Monumenten op de begraafplaats: geld is vaak het knelpunt

Gaat u naar de studiedag Verantwoord omgaan met Funerair Erfgoed, op woensdag 17 september in Dordrecht? Deze vraag stelden we aan drie kleine begraafplaatsen en n grotere. Alle vier hebben ze een monumentenstatus. Tevens vroegen we welke voor- of nadelen die status hen zoal oplevert.

Monumenten op de begraafplaats: geld is vaak het knelpunt

© Pauline Prior

Gaat u naar de studiedag Verantwoord omgaan met Funerair Erfgoed, op woensdag 17 september in Dordrecht? Deze vraag stelden we aan drie kleine begraafplaatsen en n grotere. Alle vier hebben ze een monumentenstatus. Tevens vroegen we welke voor- of nadelen die status hen zoal oplevert.

Oostknollerdam – Kleine algemene begraafplaats uit 1879. Grootte: circa  400 vierkante meter, biedt plaats aan circa tachtig graven, waarvan er 12 vrij zijn. Eigenaar: de plaatselijke begrafenisvereniging. Sinds 2001 staat de hele begraafplaats op de monumentenlijst van de provincie Noord-Holland: alle grafmonumenten, de poort én het tegenoverliggende houten koetshuis, dat nu wordt gebruikt als opslagruimte.

Naar aanleiding van een oproep in dit blad enkele jaren geleden stelde bestuurslid C. van der Klei ons op de hoogte van de plaatsing op de monumentenlijst. Helaas is Van der Klei inmiddels overleden. Met hem is blijkbaar kennis verloren gegaan, want zijn opvolger, de heer E. Klos, heeft nog nooit van de LOB gehoord, laat staan van de studiedag. Het bestuur telt slechts drie leden, vertelt Klos. “Dat is weinig. Het is dan ook een ramp als één ervan plotsklaps overlijdt.”

“Tot nu toe is er niets gedaan met de monumentenstatus,” vervolgt Klos. “Renovaties die er waren zijn betaald door de vereniging.” Hij denkt wel dat het de begraafplaats meer zekerheid biedt voor het voortbestaan ervan. “Vooral als er groot onderhoud moet gebeuren. Het bestuur hoopt het komende seizoen meer activiteit te kunnen ontplooien. Maar daarbij missen wij Van der Klei. Hij was actief in de plaatselijke politiek en kende veel mensen. Oostknollerdam valt onder de gemeente Wormerland, een gemeente die geen ambtenaar heeft belast met monumentenzaken, dus dat wordt nog veel uitzoeken.”

Klein-Zundert – Oude r.k. parochiebegraafplaats Heilige Willibrordus. Grootte: 50 x 50 meter. De kerk en de pastorie staan op de monumentenlijst. In dezelfde aanvraag werd ook de monumentstatus gevraagd voor de oude muur van de begraafplaats en het lijkenhuisje.

Penningmeester Jan Broos: “De bouwstijl van de kerk en de pastorie, die uit 1906 stammen, zijn uniek. Over de begraafplaats werd in het besluit geen uitspraak gedaan. Het bestuur heeft om nadere opheldering gevraagd begin dit jaar, maar de uitslag op dit bezwaar is nog niet bekend. Het duurt vreselijk lang voordat er een antwoord komt op een aanvraag. Je bent zo weer anderhalf jaar verder. Maar als het dak onderhoud nodig heeft omdat er water naar binnen komt, dan kun je zo lang niet wachten.”

Broos denkt dat het voor de begraafplaats positief zou zijn als de monumentenstatus wordt toegekend. “Want we hebben er zelf het geld gewoon niet voor om de oude muur te restaureren. Mij doet die muur niet zoveel, voor mijn part halen we hem weg – er groeien nu trouwens veel planten in -, maar Monumentenzorg schijnt daar een ander oordeel over te hebben. Het lijkenhuisje is wel iets aparts. Het is een huisje waar vroeger mensen zonder geld konden worden opgebaard, maar ook hierbij geldt dat mijn prioriteiten elders liggen. Het werk wordt hier uitsluitend door vrijwilligers gedaan. Die zijn er gelukkig nog, mensen die een paar uur per week aan het werk willen. Als het onderhoud in de toekomst betaald moet worden, zeg voor 60 euro per uur, dan kunnen we dat niet bekostigen. Laat staan een renovatie.” Broos heeft niet gehoord van de studiedag, maar belooft het door te geven aan het bestuur. “Wie weet is het wat.”

