Nait soezen mor doun!

Bij ons werken twee vrouwen in de buitendienst, de teamleider buitendienst is vrouw en ik ben van beleid, dus de vrouwen hebben het bijna voor het zeggen bij ons, mailde Roelke Nienhuis van de gemeente Eemsmond, zodra bekend was geworden dat wij een vrouwennummer zouden maken.

Nait soezen mor doun!

© Pauline Prior

Bij ons werken twee vrouwen in de buitendienst, de teamleider buitendienst is vrouw en ik ben van beleid, dus de vrouwen hebben het bijna voor het zeggen bij ons, mailde Roelke Nienhuis van de gemeente Eemsmond, zodra bekend was geworden dat wij een vrouwennummer zouden maken.

Enkele uren later mailde ook haar collega van de buitendienst, zonder dat Nienhuis dat wist, naar ons: ‘Binnen de gemeente Eemsmond verkeren wij in een unieke positie. We werken met vier dames bij het groen. Misschien is dit een leuke aanleiding om een “totaal interview” te houden met ons?’ We werden nieuwsgierig, en zeiden dus ja.

De vrouwen zijn niet in de meerderheid in de gemeente Eemsmond – de hele groengroep bestaat uit 14 mensen – maar bijzonder is dat er twee vrouwen aan het hoofd staan en twee vrouwen als grafdelver werken. Aan het hoofd van de groengroep staat teamleider Corrie Smits (44), zij coördineert alle werkzaamheden omtrent de begraafplaatsen. “De aansturing en coördinatie van het begraven is mijn verantwoordelijkheid. Via het gemeentehuis krijg ik de benodigde gegevens binnen, zoals wie is overleden en waar deze persoon begraven moet worden binnen de gemeente.” Tanja Kobes (42) en Karla Welmers (39) zijn hovenier en grafdelver. Ze werken ook in de plantsoenen en parken maar het meest op de begraafplaatsen.

Roelke Nienhuis (49) werkt op het gemeentehuis, bij de afdeling beheer en beleid. Zij geeft opdrachten aan de buitendienst, een deel van haar taak is het groen op de begraafplaatsen. Tanja en Karla werken vanaf 1990 in het groen in Eemsmond. “We werken al zo lang in deze mannengroep, we weten niet anders.” Ze zijn de mannengrappen gewend, zeggen ze. “We zijn zelf ook wel een beetje rouwdouwers en kunnen goed van ons afbijten als dat nodig is.” De sfeer binnen de groep is in de loop der tijd wel iets veranderd. “In het begin zag je mannelijke collega’s nog wel eens om 11.00 uur een biertje pakken, daar deden wij nooit aan mee. Nu doet niemand dat meer.” Groepsleider Corrie Smits vult aan: “Dat lag niet aan hun komst, maar aan een veranderd beleid vanuit het gemeentehuis. Het heeft natuurlijk ook geen uitstraling, want we willen werken als professionals.” Zowel Tanja als Karla hebben het reuze naar hun zin, zeggen ze. “We werken lekker buiten, en de groep bestaat, over het algemeen, uit leuke collega’s.” Corrie beaamt de goede sfeer. Het verschil man en vrouw is eigenlijk niet echt belangrijk. “Het is voor ons vanzelfsprekend dat we geheel meedraaien. Wij kijken niet meer raar op van werkzaamheden die door anderen misschien niet als ‘damesachtig’ worden gezien. Daarbij zijn wij allen nuchtere Groningse dames die uitgaan van het motto: Nait soezen mor doun! (niet zeuren maar doen). Karla en Tanja doen alle begrafeniswerkzaamheden, van delven tot begraven en dichtgooien van het graf. Ze doen niet onder voor de mannen en ze schrikken niet snel terug voor een onverwachte gebeurtenis.” “Bijvoorbeeld,” vervolgt ze, “voor het graven van een nieuw graf kijken de dames altijd grondig naar de bodemstructuur. Er zijn plaatsen waar een enorme zanderige ondergrond ligt zodat het wel eens voorkomt dat een vers gegraven graf ‘bezoek krijgt’ van het naastgelegen graf. We proberen dit uiteraard zoveel mogelijk te voorkomen maar dit lukt niet altijd. Door ervaring en trucs (kleine hulpmiddelen) komt het eigenlijk altijd goed. Ik heb twee dappere, ook mentaal sterke dames aan het werk waar ik trots op ben.” Als Corrie dan toch een ’typisch vrouwelijke’ eigenschap zou moet bedenken, waarmee zij zich onderscheidt van mannelijke collega’s, dan is het dit: “Misschien is het een verdienste van mij dat ik eerder de psychische belasting, die nu eenmaal bij dit werk hoort, constateer en erover praat.”

Wat
Gemeentelijke begraafplaatsen Eemsmond, provincie Groningen, vlakbij de Waddenzee. De gemeente telt 16.533 inwoners. Het is qua oppervlakte een van de grootste gemeenten in ons land, omdat ook een stuk van de Waddenzee en de eilanden Rottummerplaat en Rottumeroog erbij horen.
Aantal begraafplaatsen
11.
Totale oppervlakte
Alle 11 samen: circa 163.264 m².
Soort graven
Eigen graven, 1 diep, uitgifte voor 30 jaar meest voorkomend. Maar langer, tot en met 100 jaar, kan ook. Reserveren is niet mogelijk. Er wordt op rij begraven. Ook mensen die vanuit gemeentewege worden begraven krijgen een graf van 1 diep.
Asbestemmingen
Urnengraven op 6 begraafplaatsen. Asverstrooiing is toegestaan op openbare grond, behalve op schoolpleinen, verharde delen van de weg en in stilstaand water. Er zijn 7 strooivelden op de begraafplaatsen.
Aantal vrouwen op de begraafplaats
4
Toekomst
Over 10 jaar zijn de begraafplaatsen vol, maar 2 of 3 diep begraven is niet aan de orde. Roelke Nienhuis: “Er is voldoende ruimte om uit te breiden, bovendien krimpt de bevolking. Wel heeft de gemeente het voornemen de leges en het levenslang onderhoud te veranderen. In het verleden viel daar zelfs het schilderen van de graven, het onderhoud van de kettingen en het rechtzetten van de stenen onder.”
Bijzonder
De zogenaamde ‘armenlappen’. Dat zijn stukjes grond op de begraafplaats waar de armen werden begraven. Meestal zonder monument, soms met een houten paal op het graf, daar zijn er nog enkele van.