Ook een crematorium?

Slechts een derde van de crematoria in Nederland staat op een begraafplaats. Zouden dat er niet meer moeten zijn? Haal het crematoria binnen de begraafplaatspoort. Lukt dat niet, werk samen met de crematoria in de buurt en haal de as binnen.

Ook een crematorium?

© Anja Krabben

Slechts een derde van de crematoria in Nederland staat op een begraafplaats. Zouden dat er niet meer moeten zijn? Haal het crematoria binnen de begraafplaatspoort. Lukt dat niet, werk samen met de crematoria in de buurt en haal de as binnen.

Van de 52 crematoria die níet op een begraafplaats staan, zijn er meerdere die wel náást een begraafplaats staan. Begraafplaats en crematorium hebben dan een eigen ingang en verschillende eigenaren. Wel delen ze vaak dezelfde naam. Zoals Rouwcentrum & Crematorium De Boskamp (‘de Facultatieve Groep’) naast de gemeentelijke begraafplaats De Boskamp in Assen. Dit kan voor beiden gunstig uitpakken. Het crematorium hoeft niet te investeren in een urnenpark, de begraafplaats krijgt als het goed is meer inkomsten uit urnengraven.

Werkt het ook altijd zo? Crematoria Jonkerbos en Kranenburg staan naast de gelijknamige begraafplaatsen in Nijmegen en Zwolle. De crematoria zijn van ‘de Facultatieve Groep’, de begraafplaatsen respectievelijk van een stichting en de gemeente. Joost Meertens van Stichting Begraafplaats Nijmegen, onder andere eigenaar van begraafplaats Jonkerbos: “Voordat het crematorium er was, voor 1984, was er in Nijmegen nauwelijks sprake van cremeren. Mensen moesten daarvoor naar Arnhem of Dieren en qua asbestemming betrof het voornamelijk, voor zover ik weet, verstrooien. Crematorium Jonkerbos heeft zelf een strooiveld en columbaria. De begraafplaats heeft een urnentuin met urnengraven. Het crematorium geeft de eigen mogelijkheden aan en bij overige bestemmingen wordt de urnentuin van begraafplaats Jonkerbos met name genoemd. Verder helpen we elkaar als buren. Bijvoorbeeld bij sneeuw zal de onderhoudsploeg ook het parkeerterrein van het crematorium schoonschuiven en voor condoleances kunnen we een beroep doen op de keuken van het crematorium, indien nodig. Echt gezamenlijke projecten doen we af en toe. Zo is er jaarlijks een beurs in Nijmegen waar we samen staan (onder de noemer gedenkpark Jonkerbos)en hebben we ook wel eens een gezamenlijke/gelijktijdige open dag gehad.”

Niet overal is er zo’n warm contact tussen de buren. Tussen begraafplaats Daelwijck (gemeentelijk) en crematorium Daelwijck (Monuta) in Utrecht ligt een sloot, het is een onoverkomelijke barrière. De naam wordt gedeeld, verder niets. Een medewerkster van de begraafplaats: “We merken niet echt dat er asbestemmingen via hen bij ons terecht komen. Ze hebben zelf een heel aantrekkelijke urentuin, met waterpartijen en dergelijke. Dat is wel een pijnpunt van ons, dat je nu weer even oprakelt.”

Verkocht aan derden

Sommige crematoria waren oorspronkelijk gemeentelijk en zijn, inclusief begraafplaats, verkocht aan een commerciële partij. Zoals Westgaarde in Amsterdam aan de PC Hooft Groep, Westerveld en Moscowa aan ‘de Facultatieve Groep’, Beukenhof in Schiedam en IJsselhof in Gouda aan Yarden. Ook kocht Yarden volgens velen één van de mooiste crematoria (samen met Westerveld) van Nederland: Crematorium Haarlem, een bijzonder bouwwerk van glas en hout waar buiten en binnen op aangename wijze in elkaar overvloeien. Gemeenteambtenaar Nico Kluwen heeft dit proces destijds (2009-2010) begeleid en het in nota’s vastgelegd. “Ik nam de beslissingen niet, heb wel het proces geleid.” De destijds verantwoordelijk wethouder Chris van Velzen is in 2010 overleden. “Het bezitten en exploiteren van een crematorium behoort niet tot de corebusiness van de gemeente, zo vond men,” vertelt Kluwen. “Begraven trouwens ook niet. Wel is het wettelijk verplicht het mogelijk te maken dat er wordt begraven op je grondgebied, maar je hoeft de begraafplaats niet zelf te exploiteren. Eigenlijk zocht het college destijds een partij die zowel de begraafplaatsen als het crematorium over zou nemen, als een package deal. De raad wilde niet dat de begraafplaatsen ook werden verkocht en heeft dit tegengehouden.”

Waarom wilde het college ook de begraafplaatsen verkopen? “Het bleek dat mensen in onze gemeente zowel het begraven als het cremeren vooral buiten Haarlem zochten. Op Westerveld bijvoorbeeld.” Dat ligt slechts 10 kilometer verderop. Dat dit blijkbaar nog steeds zo is, blijkt uit de reclamecampagne ‘Hierna Haarlem’ die verleden jaar van start is gegaan (www.hiernahaarlem.nl), met als doel de eigen Haarlemmers laten zien wat de gemeente in huis heeft aan begraafplaatsen.