Gemert – R.k. parochiebegraafplaats St. Jans Onthoofding uit 1910. De calvarieberg (zes meter hoog, met houten kruizen en stenen beelden), de toegangspoort en de engelbewaarder bij het kinderkerkhofje staan al negen jaar op de monumentenlijst. De begraafplaats is ca. één hectare groot.

De beheerder is met vakantie. Hulpkoster Van Rooy weet niet of de beheerder naar de studiedag gaat. Hij durft ook niet met zekerheid te zeggen op welke monumentenlijst de begraafplaats staat. De LOB kent hij wel.

De calvarieberg is gerestaureerd, gedeeltelijk met geld uit de pot van de Monumentenzorg. Er zijn plannen om tevens een honderdtal graven op de monumentenlijst te krijgen. Van Rooy: “Maar voordat je ze op de lijst kunt zetten moeten ze eerst opgeknapt worden, en dat kost een paar centen. Daarom denkt het bestuur erover om een aantal te ruimen. Als er tien dezelfde graven zijn en van die tien zijn er vijf in slechte staat, dan kun je er toch vijf ruimen? Tenminste, dat is ons idee. Maar al die monumentencommissies vinden dan dat je ze allemaal moet houden. Dat is financieel gezien echter een probleem.”

Sommige graven zullen zeker op de lijst komen; het gaat dan om graven van mensen die hun bijzondere woonhuis of villa ‘in perpeteum’ (voor de eeuwigheid) hebben afgestaan aan de gemeente. In ruil daarvoor is vastgelegd dat de gemeente ‘voor eeuwig’ zorg zal dragen voor hun graf. Van andere graven, die waarschijnlijk op de lijst zullen komen, zal het niet eenvoudig zijn om ze in goede staat te houden, meent Van Rooy. “Bijvoorbeeld de graven van mensen die op deze begraafplaats zijn herbegraven. Vanaf november verleden jaar kunnen mensen op verzoek hier weer begraven worden. Als mensen ervoor kiezen om in het oude graf van hun voorouders begraven te worden en het graf krijgt een monumentenstatus, dan moeten ze het monument in stand houden en er dus ook voor zorgen dat het gefinancierd wordt. Dat kan nog een knelpunt worden. Want Monumentenzorg draagt maar in beperkte mate bij. Bij zeventig procent van de graven is trouwens geen nabestaande meer te vinden, dus dan is het de verantwoordelijkheid van de gemeente Gemert, maar die heeft weer andere prioriteiten.”

“Daarom heeft de parochie de bouwvallige monumenten platgelegd,” vervolgt Van Rooy. “Want het moet natuurlijk niet zo worden dat het gevaarlijk wordt om over op het kerkhof te lopen.” De gemeente wil die monumenten echter wel behouden. “Maar dat betekent dat de gemeentelijke monumentencommissie dan ook voor de middelen moet zorgen. Er zijn zoveel instanties die zich ermee bezighouden, zoals de Heemkundekring en de Heemschut, en die willen alle, dus ook de bouwtechnisch slechte monumenten behouden. Best, maar dan moeten ze ook voor de financiën zorgen, want de parochie heeft zijn geld voor andere zaken nodig. De samenwerking tussen de begraafplaatscommissie en de gemeente is gelukkig wel goed. We hebben veel overleg en het zijn goede gesprekken, maar het probleem blijft toch dat de een wil behouden en de ander de begraafplaats een ordelijk aanzicht wil geven.”
 
Haarlem – Algemene begraafplaats aan de Kleverlaan. Oppervlakte: 8,5 hectare. Heeft circa 7500 graven. Sinds 1999 staan het parkgedeelte, de bijzondere gebouwen (zoals het mausoleum, de rooms-katholieke kapel, een steenhouwershuisje en de abri) en zeven grafmonumenten op de rijksmonumentenlijst.

