Lichtend voorbeeld

De LOB spreekt van een innovatief initiatief. In Kampen vindt op twee gemeentelijke begraafplaatsen een bijzonder project plaats, dat gericht is op vermindering van de eenzaamheid, en dat navolging verdient.

Lichtend voorbeeld

© Anja Krabben

De LOB spreekt van een innovatief initiatief en wijdde er een webinar aan. De staatssecretaris kwam een kijkje nemen, en de provincie Overijssel gaf ze een prijs. In Kampen vindt op twee gemeentelijke begraafplaatsen een bijzonder project plaats, dat gericht is op vermindering van de eenzaamheid, en dat navolging verdient.

Het begon allemaal met een betrokken beheerder, Benno ten Brinke (52). Hij zag regelmatig mensen die vaker kwamen, vooral (oudere) weduwen en weduwnaars, die graag een praatje met hem maakten en eenzaamheid uitstraalden. (Zie ook De Begraafplaats december 2019, het artikel ‘Eenzaamheid signaleren’.) Hij stapte naar de gemeentesecretaris en zocht samenwerking met regionale welzijnsorganisaties. Zijn idee was eenvoudig: een ontmoetingsplek creëren op de begraafplaats. Doordat alle partijen eensgezind de handen ineen sloegen, leidde dit tot een succesvol initiatief dat de eenzaamheid voor velen werkelijk verlicht. Meerdere betrokkenen vertelden hierover tijdens een door de LOB georganiseerd webinar eind vorig jaar: ‘Van begraafplaats naar ontmoetingspark’.

Samen
Het hielp dat het toenmalig college van B&W van Kampen had besloten prioriteit te geven ‘aan bestrijding van laaggeletterdheid en eenzaamheid als belangrijke onderliggende factoren van zorgvragen.’ Langdurige eenzaamheid heeft vaak fysieke en mentale gevolgen. Subsidieaanvragen die hierop gericht waren zouden voorrang krijgen, zo stond in het coalitieprogramma (2018-2022).

Toch, zo vertelt gemeentelijk beleidsmedewerker Yvonne Kleinbussink tijdens het webinar, kreeg Ten Brinke in eerste instantie te horen dat er geen geld was voor zijn idee. “Op dat moment zat de gemeente financieel gezien in zwaar weer. Dat wijzigde toen ook het rijk ‘eenzaamheid’ als belangrijk onderwerp ging zien. Er kwamen subsidies vrij bij het rijk, wij deden een aanvraag en dat werd gehonoreerd.”

Geld is nodig, maar nog belangrijker zijn medewerking en aanmoediging. Ten Brinke: “Ik zocht draagvlak en verbinding. En vooral samenwerking. Het woord ‘samen’ gebruik ik veel.” De verschillende organisaties in Kampen én de politiek wilden zich volledig inzetten voor dit initiatief. Ook de LOB is onder de indruk in de aankondiging van het webinar: ‘Deze aanpak is beslist innovatief te noemen, omdat dit de eerste keer in Nederland is dat een dergelijk initiatief op zo’n brede schaal, met zoveel participaties, op een begraafplaats plaatsvindt.’

Welzijn Kampen deed onderzoek naar de behoefte en wensen van de bezoekers, vertelt Marianne de Jong van deze welzijnsorganisatie. Zes weken lang stonden koffie en thee klaar en werden bezoekers geïnterviewd. “Dat waren pittige en intensieve gesprekken. Er kwam veel verdriet op tafel. Duidelijk was dat een luisterend oor zeer werd gewaardeerd.” En dat Ten Brinke het goed had gezien, wat nodig was, waren: een plek, koffie en thee en de mogelijkheid je verhaal te kunnen doen. De Jong: “Het college werd uitgenodigd en kwam langs en begreep dat een begraafplaats vaak een vindplaats is waar mensen komen die vastlopen in hun rouw of die vereenzamen. Waarna de burgemeester vroeg: wat hebben jullie nodig?”

Plekken en vrijwilligers
Op begraafplaats Bovenbroek werden meerdere ontmoetingsplekken gecreëerd, vooral buiten: twee prieeltjes en verschillende tafels, stoelen en banken verspreid over het terrein. Veilige en fijne plekken om te ontmoeten, gedenken, troost te vinden en gesprekken te voeren. Bezoekers laten zich het best benaderen als de gastvrouwen zichtbaar aanwezig zijn. Eén prieel is winddicht gemaakt met glas, zodat er ook bij slechter weer gezeten kan worden.

Het vinden van vrijwilligers bleek geen probleem. De Jong: “Eigenlijk hoefden we nauwelijks te zoeken. Er is aandacht geweest in het lokale blad en vrijwilligers meldden zichzelf aan. We hebben er nu achttien. Er zit nu zelfs een stop op.”

Wie met vrijwilligers werkt moet dat professioneel aanpakken, aldus de Jong. Dat betekent een vrijwilligersovereenkomst met ze afsluiten, ze goed begeleiden en mogelijkheden bieden tot verdere ontwikkeling. Er vindt zelfs doorstroming plaats. “We zien dat bezoekers vrijwilliger worden en dat vrijwilligers doorstromen naar een vaste baan in de hulpverlening.”

