LOB presenteert voor het eerst eigen grafonderzoek

Eind maart presenteerde de LOB de uitkomsten van het grafkostenonderzoek 2008, een onafhankelijk grafkostenoverzicht van de belangrijkste tarieven op 740 begraafplaatsen in Nederland. De Begraafplaats vroeg aan de 'hoogste stijger', een 'daler' en een 'gelijkblijver' waarop hun prijsbepaling voor 2008 is gebaseerd.

LOB presenteert voor het eerst eigen grafonderzoek

© Anja Krabben

Eind maart presenteerde de LOB de uitkomsten van het grafkostenonderzoek 2008, een onafhankelijk grafkostenoverzicht van de belangrijkste tarieven op 740 begraafplaatsen in Nederland. De Begraafplaats vroeg aan de ‘hoogste stijger’, een ‘daler’ en een ‘gelijkblijver’ waarop hun prijsbepaling voor 2008 is gebaseerd.

Eind maart was het zover. Na wekenlang cijfers te hebben ingevoerd in de database – vooral door LOB-organisatieassistent Machteld Wafelbakker die enorm veel werk heeft verzet – presenteerde de LOB de uitkomsten van het grafkostenonderzoek 2008. Voor het eerst voerde de LOB dit onderzoek zelfstandig uit. Wafelbakker noteerde de gegevens van 740 begraafplaatsen, 250 particuliere en bijzondere begraafplaatsen en 490 gemeentelijke begraafplaatsen, een aanmerkelijke stijging vergeleken met verleden jaar. Dit jaar deden er vooral meer kleine, kerkelijke begraafplaatsen, waardoor de uitkomsten nog vollediger zijn dan vorig jaar.

Uit de uitkomsten van het grafkostenonderzoek concludeert de LOB (in haar persbericht) dat de grootste stijgingen in grafkosten voorbij lijken te zijn. De gemiddelde prijsstijging dit jaar is 3,6%. Het lijkt er op dat er in 2008 nauwelijks nog sprake is van het doorberekenen van, door de overheid opgelegde, prijsstijgingen om kostendekkendheid te garanderen.

Gevolg was ook dat de presentatie weinig deining teweeg bracht bij publiek en pers, zeker in vergelijking met de jaren daarvoor. Een (LOB-)persbericht met de titel ‘Grafkosten stijgen dit jaar minder hard’ trekt natuurlijk ook minder de aandacht dan de kop ‘Gedwongen crematie vanwege gestegen grafrechten’, zoals een marktpartij (Dela) eind 2005 boven haar persbericht zette. Franc Korsten, penningmeester en plaatsvervangend voorzitter van de LOB, zegt meer dan genoeg journalisten aan de telefoon te hebben gehad, maar die waren vooral geïnteresseerd in de reden waarom de LOB het dit jaar alleen heeft gedaan. (En dit voorlopig ook zal blijven doen.) Korsten: “Dat is vrij eenvoudig. Op deze manier hebben we er meer invloed op dat het echt goed gebeurt. Bovendien vinden we dit zo’n belangrijk onderzoek dat we het als branche-organisatie niet verstandig vinden hiermee met een marktpartij in zee te gaan. Wel stellen we de gegevens beschikbaar aan anderen.”

Zoals aan eerdere ‘partner’ Monuta, die de gegevens van de LOB bracht onder de kop ‘Tien goedkoopste begraafplaatsen zijn kerkelijke begraafplaatsen’. Dat zal overigens weinigen verbazen, wetende dat veel kerkelijke begraafplaatsen met vrijwilligers werken.

AD kopte met ‘Groot verschil grafkosten’ en heeft in het artikel vooral oog voor de dure Haagse regio als het om begraven gaat – wederom: zal het veel mensen verbazen dat Wassenaar tot de duurste begraafplaatsen behoren? -, maar laat ook Franc Korsten aan het woord, die benadrukt dat de prijs van een graf niets zegt over de kwaliteit van de begraafplaats. “Het enige dat we met dit onderzoek beogen, is de kosten van verschillende begraafplaatsen inzichtelijk te maken. We geven geen waardeoordeel. Een goedkope begraafplaats hoeft kwalitatief niet minder te zijn dan een dure. Het kan zijn dat een goedkope begraafplaats met vrijwilligers werkt, terwijl een duurdere gebruik maakt van betaalde krachten. Dat kan het verschil verklaren. Wij beoordelen alleen op prijs. Niet op kwaliteit.”

De hoogste stijger
De enkele uitschieters naar boven, die er ook dit jaar weer zijn betreffen begraafplaatsplaatsen die jarenlang niet of nauwelijks aan prijsverhogingen hebben gedaan en nu een inhaalslag maken. Maar schrijft de LOB geheel terecht in een toelichting op de website: ‘Percentages kunnen een vertekend beeld geven. Een voorbeeld daarvan is de Friese gemeente Dantumadeel, waaronder de gemeentelijke begraafplaatsen in Broeksterwoud, Damwoude, Driesum, Veenwouden en Zwaagwesteinde vallen. Deze gemeente heeft een prijsverhoging ingevoerd van 45,05%. Dat lijkt buitenproportioneel hoog. Maar als er naar de absolute cijfers gekeken wordt, dan gaat het om een prijsstijging van 164,45. De oude prijs was 558,65 (voor een eigen graf?!) en is nu 723,10 euro, een prijs die nog steeds ruim onder het landelijke gemiddelde blijft van 1.784 euro.’