Kluwen: “De inkomsten uit het crematorium vielen tegen. Pas na vijf jaar zou het crematorium in de zwarte cijfers komen. De gemiddelde gemeente is niet sterk in commerciële activiteiten. Wij zijn wel heel goed in het onderhoud van de begraafplaatsen. Een crematorium zou een uitbreiding van de gemeentelijke activiteiten betekenen, terwijl het streven juist is mínder taken te hebben. Ook sportvelden en andere zaken worden uitbesteed. Een commerciële onderneming is waarschijnlijk ook veel beter in staat lage prijzen te garanderen. Wij zouden voor één crematorium moeten inkopen, Yarden kan dat voor meerdere crematoria tegelijk doen.”

Cremeren is winstgevend

De gedachte dat het beheren van een crematorium niet tot het gemeentelijke takenpakket behoort, is op meer plaatsen te horen. Elders in deze De Begraafplaats vertelt Arjen Rijsdijk, wethouder in Gorinchem, dat de gemeente een crematorium wil op de begraafplaats, maar ‘niet voornemens is deze zelf te bouwen en te exploiteren’, want “dat is geen taak van de gemeente. […] Wij denken dat je daar vrij specifieke expertise voor nodig hebt. De vraag is of je dat als gemeente moet willen.”

Dat het voor sommige begraafplaatsen lonend kan zijn, of misschien zelfs noodzakelijk voor overleving, om een eigen crematorium te beginnen, blijkt uit het verhaal van St. Laurentius in Rotterdam. Wat vindt Nicoline Zemering, directeur van St. Laurentius tijdens de bouw van het crematorium, van de opmerking ‘dat is geen taak van de gemeente’? “Op grond van de Wet op de lijkbezorging moet in principe elke gemeente en gemeentelijke begraafplaats hebben of dient de gemeente er in ieder geval voor te zorgen dat er van overheidswege gelegenheid tot begraven wordt gegeven. Maar begraven is uit, cremeren is in. Op grond daarvan zou je kunnen stellen dat het goed is als gemeenten ook een crematorium hebben. Zeker nu steeds meer gemeenten worden samengevoegd en er dus grotere eenheden ontstaan. Waarom daar huiverig voor zijn? Het is echt niet zo ingewikkeld. En er is inmiddels veel ervaring met crematoria, er is weinig risico. Cremeren is in principe winstgevend en een crematorium op je zieltogende begraafplaats leidt tot een economisch gezond bedrijf. Praktisch gezien hoeft de exploitatie voor een gemeente ook geen probleem te zijn. De gemeente is sowieso al een grote en gevarieerde werkgever; wat extra crematorium personeel erbij… daar draaien ze hun hand toch niet voor om? Anderen kunnen het niet beter, gemeenten kunnen het evengoed zelf.”

Haal de as binnen

Niet elke gemeente zal een crematorium kunnen of durven beginnen, nog los van het feit dat Nederland dan overvoerd zal zijn met crematoria. “Maar,” waarschuwt Aad den Boer, directeur van Den Boer Econorm, “werk dan in ieder geval zoveel mogelijk samen met de crematoria in je omgeving.” Den Boer is auteur van de presentatie ‘Cremeren een bedreiging voor de begraafplaats?’, die te vinden is op de site van het bedrijf. Hij wil gemeenten wakker schudden. “En ze voorhouden: heeft u wel voldoende rekening gehouden met de groei van het cremeren en wat dit betekent voor uw begraafplaatsen?” Daarbij schuwt Den Boer enige overdrijving niet. Cremeren gaat groeien naar 85%’ staat groot in een advertentie van den Boer Econrom in deze De Begraafplaats. De algemene verwachting is dat de groei bij 75% zal stoppen. Waar is dat hoge percentage op gebaseerd? Den Boer: “We hebben gekeken naar de jaarlijkse stijging nu, die is 0,6 tot 1% per jaar. Ook hebben we gekeken naar diverse buitenlanden waar het nog sneller gaat en vervolgens hebben wij het huidige percentage zelf jaarlijks gemaximaliseerd, tot we uitkwamen op 85% in 2050. Oké, het is misschien een beetje gechargeerd, maar dat heb ik expres gedaan, omdat we niet willen dat gemeenten denken ‘o, het valt wel mee’. Nee, wij willen dat ze het serieus nemen.”

Hoe kunnen gemeenten dat doen? “Er zijn veel particuliere initiatieven voor crematoria, die moet je integreren in je beleid. De gemeenten zijn degenen die de aanvragen binnenkrijgen voor de bouw van een crematorium. Weet van die plannen, handel er na, voer proactief beleid. Haal het crematorium naar je begraafplaats. Er is geen mooiere, parkachtige plek dan een begraafplaats. Bovendien heeft dat park al alle vergunningen om as te verstrooien en te begraven. De natuur die op een begraafplaats te vinden is, is een goed argument het crematorium binnen te halen. Lukt dat niet, haal dan de as binnen. Jazeker, crematoria kunnen ook mooie urnentuinen inrichten, maar dat haalt het niet bij een mooie, parkachtige begraafplaats. Maar ook kun je  families waarvan de leden diverse keuzes maken, de een voor cremeren, de ander voor begraven, toch op één plek een laatste rustplaats bieden, een familiegraf geven.”