvaart elektronisch plaats in plaats van via de telefoon. Dat gaat even snel, maar het oude systeem van persoonlijk contact hebben sprak me meer aan. Het hield alleen wel in, dat als in het weekeind niemand de telefoon opnam, ik naar de begraafplaats moest rijden om te zien of er tijd was in de agenda.” 

Bruggeman zal zelf begraven worden. De familie heeft een eigen, eeuwigdurend graf op begraafplaats de Bosdrift in Hilversum. Hij houdt van een plechtmatige uitvaart, met dragers in het zwart. Hij beschrijft een begrafenis op een Hilversumse begraafplaats die indruk maakte. “Het was een eenvoudige maar mooie uitvaart. Het was mistig, waardoor de plek waar begraven moest worden verdwenen leek. We liepen naar het graf en hoorden muziek, maar zagen niks. Opeens doemde een doedelzakspeler op. Bijzonder mooi vond ik dat.” 

Bruggeman is eigenlijk alleen maar positief over zijn contacten met begraafplaatsmedewerkers. “En nee, ik zie mezelf als uitvaartleider helemaal niet als klant van de begraafplaats.” Eerder als collega. “Want we moeten elkaar vooral helpen. Zonder elkaar gaat het niet. Een ouwe-jongens-krentenbroodgevoel vind ik daarbij plezierig. Bij een uitvaart is het belangrijk dat alles op rolletjes loopt, dus hoe vertrouwelijker en hoe beter mijn contacten zijn met de mensen van de begraafplaats, hoe fijner dat is. Want om eerlijk te zijn, ben ik ook gewoon opgelucht als een ceremonie weer goed is verlopen. Er zit toch altijd een soort van spanning bij.”