Nu handelen voor de toekomst

Nederland vergrijst, en dus neemt de sterfte toe. Ook worden mensen steeds ouder. In het jargon van de statistici heet dat 'de bevolkingsprognose gaat uit van een verhoogde gemiddelde levensverwachting'. Maar wat betekenen de verwachte sterftecijfers tot 2020 voor uw begraafplaats op de lange en korte termijn? Beslissingen nemen voor de toekomst blijft lastig.

Nu handelen voor de toekomst

© Pauline Prior

Nederland vergrijst, en dus neemt de sterfte toe. Ook worden mensen steeds ouder. In het jargon van de statistici heet dat ‘de bevolkingsprognose gaat uit van een verhoogde gemiddelde levensverwachting’. Maar wat betekenen de verwachte sterftecijfers tot 2020 voor uw begraafplaats op de lange en korte termijn? Beslissingen nemen voor de toekomst blijft lastig.

Gemeenten groeien en krimpen in. Om een voorbeeld te geven: Amsterdam is de laatste jaren uitgebreid met vele nieuwe wijken toch is de bevolkingsaanwas niet gestegen. Door de welvaart is de bevolking groter gaan wonen en gebruikt men per persoon meer vierkante meters. Een ander voorbeeld: in  Zeeland is de bevolking veelal weggetrokken van het platteland naar de steden, hierdoor is de bevolking erg vergrijsd, maar tevens is het zo dat mensen in Zeeland gemiddeld ouder worden dan in andere delen van het land. Het zijn zaken die meegenomen worden bij prognoses voor de toekomst. Maar wat betekenen dergelijke cijfers en gegevens voor uw begraafplaats op de lange en korte termijn? Kijken naar cijfers en naar aanleiding daarvan beslissingen nemen voor de toekomst is een lastig vraagstuk.

Onderzoeksbureau
Bij een onderzoek naar de cijfers wordt uitgegaan van een aantal vragen, methodes en aannames. Het is belangrijk om de vraagstelling duidelijk te hebben en eigenlijk is het inschakelen van een onderzoeksbureau hierbij onontbeerlijk. De grotere gemeenten hebben  hiervoor een budget en vaak ook een speciale afdeling. In het grotere geheel past dan tevens een onderzoek naar de sociale geografie van de begraafplaats. De kleinere gemeenten en de kerkelijke begraafplaatsen zullen zich moeten afvragen wat ze kunnen winnen met een onderzoek. In sommige gevallen kan een klein aantal adviesgesprekken al voldoende zijn en is een ingewikkeld onderzoek niet noodzakelijk om tot een kansberekening te komen van noodzakelijke investeringen en eventuele uitbreidingen. Bij het berekenen van de prognoses zijn de uitkomsten redelijk betrouwbaar, omdat het makkelijker is sterftecijfers te voorspellen dan geboorten. Over het algemeen is het geven van cijfers voor twintig jaar vooruit het maximale, daarna worden ze al snel minder juist.

De statistieken
De verwachte ontwikkeling van het gemiddelde aantal mensen dat zal overlijden in Nederland, met als index het jaar 1998, die gelijk wordt gesteld op 100. In 1998 was de totale bevolking 15,7 miljoen. In de prognose voor 2050 wordt deze geschat op 18 miljoen, waarvan 6 miljoen van allochtone afkomst (eerste en tweede generatie). Bron: CBS.

1998 – 100
2000 – 103
2005 – 108
2010 – 113
2015 – 119
2020 – 125
2030 – 142
2040 – 158
2050 – 162

Als u nu denkt dat u goed zit als u de capaciteit van uw begraafplaats eenvoudigweg met zestig procent verhoogt, dan is dit geen juiste aanname. Want per regio of begraafplaats spelen er specifieke zaken mee zoals bijvoorbeeld uitbreiding van bepaalde gebieden en/of stadswijken, een vernieuwing van de aula.

Wanneer neemt een gemeente of een begraafplaats een onderzoeksbureau in de arm, en wat kunnen daarvan de resultaten zijn? Om u een idee te geven volgen twee casussen. Ter ondersteuning van het gemeentelijk beleid met betrekking tot begraafplaats en crematorium De Essenhof wilde de gemeente Dordrecht een prognose van het aantal crematies en begravingen in de komende jaren. Met de vraag of een extra crematorium in de provincie Zeeland rendabel zou zijn, wilde de gemeente Middelburg een prognose van het aantal crematies in de nabije toekomst.

Dordrecht
Begraafplaats en crematorium De Essenbos wilde van het Sociaal Geografisch Bureau een prognose van het aantal crematies en begravingen voor de komende jaren, tot 2015. Hierbij diende ook rekening gehouden te worden met het aantal sterfgevallen in de verschillende aangrenzende gemeenten in de Alblasserwaard, Oost IJsselmonde en de Hoeksche Waard. De vraag hierbij was hoeveel overledenen van deze gemeenten in de Essenbos gecremeerd zouden worden, rekening houdend met het feit dat sommige crematies uiteraard ook in bijvoorbeeld Rotterdam zouden kunnen plaatsvinden.

Onderzoeker Jos van der Linden: “Het rapport geeft inzicht in de toekomstige ruimtebehoefte c.q. ruimteclaim en het ruimtebeslag van algemene en eigen graven. Het rapport geeft inzicht in de ontwikkeling van het aantal gecremeerden en begravenden. De prognose kan mede gebruikt worden bij de afweging tot investeringen. De financiële begroting die de begraafplaats kan maken is sterk afhankelijk van het te verwachten aantal crematies, vandaar dat het rapport de begraafplaats steunt in het maken van hun kostenberaming.”

