Op zoek naar een nieuwe LOB-voorzitter
© Anja krabbenWie volgt ‘tussenpaus’ Arie van Kooten op als voorzitter van de LOB? Wordt het wederom een tussenpaus, wegens gebrek aan goede kandidaten, of is de ideale kandidaat al onder ons en moet hij/zij zich alleen nog geroepen voelen? Arie van Kooten en enkele anderen laten horen wat er van de nieuwe voorzitter wordt verwacht.
Arie van Kooten, voorzitter van de LOB, woont tegenwoordig in hartje Dordrecht. Vanuit zijn ruime flat aan het water kijkt hij uit op buurgemeente Papendrecht aan de overkant van de Beneden-Merwede. Tegelijk met het overdragen van zijn functie als directeur van begraafplaats en crematorium De Essenhof eind verleden jaar aan zijn opvolger Pauline Harmsen, droeg hij ook de woning op de begraafplaats aan haar over. Maar hij treurt daar niet om, want zijn nieuwe woning staat op een prachtige plek. Zijn werkkamer is klein en vol, hier vinden zijn werkzaamheden voor de LOB plaats. Hij ziet er goed uit. Na maanden van lichamelijk leed, lijkt het tij nu te keren. Zijn vertrek bij De Essenhof heeft overigens niets met dat lichamelijk ongemak te maken, het voornemen om dit jaar vervroegd uit te treden stond al langer vast. Want hij is nog niet helemaal weg van De Essenhof, tot 1 oktober van dit jaar is hij adviseur van Harmsen. Ook aan de LOB zal hij zich nog tot aan het einde van het jaar wijden, en dan hoopt hij de voorzittershamer over te kunnen dragen aan een goede nieuwe LOB-voorzitter. Van Kooten: “Dat is logisch als je zelf niet meer ‘in het veld’ zit, bovendien wordt het me fysiek te zwaar. Als voorzitter reis je veel rond.” Wie gaat hem opvolgen? Heeft het bestuur zelf al enkele goede kandidaten op het oog? Van Kooten: “Ik ken twee mensen die wel zouden willen. Ik weet iemand die er heel geschikt voor zou zijn, maar helaas niet (meer) wil en ik weet nog iemand die er goed in zou zijn, maar die we nog niet benaderd hebben.” Namen noemt hij nu nog niet. “Het staat nog helemaal open, als mensen denken een geschikte voorzitter te zijn en als ze het willen, kunnen ze zich aanmelden bij het bestuur. In principe kan elk lid zich kandidaat stellen. Als er meerdere kandidaten zijn is het ook mogelijk dat het bestuur één iemand voordraagt.” Eén ding is zeker: ervaring is belangrijk. “Het is wat het bestuur betreft niet mogelijk dat iemand van buiten de begraafplaatswereld voorzitter wordt.”
Van de man of vrouw die het voorzitterschap op zich gaat nemen wordt veel geëist. De LOB is gegroeid, werkt steeds professioneler en wordt steeds nauwlettender door de buitenwereld gevolgd. “Daarom moet hij/zij in staat zijn op een adequate wijze de pers te woord te staan. En moet dat ook leuk vinden. Een voorzitter moet goed met veel verschillende mensen kunnen omgaan, hij/zij vertegenwoordigt heel verschillende leden, groot en klein. Hij/zij moet ook intern mensen aansturen, zoals de organisatie-assistent.” Nauw samenwerken met de consulent is ook belangrijk. “En binnenkort met nog een nieuwe kracht, omdat de uren van de consulent worden uitgebreid. Er komt een tweede kracht, die 20 uur per week gaat werken.”
Tussenpaus
Mocht er niet direct een geschikte kandidaat opstaan, dan is het niet ondenkbaar dat er eerst een tussenpaus komt. Van Kooten beschouwt zichzelf ook zo. Na het vertrek van Tom Sprenger in januari 2008 werd er door het bestuur ‘enigszins druk uitgeoefend’ op hem, toen vice-voorzitter, om de hamer over te nemen. “Het was nooit mijn ambitie. Ik zag het ook een beetje als een noodgreep.” Kort daarna gooide zijn lichaam roet in het eten. “Ik werd ziek en kon veel taken niet goed uitoefenen. Daar doe je niets aan, maar het betekent wel dat het weer tijd wordt voor een goede voorzitter die zich geheel kan en wil inzetten voor de LOB.”
Wat zijn de belangrijkste doelen van de LOB voor de komende tijd waar de nieuwe voorzitter aan werken moet? “Het verbeteren en handhaven van de kwaliteit van de dienstverlening en van het personeel. Dat betekent dus vanzelfsprekend dat we gaan kijken hoe we de opleidingen kunnen verbeteren.” Ook zou een goede voorzitter de leden meer kunnen inspireren zich in te zetten voor de vereniging. “Zodat het bestuur kan sturen en de leden in werkgroepen de diverse doelen kunnen uitwerken. Helaas is het op dit moment zo dat leden zelf nauwelijks komen om hun hulp aan te bieden. Ik denk dat dit vaak valse bescheidenheid is. Het is dan ook aan het bestuur, en de nieuwe voorzitter, om zelf actief leden te gaan benaderen. En maak de Alv’s aantrekkelijker, zodat meer leden komen en ook meer leden zich betrokken gaan voelen. Een goed voorbeeld is de LOB-bedrijvendag in Nijmegen, afgelopen november. Zo goed bezocht was de ledenvergadering nog nooit.”