Geldt dit ook voor de allergrootste stijger dit jaar? Deze is te vinden in de gemeente Deventer. Het is de R.K. Begraafplaats Lettele, met een stijging ten opzichte van vorig jaar van maar liefst 71,73%. Penningmeester Journée kan heel goed uitleggen waarom. “Er waren twee redenen voor. Ten eerste kampen we al jaren met tekorten. Ten tweede lagen we met onze tarieven aanmerkelijk lager dan de overige begraafplaatsen in de regio. Dus besloten we dat in een keer recht te trekken.” Ook hij benadrukt dat zo’n percentage niets zegt, omdat de prijs in absolute cijfers nog steeds meevalt. Een eigen graf voor twintig jaar voor een persoon kost nu 845 euro. “En ach, als je bedenkt dat de kosten voor een graf aftrekbaar zijn voor de belasting, dan valt het toch allemaal reuze mee.” (Dat geldt alleen voor de langstlevende echtgenoot, die kan grafrechten aftrekken, red.)

In Lettele zijn circa zes tot acht begravingen per jaar. “Alles wordt met vrijwilligers gedaan,” wil Journée nog kwijt en “wij rekenen  niets voor het onderhoud. Op andere begraafplaatsen betaal je vaak nog apart voor het onderhoud, en apart voor de vergunning om een monumenten te mogen plaatsen, et cetera. Bij ons heb je één prijs en je bent klaar voor twintig jaar.”

De hoogste daler
Een uitschieter de andere kant op is de Parochie Dongen en Klein Dongen-Vaart in Noord-Brabant. Hier is het totale tarief in 2008 terug gegaan met 5,57 % ten opzichte van 2007. De verklaring is heel eenvoudig. De parochie is met een andere grafdelver in zee gegaan, die aanmerkelijk lagere tarieven rekent, vertelt beheerder Kooiman. “En we kunnen het niet maken mensen daar niet van mee te laten profiteren.” De tarieven voor het grafrecht en onderhoud zijn wel gestegen, zegt Kooiman, met iets meer dan 1%, “conform de richtlijnen van het bisdom”, maar omdat het tarief voor het maken van het graf zo sterk is gedaald, met meer dan 200 euro, is de totaalprijs voor een graf met 5,57% afgenomen. Overigens gaat het in Dongen om een eenpersoons eigen graf en heeft de parochie circa vijf begravingen per jaar.

Lettele stijgt met 71,73%, de Parochie Dongen en Klein Dongen-Vaart in Noord-Brabant daarentegen zakt met 5,57%, maar de prijs voor het graf van een persoon is in Dongen altijd nog hoger dan in Lettele. Weer een duidelijk voorbeeld dat percentages en absolute cijfers twee totaal verschillende dingen zijn.

Een gelijkblijver
Een gelijkblijver is de gemeente Noordoostpolder in Flevoland. Die beheert elf begraafplaatsen, buiten die van Emmeloord nog tien dorpsbegraafplaatsen. De reden er dit jaar niets bovenop te doen verklaart beheerder Van der Wal aldus: “We zijn al enkele jaren kostendekkend bezig. Er was dit jaar geen enkele reden de tarieven te verhogen.”

Er zijn binnen de politiek van de Noordoostpolder wel heftige discussies gaande, aldus Van der Wal. “Het CDA bijvoorbeeld vindt dat de tarieven omlaag moeten, maar dat zou geen goed idee zijn. Dan krijg je een jojo-effect. Er wordt tegenwoordig wat minder overleden en begraven, dat is een landelijke trend, dat betekent minder inkomsten. Als je nu gaat zakken in prijs, loop je de kans dat je over een jaar, of twee, weer extra omhoog moet gaan.”

Het tarief is voor alle begraafplaatsen hetzelfde, legt Van der Wal uit, om op dat gebied geen scheve ogen te krijgen. Er wordt ook nauw opgelet dat de voorzieningen zo gelijk mogelijk zijn. “Nagelen heeft bijvoorbeeld een urnenmuur. De andere dorpen willen nu ook een urnenvoorziening. Dat loopt via de dorpsverenigingen, men kan kiezen tussen een urnentuin of een urnenmuur. Overigens heb ik het idee dat het eigenlijk wel meevalt, dat zogenaamde shoppen van mensen, ik denk dat mensen eerder voor andere dingen gaan dan voor de prijs. De ligging bijvoorbeeld. De begraafplaats in Emmeloord is enigszins parkachtig en dat spreekt dan meer aan.”

Toch is dat een reden, het zogenaamde shoppen,  waarom sommige begraafplaatsen liever niet meedoen aan het grafkostenonderzoek. En de negatieve publiciteit van de laatste jaren. Korsten: “Als je het shoppen tegen wilt gaan, kun je dat gewoon in je reglement opnemen, je kunt daar bijvoorbeeld in zetten dat je wilt dat mensen een binding hebben met je kerkgenootschap. Belangrijker echter is dat je bij jezelf nagaat waarom je bang bent mee te doen. Dat je kijkt naar waarom zijn je tarieven zo hoog of zo laag zijn? Is daar een goede reden voor? Kun je het uitleggen? Behalve dat we met het grafkostenonderzoek het publiek zo de mogelijkheid geven een betere afweging te maken bij de keuze van een begraafplaats – het is belangrijk dat de branche transparent is – zorgt het er ook voor dat bestuurders gaan nadenken over hun eigen beleid op dit gebied.” Korsten hoopt dan ook dat er volgend jaar nog meer begraafplaatsen meedoen.

Alle uitkomsten van het onderzoek zijn te vinden op www.grafkostenonderzoek.com. Inclusief een uitgebreide toelichting, onder andere van de diverse kosten en het verschil tussen de diverse graven die er zijn.