Verantwoording afleggen aan de gemeente hoort er ook bij. Vrijwilligers doen achteraf digitaal verslag. “De vrijwilliger gebruikt hiervoor een qr-code, identificeert zichzelf, noteert hoe lang hij/zij er heeft gezeten en met hoeveel mensen er is gesproken, en of er is doorverwezen. Door alles te registreren kun je trends en ontwikkelingen volgen over hulpvragen.”

“Het allerbelangrijkste is goed kunnen luisteren,” zegt vrijwilliger Gratia Velema tijdens het webinar: “Zelf ervaring hebben met verlies is wenselijk. En ook moet je gespreksleider kunnen zijn. Er zitten vaak meerdere mensen op de ontmoetingsplek. Dan is het zaak op te letten dat iedereen aan het woord komt en dat er respect is naar elkaar toe.”

De Jong: “En voor de vrijwilligers is het belangrijk dat ze zich gewaardeerd voelen.” Velema: “Dat gebeurt ook. Zeker door de beheerder, maar ook door de gemeente. Op je verjaardag krijg je een ontbijtje van de gemeente bij je thuis bezorgd.”

Klein beginnen
“Trap niet in de valkuil om het meteen groot te willen opzetten,” zegt Kleinbussink. “Houd het klein. Wij begonnen met twee vrijwilligers en zeker niet met elke dag de aanwezigheid van een gastvrouw.” (Of gastheer, 3 van 18 vrijwilligers zijn man.) Inmiddels is op begraafplaats Bovenbroek elke ochtend een vrijwilliger aanwezig, óók in het weekend. Soms is er ook iemand ’s middags. Op een tweede begraafplaats is ook een ontmoetingsplek gecreëerd, daar is op twee ochtenden iemand aanwezig.

De financiering zou geen probleem moeten zijn, meent Kleinbussink. “We hebben een structureel budget van 5.000 euro. En daar kunnen we veel mee doen.” (In het handboek Van begraafplaats naar ontmoetingspark Bovenkerk, zie kadertekst, is een begroting opgenomen.)

Door de week spreken vrijwilligers per dag zeven tot tien mensen, dat kan in het weekend oplopen tot 15 of zelfs 20. Dat zijn niet direct allemaal diepgaande gesprekken. Het begint vaak met alleen gedag zeggen en het uitnodigen voor een kopje koffie. Er moet eerst een vertrouwensbasis worden gelegd voordat bezoekers hun verhaal willen vertellen.

Het succes wordt verklaard doordat hier geen taboe is op rouw, zoals elders in de maatschappij vaak wel het geval is, en door de laagdrempeligheid. Het buiten zitten en zo goed zichtbaar zijn, speelt hierbij een grote rol. Ten Brinke: “Met een plek binnen zou je veel mensen missen en ben je veel minder laagdrempelig. Eén prieel is bewust nabij de ingang langs het hoofdpad geplaatst. Alle bezoekers komen langs dit pad. Het gaat namelijk niet alleen om de mensen die in het prieel koffie komen drinken, maar ook om die 10 à 20 mensen die in die twee uur dat de vrijwilliger er is voorbij komen. Om die met een ‘goedemorgen’ te begroeten en bij vertrek ‘een fijne dag’ toe te wensen.”

En er is meer. Kampen heeft ook het vergroenen en verduurzamen van de begraafplaatsen hoog in het vaandel staan. Want als je mensen wilt ontvangen, doe je dat niet op een verwaarloosde plek. Zo is er op Bovenbroek een pluktuin, een bijenhotel en een houtwal aangelegd en er is een natuurroute. Bezoekers laten ook weten dat ze dat belangrijk vinden. De ambitie is niet minder om Bovenbroek  een groene oase binnen de stad te laten zijn, een plek met een sterke sociale samenhang: van begraafplaats naar ontmoetingspark.

Kampen deelt
In Kampen is het project uitgezet op twee gemeentelijke begraafplaatsen, maar de samenwerking kan ook gerealiseerd worden tussen een bijzondere begraafplaats en een afdeling uit het gemeentelijke Sociaal Domein. Ook dan zijn subsidies mogelijk.

“Subsidie krijg je echter zelden zomaar,” zegt Yvonne Kleinbussink. In Kampen werden ze verplicht een handboek te schrijven plus een procesevaluatie. Het goede nieuws is dat beide zijn te downloaden op de site van de LOB. Evenals de flyer die in Kampen werd verspreid om het initiatief bekend te maken, én een korte introductiefilm over het project. Zo hebben de mensen in Kampen al veel werk uit handen genomen voor wie het initiatief wil navolgen.

De webinar werd door ruim 50 personen gevolgd, velen vonden het een inspiratie en stimulans. Wie het webinar gemist heeft, lees het handboek en de evaluatie en het enthousiasme volgt vanzelf.