Bekende landschapsarchitecten hebben hun naam aan deze begraafplaats verbonden. De begraafplaats dateert uit 1828, naar een ontwerp van J.D. Zocher jr., en is twee keer uitgebreid, in 1887, naar een ontwerp van Louis Paul Zocher (de zoon van) en in 1912, toen L. Springer voor het ontwerp tekende. In het park staan nog enkele bomen uit de tijd van de ontwerpers.

De Zochers ontwierpen de begraafplaats in Engelse landschapsstijl. De uitbreiding van Springer is functioneler en zakelijker, met een indeling van symmetrische cirkels en een economische grafindeling. Tevens kreeg de Kleverlaan een nieuwe ingang. Inmiddels was de begraafplaats binnen de stad komen te liggen; verdere uitbreiding zou niet meer mogelijk zijn.

Volgens een plan van de gemeenteraad uit 1968 had de begraafplaats langzaam buiten gebruik moeten raken, door het oude gedeelte voor begraven te sluiten en in het nieuwe gedeelte uitsluitend bijzettingen toe te laten. Dit leidde echter tot zoveel protesten, dat de plannen niet zijn uitgevoerd.

Het mausoleum, met 250 wandgraven en centraal in het gebouw een columbarium, is drie jaar geleden gerestaureerd. Beheerder Harry Boelé: “Een verbouwing uit 1973 is ongedaan gemaakt. Toen hadden ze een verlaagd plafond aangebracht en een aantal straalkacheltjes geplaatst. De hele structuur van het gebouw was door die opknapbeurt teniet gedaan.”

Boelé noemt het staan op de monumentenlijst gunstig. “Het is het behoud van de begraafplaats voor de toekomst.” Dat wil trouwens niet zeggen dat er daardoor ook opeens financiële middelen beschikbaar zijn voor het onderhoud. Boelé: “Ik heb een brief gekregen van de afdeling Monumentenzorg van de gemeente Haarlem dat er tot 2005 geen geld is. Het hek bijvoorbeeld staat al zeven jaar op een investeringslijst. Aan de andere kant hebben we voor de restauratie van de gietijzeren brug anderhalf jaar geleden veel geld gekregen. Die kan nu weer honderd jaar mee.”

“Ik hou er van om de verscheidenheid in de funeraire cultuur te laten zien. Drie keer per jaar zijn er rondleidingen op de begraafplaats, dan hebben de mensen op verschillende plekken ook wat te zien. Ik werk 27 jaar op de begraafplaats en hoeveel bijzondere hekjes ik in de loop der jaren uit onwetendheid al heb weggegooid… Dat vind ik nog steeds jammer. Ik knap ze nu vaak op, een beetje Hammerite doet wonderen. Soms gebruik ik ze ergens anders als hekje, maar vaak laat ik ze ook gewoon staan.”

Waarom staan er zo weinig graven op de monumentenlijst? “Haarlemse graven zijn over het algemeen niet zo uitbundig en bijzonder, daarom hebben we maar een klein aantal graven op de lijst laten zetten. Het voordeel: die kunnen we goed onderhouden. Met hulp van anderen. Het graf van de schaatser Jaap Eden wordt bijvoorbeeld onderhouden door een Stichting van Vrienden van Eden. De graven van de beide Zochers, de ontwerpers, bestaan uit twee kleine steentjes. De letters hebben we laatst door een firma laten doen. Zo doen we elk jaar iets.”

Boelé vindt niet dat je het onderhoud aan monumenten door nabestaanden kunt laten betalen door bijvoorbeeld de tarieven te verhogen. “We zouden ons compleet uit de markt prijzen. De begraafplaats fungeert tevens als park – en parken kosten de gemeenschap nu eenmaal geld.”

Vanwege werk moest Boelé de eerste studiedag missen, maar naar de tweede, op 17 september, gaat hij wel. Hij heeft er geen bepaalde verwachtingen bij. “Ik hoop er gewoon veel van op te steken. Het enige waar ik wel eens mee zit is, hoe weet je welk monument bijzonder is om te bewaren? Ik kan een bepaald graf wel heel mooi vinden, maar misschien hebben ze er daar op Zorgvlied wel meerdere en mooiere van. Wat dat betreft heb ik wel iets opgestoken van het bezoek van Wim Zaalberg verleden jaar. (In het kader van de actualisering van het monumentenregister, P.P.) Die zei: je moet kijken wat voor jouw begraafplaats bijzonder is.”