Nu nog een crematorium

Ze hebben al een uitvaartonderneming plus rouwkamers, een uitvaartwinkel en een begraafplaats, de gebroeders Huub en Jan Bovens uit het Limburgse Heer. "Nu nog een crematorium en dan hebben we alles compleet op begraafgebied."

Nu nog een crematorium

© Pauline Prior

Ze hebben al een uitvaartonderneming plus rouwkamers, een uitvaartwinkel en een begraafplaats, de gebroeders Huub en Jan Bovens uit het Limburgse Heer. “Nu nog een crematorium en dan hebben we alles compleet op begraafgebied.”

Het familiebedrijf startte met de grootouders van de gebroeders Bovens. Zij hadden een boerderij op dezelfde plek waar de begraafplaats nu is. Een gedeelte van hun terrein schonk grootvader Bovens in 1920 aan de kerk, voor een aanleg van een begraafplaats. De oudste boom op de begraafplaats, een Catalpa van 125 jaar oud – die overigens op de monumentenlijst staat -, stond eerst op het boerenerf van hun grootvader. De zoon van grootvader Bovens, de vader van Huub en Jan Bovens, was koster. Om geld bij te verdienen was hij tevens de begrafenisondernemer van het dorp. Heer hoorde toen nog niet bij de gemeente Maastricht en had ongeveer tweeduizend inwoners.

Vijfenzeventig jaar later kwam de begraafplaats weer in handen van de familie. Huub: “Toen Heer bij de gemeente Maastricht werd gevoegd ben ik gaan vragen of ze de begraafplaats niet wilden privatiseren. Na bijna tien jaar praten met de gemeente is het eindelijk gelukt de begraafplaats over te nemen. Dat was in 1995. Door de privatisering hebben we rechten en plichten gekregen. De gemeente heeft nu niets meer over de begraafplaats te vertellen, al zijn er wel afspraken gemaakt over de tarieven. We hoefden geen overname te betalen, maar aan onderhoud was weinig gedaan. Het onkruid groeide meters hoog. Het eerste jaar hebben we 165 stenen opgeknapt en gedeeltelijk geruimd. Het tweede jaar hebben we 50.000 gulden geïnvesteerd. De kapel is onder andere opgeknapt en we hebben een muziekinstallatie aangelegd. Met de overname kregen we alle zaken die horen bij een begraafplaats erbij, dus ook de slecht bijgehouden administratie. Die doe ik nu zelf op de zondagmiddag.” Toen de begraafplaats nog in gemeentelijke handen was waren er vijftig begravingen per jaar, tegen ongeveer honderd nu, vertelt hij. “Dat is een teken dat mensen tevreden zijn, dat ze graag bij ons begraven willen worden. Qua ruimte kunnen we zeventig jaar vooruit, we hoeven dus niet na te denken over uitbreiding. Er zijn 2376 overledenen in 800 graven. De begraafplaats is 2.3 ha groot. Eens per jaar ruimen we een stuk of tien graven.”

Op de begraafplaats hebben Molukkers hun eigen veld en er staat ook een Indië-monument. Jan: “Je moet respect hebben voor de overledenen, ieder mens is een mens, en iedereen mag hier begraven worden.” Het Indië-monument is een erfenis van de gemeente en zou door een scholengemeenschap onderhouden worden. “Maar dat doen ze niet,” zegt Jan.

Volgens de gebroeders Bovens is de mentaliteit in Limburg anders dan in het grootste deel van de rest van het land. Jan: “Er heerst een meer Belgische, dat wil zegger lossere en katholiekere mentaliteit.”Ook de prijzen zijn anders. Huub: “Ik vind het schandalig, die dure prijzen die ze elders vragen. Vandaar dat onze prijzen zo laag mogelijk blijven.” In het algemeen is begraven en cremeren veel te duur, meent Jan. “Dat merk ik aan de mensen. Directeuren van andere begraafplaatsen staan ervan te kijken, maar we werken gewoon mee en delven ook de graven. We hebben geen secretaresses en geen administratieve krachten, dat doen we allemaal zelf.  We werken met oproepmedewerkers en huren voor het groenonderhoud een bedrijf in. Inhuren is goedkoper, omdat het seizoensarbeid is.” Eigenlijk doen de gebroeders alles zelf, ook het afleggen, vertelt hij.