En wat gaat Van Kooten doen na zijn vertrek bij De Essenhof en de LOB? “Ik zie mijn toekomst zonnig in. Bridgen is een grote hobby van mij, dat zal ik meer gaan doen, en misschien ruil ik mijn LOB-bestuursfunctie in voor een bestuursfunctie bij de bridgevereniging.” De Essenhof zal hij in het oog houden, maar dan vanuit een historisch oogpunt. “Het zou mooi zijn als iemand eens alle oude monumenten gaat inventariseren en een historische wandeltocht gaat uitzetten.” Wie die iemand dan is laat zich niet moeilijk raden.
De ideale LOB-voorzitter:
Heeft enige jaren ervaring op/met een begraafplaats, liefst als beheerder of directeur;
Heeft communicatieve kwaliteiten;
Kan goed leiding geven;
Weet mensen te inspireren;
Heeft contacten in de uitvaartwereld (met verzekeraars, de NUVU, de LVC) en met andere belangrijke relaties (Binnenlandse Zaken, VNG);
Heeft er geen problemen mee de pers goed te woord staan.
Van Kooten: “We zoeken eigenlijk een alleskunner.”
De LOB-voorzitter moet intern leden weten te inspireren, en naar buiten toe de vereniging goed weten te vertegenwoordigen en contacten onderhouden met andere partijen in de uitvaartwereld. Twee leden en twee van die contacten over het profiel van de nieuwe voorzitter.
Wat vindt…
Marie-Louis Meuris,
directeur van De Nieuwe Ooster in Amsterdam, die zelf een heel goede voorzitter zou kunnen zijn, maar ‘het past nu niet in mijn leven’, ziet graag iemand met visie. En een persoon die echt enthousiast is. “Iemand die goed voor ogen heeft waar de LOB voor staat en daar ook met hart en ziel voor gaat. Naar buiten toe moet die iemand de LOB een duidelijker gezicht geven. In feite moet ‘iedereen’ weten: als het gaat over begraven in Nederland, dan gaan we naar de LOB. Bij verkeer is het de ANWB, bij begraven is het de LOB, zoiets. Spelen er dus problemen, bijvoorbeeld over de hoogte van begraaftarieven, dan moet elke persmuskiet het logisch vinden dat je aan de LOB vraagt hoe dit zit, en niet aan de Dela’s en Monuta’s in deze branche. Dat betekent dus duidelijke standpunten hebben en daar ook voor gaan staan.” “Maar,” vervolgt Meuris: “Zo binnen, zo buiten! Je kan de zaak extern dan wel op orde hebben, maar in eerste instantie gaat het erom om de leden te binden, te inspireren, een gevoel te geven van: wij samen! Er is al een goed clubblad, er zijn regiobijeenkomsten en een bedrijvendag. Misschien meer symposia en dergelijke, meer met elkaar in gesprek? De voorzitter moet vechten, opkomen voor de historische en culturele waarden van begraafplaatsen en monumenten. Meer in gevecht en/of gesprek dus met de rijksdienst, en dat niet overlaten aan organisaties als de Terebinth en dergelijke.”
Jan de Boer,
beheerder van de gemeentelijke begraafplaats Sneek: “Of het een man of vrouw wordt maakt mij niet uit. Wat wel van belang is, is dat het een persoon is die thuis is in de materie en dus ook weet hoe het er aan toegaat op een begraafplaats. Liever dus geen commerciële stropdasfiguur, met veel blabla en weinig daden. De persoon moet open staan voor kritiek vanuit de achterban. En misschien is het ook slim als het iemand is die al enige ervaring heeft met de politiek om te gaan?”
Henry Keizer,
bestuursvoorzitter van ‘de Facultatieve Groep’, meent dat de nieuwe LOB-voorzitter ‘geen eenvoudige job’ krijgt. “De leden van de LOB zijn zo divers. Van hele kleine stichtingen die voornamelijk werken met enthousiaste vrijwilligers tot relatief grote organisaties die rekening moeten houden met CAO’s, investeringsplannen, beleidsplannen en vaak ook de politiek. Een LOB-voorzitter moet al die verschillende belangen goed kunnen inschatten en deze op de juiste wijze op de agenda van de LOB plaatsen. Gaat hij of zij te snel, dan gaan de kleintjes piepen en gaat het te langzaam dan zijn de grotere ontevreden. Voorlichting, zowel intern aan de leden als ook extern aan het grote publiek, verdient veel aandacht. Klantgerichtheid en continuïteit zijn volgens mij de meest belangrijke punten op dit moment. Continuïteit (het in stand houden) lijkt mij bij uitstek voor begraafplaatsen van belang. De nieuwe voorzitter moet dus een visionair zijn.”
Johan Hoekman,
voorzitter van de NUVU (Nederlandse Unie van erkende Uitvaartondernemingen): “Het is niet zo dat ik halsreikend uitkijk naar de nieuwe voorzitter van de LOB, zo’n nauwe band is er ook niet tussen het NUVU- en LOB-bestuur – vroeger was er nog wel regelmatig contact toen het Platform Uitvaartwezen nog bestond –, maar ik hoop wel dat het iemand is die kennis van zaken heeft. Niet alleen met betrekking tot de begraafplaatswereld, maar tot de hele uitvaartbranche. Ik zou het trouwens toejuichen als de LOB en de NUVU besluiten een of twee keer per jaar met elkaar te overleggen, wat algemene zaken te bespreken. Pers en publiek hebben steeds meer aandacht voor uitvaartzaken, de publiciteit rond grafkosten is daar een goed voorbeeld van. Daar krijgen wij dan ook vragen over. Hoe brengt de LOB informatie daarover naar buiten, dat is ook voor ons van belang. Ik zeg niet dat zo’n overleg direct nodig is maar het is wel nuttig. Al is het maar om gewoon van elkaar te horen waar je mee bezig bent.”