Enkele cijfers
Enkele cijfers uit het rapport
Statistieken maken gebruik van drie verschillende varianten, de bovengrens, het gemiddelde en de ondergrens. Om het eenvoudig te houden volgen hierbij alleen de gemiddelde cijfers.

In Dordrecht zal het aantal sterfgevallen tot 2015 met elf procent stijgen. Een stijging van 1179 in 1998 tot 1300 in 2015. Op de lange termijn zal in 2040 een toename zijn tot 1770 overledenen. Dit komt omdat rond die tijd de naoorlogse geboortegolf een leeftijd met hoge sterftekans heeft bereikt.

In 1998 werden 56 van de 100 overleden Dordtenaren gecremeerd. In 2015 zal dat getal bijna exact hetzelfde zijn, de prognose is 58. Rekening houdend met de crematoria in de buurt zal het totaal aantal crematies op de Essenhof oplopen van 850 in 1995 tot 1188 in 2015. Het aantal begravingen zal bijna hetzelfde blijven, 527 in 1995, voor 2015 is de prognose 528.

Conclusie: Het aantal plechtigheden op de Essenbos zal conform de middenvariant tussen 1998 en 2015 stijgen met ongeveer 235. Bij de toegenomen plechtigheden gaat het echter bijna uitsluitend om crematies. In 2015 zal naar verwachting twee derde van de plechtigheden op de Essenbos uit crematies bestaan, dit is een groei van het aantal crematies van twintig procent. Het aantal begravingen blijft ongeveer hetzelfde.

Gevolgtrekkingen
Wat doet De Essenhof naar aanleiding van zo’n rapport? Manager Arie van Kooten vertelt dat dergelijke rapporten van belang zijn bij de keuzes die moeten worden gemaakt in verband met de begraafcapaciteit op de begraafplaatsen. Van Kooten: “Dit is een belangrijk bedrijfsgegeven omdat je hiermee rekening kan houden met soms hoge investeringen die nodig zijn om grafakkers te ruimen en weer opnieuw in te richten. Voor crematies geldt hetzelfde. Als gevolg van deze cijfers hebben wij in 1992 een tweede crematieoven geïnstalleerd. Dit betekent dat we voorlopig vooruit kunnen.”

“Belangrijk is ook dat bij een stijgend aantal plechtigheden de aula en condoleancevoorzieningen voldoende zijn. Je kan wel met één oven bijvoorbeeld twaalf crematies uitvoeren, maar het houden van een plechtigheid en daarna een condoleance vraagt tijd en ruimte. Dat wordt dan het knelpunt. Om deze reden hebben we dan ook inmiddels een kleine aula extra in gebruik en zijn er mogelijkheden nog meer ruimte in de toekomst te creëren.”

Maar dat is nog niet alles,” vervolgt Van Kooten. “Bij het stijgen van het aantal crematies moet je er ook rekening mee houden dat er meer vraag komt naar asbestemmingen. Ook hierbij moeten investeringen in de begroting worden verwerkt, om niet verrast te worden door
plotselinge dure lasten door bijvoorbeeld het plaatsen van een urnenmuur. Zo zijn er eigenlijk verschrikkelijk veel zaken die aan de hand van een dergelijke rapportage het bedrijfsbeleid bepalen voor de toekomst.”

Middelburg
De gemeente Middelburg telt negen begraafplaatsen. In het beleidsplan 2001-2030 van de gemeente staan, geboekstaafd met cijfers, vele uitgebreide onderzoeken, waaronder een onderzoek naar de capaciteit van de verschillende begraafplaatsen. Hieruit blijkt dat vijf van de negen begraafplaatsen zo goed als vol zijn. In het rapport wordt ingegaan op de voordelen van het ruimen en opnieuw uitgeven van oude graven, maar de vijf begraafplaatsen drukken zo’n groot stempel op het budget, dat de onderzoekers menen dat hierdoor het resultaat op langere termijn ook negatief blijft. Dit komt mede doordat de begraafplaatsen van de verschillende dorpen niet kostendekkend zijn en met verlies zullen werken. Het crematorium kan dit compenseren. De vraag is ontstaan of er nog een crematorium in Zeeland bij moet komen. Om op de vraag ‘is het zinvol om in 2015 in Goes een nieuw crematorium te bouwen?’ een antwoord te krijgen is onderzoeksbureau Scoop ingeschakeld, die een onderzoek heeft gedaan naar de aantallen te verwachten crematies.

Uit het onderzoek blijkt dat het aantal crematies in 2002 niet zal groeien omdat de Zeeuwse bevolking door het relatief groot aantal gereformeerden uit overtuiging niet in meerderheid zal kiezen voor cremeren. Daarom zal de capaciteit van de twee crematoria in Zeeland genoeg zijn. Een nieuw crematorium zou leiden tot een percentage crematies van meer dan dertig procent van de sterfgevallen en daarmee zal de economisch rendabele grens van 500 crematies per jaar dicht genaderd worden. Hierdoor verwachten de onderzoekers de eerste tien jaar een negatief resultaat van meer dan twee miljoen euro. In de jaren van 2006-2015 verwacht ze een positief resultaat van in totaal € 650.000,- waarna ná 2025 het crematorium weer in de plus zal komen. De onderzoekers verwachten dat bij financiële reserveringen in een  speciaal hiervoor opgericht fonds het saldotekort beperkt zal blijven. Met dit onderzoek geven ze aan dat het waarschijnlijk financieel niet rendabel is om een nieuw crematorium in Zeeland te openen.