Uitvaartwinkel
Jan: “Sinds anderhalf jaar hebben we uitgebreid met enkele rouwkamers en met een uitvaartwinkel. Geïnspireerd door uitvaartbeurzen in Spanje en Frankrijk bedachten we een strategie. Onze artikelen bestellen we bijvoorbeeld in het buitenland, in Duitsland, Italië, Engeland, Frankrijk en België. Daar zijn de prijzen veel lager dan in Nederland. Het verschil is zo groot, dat wat andere Nederlandse uitvaartbedrijven als inkoopprijs hebben, bij ons de verkoopprijs is. Bijvoorbeeld, een ‘Pim Fortuyn-kist’ verkoop ik voor slechts 2220 euro. Je kunt zelfs Hollandse kisten beter in het buitenland kopen, ook dan ben je goedkoper uit. We houden alles in eigen hand, we zijn gewoon goede inkopers. Je moet de vakbeurzen in het buitenland goed in de gaten houden. Wij gaan naar Parijs en Italië en binnenkort naar de beurs in Portugal.”
 
Huub vult aan: “De beurs in Utrecht vind ik niks. Vroeger kregen kunstschilders subsidie. Nu gaan ze zich toeleggen op opdrachten voor het beschilderen van kisten en begrafenisfeesten. Ik word ‘zeeziek’ van hun prijzen.” Ze hebben hier wel eens een blauwe kist gekocht maar die moeten ze nog verkopen, vertellen ze. “Hier in Limburg is de cultuur natuurlijk ook anders.”

Jan, de meest zakelijke van de twee, over de winkel: “Het is geen Albert Heijn, maar er komen elke dag mensen. Als je ze maar eenmaal een keer binnen hebt, dan zien de mensen wat je te bieden hebt en dan komen ze vanzelf terug als ze het nodig hebben. Mijn voorbeeld zijn de uitvaartwinkels in Frankrijk, waar je kisten kunt uitzoeken en het altijd goedkoper is. Ook hier worden kisten het best verkocht, en spullen voor Allerzielen. Laatst was er een mevrouw die naarstig had gezocht naar een hond voor op het graf van haar verongelukte zoon. Had ze in Amsterdam na lang zoeken een klein hondje kunnen vinden. Wij kopen voor onze winkel dan een hele roedel in op de beurs in Parijs.” Mocht de kerk ooit niet meer te gebruiken zijn, zo zegt Jan, dan schuiven ze de stellingen in de winkel opzij en gaan de broers ook uitvaartdiensten houden. De winkel heeft een uitgang naar de begraafplaats.

Toekomstplannen
Crematoriumplannen, ook die zijn er, al willen de gebroeders Bovens er nog niet te veel over kwijt. Jan: “De planning ligt er, maar wanneer het crematorium er komt houden we liever als verrassing. Dan hebben we alles compleet op begraafgebied. En dan kunnen we daar ook een goedkopere prijs voor in rekening brengen. Ik vind het schandalig dat bij een crematie alles zo strikt op tijd gaat en voor alles apart betaald moet worden. Een crematie kost hier nu 760 euro, terwijl het in België 440 euro is. Ook hoef je in België niet voor alles extra te betalen.” Ze vertellen dat ze laatst een geschikt lapje grond konden kopen. “Maar dat kostte 20 miljoen euro, dus dat ging niet door. We blijven zoeken.”

Of de achthonderd crematies per jaar, nodig om een crematorium renderend te maken, gehaald kunnen worden, vinden de gebroeders Bovens niet het belangrijkste. Jan: “Voor ons hoeft het allemaal niet zo groot. Voor het opzetten van een crematorium heb je vier miljoen euro nodig en daar valt over te praten. Het probleem is vooral de plek en de vergunning. Voordat je een milieuvergunning hebt en toestemming van de landstichting ben je al gauw tien jaar verder.”

“We hebben best wel veel media-aandacht gehad de laatste tijd,” vervolgt hij. “In verband met de opening van de uitvaartwinkel. Dat genereert meer werk, vooral uit de mijnstreek. Ieder mens is hier welkom. En als we er ook nog een mooie steen bij verkopen, is dat mooi meegenomen. De hoeveelheid uitvaarten kunnen we nu goed aan. We zouden zelfs meer begravingen op de begraafplaats aankunnen. Ook dan blijft de organisatie zoals hij nu is en houden we alles zelf onder controle. Voor hobby’s of andere zaken is echter nog maar weinig tijd, die hebben we dan ook niet. Gelukkig wonen we vlakbij. Ik ben altijd weer blij als ik bij de vrouw en de kinderen ben.”

De personen
Namen: H.M.J. (Huub) Bovens (58) en J.M.G. (Jan) Bovens (43)
Opleiding: Huub: “Toen ik begon hadden we geen diploma nodig. Ik zit 30 jaar in het vak en heb het geleerd van mijn vader, die was begrafenisondernemer en koster. Ik heb mijn ervaring weer doorgegeven aan Jan, die later bij de zaak kwam en die geeft het weer door aan zijn zoon.”
Functie: Begrafenisondernemers en begraafplaatsbeheerders.
Wilt u dit werk altijd blijven doen? Unaniem: “Ja, zonder meer.”
Wilt u zelf begraven worden? Beiden: “Ja.” Huub: “Maar wel in een eikenhouten kist.”

De begraafplaats
Aantal begravingen per jaar: 100.
Mooiste begrafenis: Jan: “De begrafenis van Castermans, een Nederlandse bisschop die in Frankrijk is overleden en bij ons begraven werd. Bij een kerkelijke begrafenis zijn de rituelen van een grote klasse en uitvoering. Er is dan veel meer volk op de begraafplaats. We verzorgen een speciale kist en bidprentje. In het zuiden wordt anders begraven dan boven de Moerdijk. De vroegere priesters zijn nu meer diaken.”
Bezwaar tegen begraven zonder kist? “Nee, als de familie dat wil dan mag dat, maar men wil zoiets hier helemaal niet.”
Mogen nabestaanden de touwen hanteren? “Natuurlijk, maar ook dat willen ze hier niet.”
Goedkoopste graf: “Een eigen graf voor drie personen voor 20 jaar kost 572 euro. We hebben ook uniforme (algemene) graven en urnengraven. Hier begraven we nooit verschillende families bij elkaar. Wel zijn de stenen uniform, nabestaanden kunnen alleen de naam erop zetten. De grafrust is de wettelijk verplichte tijd van 20 jaar.”
Duurste graf: “Een familiegraf voor drie personen met een grafrust van 99 jaar kost 8750 euro, zonder onderhoud.”
Een typisch Limburgs gebruik: “Eens per jaar hebben we een Maria-processie. Verder: na de begrafenis een ’tasje’ koffie drinken met een stuk vlaai erbij.”
Is de begraafplaats kostendekkend? “We kunnen er met zijn drieën goed van leven. Een zoon van een van de broers werkt ook mee. De verplichtingen voor het onderhoud van het kerkhof drukken het zwaarst. Het zou anders zijn als we personeel zouden aannemen, dan krijg je problemen. We hebben het voordeel dat we alles zelf kunnen regelen, ook de kleine dingetjes. We halen omzet uit kisten, maar ook uit het plaatsen van de graven. De eerste twee jaar was heel moeilijk, daarna ging het lopen.”