Open dag Hengelo
© Gerda NaterDe Algemene begraafplaats aan de Oldenzaalsestraat in Hengelo viert dit jaar zijn honderdjarig bestaan; een mooie aanleiding voor een Open Dag. Ondanks de regen die soms met bakken uit de lucht viel, werd het een topdag.
Na een week mooi weer en een veelbelovende start van deze zaterdag worden de vele aanwezigen getrakteerd op een ware wolkbreuk. Dat gebeurt juist op het moment dat burgemeester Kerckhaert zijn toespraak begint en de klokkenstoel die de gemeente Hengelo heeft geschonken officieel in gebruik wordt genomen. Hij laat zich er niet door weerhouden: “Op een begraafplaats kun je je niks van het weer aantrekken, dus hebben wij besloten om vandaag alles gewoon door te laten gaan.”
Het oudste gedeelte van de begraafplaats is een gemeentelijk monument, ontworpen door de bekende tuinarchitect Leonard Springer. Op de begraafplaats vinden jaarlijks circa 90 begrafenissen, 25 urnbijzettingen en 8 asverstrooiingen plaats. Burgemeester Kerckhaert: “Het is een prachtig park dat als compleet gebied goed bewaard is gebleven, dankzij de goede zorgen van de medewerkers in al die jaren. En van de huidige medewerkers, Henk Lansink, Paul Oude Hesselink en Ronnie Voerman, die een groot compliment verdienen! Dit is een belangrijke plek voor nabestaanden. Maar ook een historische plek, met de families Hazemeyer, Stork en De Monchy die Hengelo groot hebben gemaakt, onze dirigent Gerrit Peuscher, de geliefde dokter Maas en verzetshelden als Jules Haeck en Frank Santman.”
Na zijn toespraak luidt de burgemeester de nieuwe klok; een mooi en welkom cadeau dat vaak zal worden gebruikt als nabestaanden dit wensen. De donderdag na deze open dag wordt de eerste stoet door klokgelui begeleid.
Club car
Een prachtige glazen koets bij de ingang trekt veel belangstelling en ontlokt opmerkingen als: “Je zou will’n da’j moar gauw dood ging’n, dan ku-j hierin ligg’n.” Onder de poort heten twee gastvrouwen de bezoekers welkom. Ze bieden hen een plattegrond aan van de nieuwe wandelroute en de brochure die ter gelegenheid van dit jubileum is samengesteld. Wie slecht ter been is, kan de route afleggen in een ‘club car’, die de medewerkers doordeweeks voor hun tuingereedschap gebruiken. Ook kinderen zijn tuk op een ritje in het golfkarretje.
In de koffiekamer staan heerlijke gebakjes klaar, met ‘100 jaar’ erop gespoten. Een leuke verrassing is dat er ook halverwege de route koffie wordt geschonken, in het prieel bij de vijver; een idyllisch plekje, zeker als de zon zich weer laat zien! “Hier is meer koffie gedronken dan binnen,” vertelt beheerder Henk Lansink later.
Tijdens de koffie vraag ik enkele bezoekers hoe ze de Open Dag vinden. “Schitterend!”, is de reactie van een vrouw. “Ik woon hier nu twee jaar en ben er vaak langsgelopen, maar was nog nooit op de begraafplaats zelf geweest. Ik heb hier geen familie liggen, maar het is de moeite waard.” Een andere vrouw heeft hier wel bekenden, maar kan hen niet vinden. Naar aanleiding van het artikel in de krant over de open dag had ze de beheerder gebeld. Nu heeft ze een extra reden om te komen, en ze vindt het prachtig.
Er zijn ook bekenden uit het vak, zoals Monique Kiekebosch, afdelingshoofd Begraafplaatsen en gedenkparken in Enschede: “Dit is een mooie begraafplaats, waarin je de hand van Springer nog terug ziet. Ik ken het hier wel, ik kom hier regelmatig voor overleg. Er is veel werk van de open dag gemaakt: ze hebben de paden opgeknapt met schelpen, en een mooie route uitgezet met bordjes bij bijzondere bomen en graven. Daar kunnen wij nog van leren. Wel heb ik een tip: deze begraafplaats heeft nog geen eigen website. Die hebben wij wel, en dat is echt een aanrader.”
Oma zoek
Een week later ga ik opnieuw naar de begraafplaats om te vragen hoe de medewerkers deze open dag hebben ervaren. Of het hen bevallen is? “Het was een topdag,” zeggen Ronnie Voerman en Henk Lansink tegelijk. “Een hoogtepunt in mijn carrière,” vindt Henk. Paul Oude Hesselink is inmiddels op vakantie, maar tijdens de evaluatie was iedereen er heel positief over. Henk: “De laatste twee weken waren hectisch, maar we hebben veel hulp gehad van de afdeling Cultuurtechniek en de SWB (Sociale Werkvoorziening). En de afdeling Communicatie van de gemeente is druk geweest met het maken van het boekje. Dat hadden wij zonder hen nooit kunnen doen.”
Op de dag zelf was iedereen relaxed. Alles was grondig voorbereid, maar het was wel de eerste open dag in die honderd jaar! “Wel hebben we een paar jaar geleden aan de Open Monumentendag meegedaan,” vertelt Ronnie. “Dat willen we vaker doen.”
Alles verliep rustig en in een ongedwongen sfeer, met groepjes mensen die gezellig stonden te praten. Toch zijn er in die paar uur – van tien tot twee – wel vijf- à zeshonderd bezoekers geweest. Henk: “Ondanks het slechte weer. We zijn vooraf van ongeveer 300 mensen uit gegaan.”
Henk, Ronnie en Paul zijn daarna naar huis gegaan, maar de dames zijn nog gebleven en zagen zelfs na drie uur nog zo’n vijftig belangstellenden. Ook deze week lopen er meer mensen dan normaal, met de wandelroute in de hand. Henk: “We hadden de bordjes direct willen opruimen, maar hebben besloten de aangegeven route tot 1 november intact te houden. Misschien wordt het daarna een vaste route met permanente houten bordjes, maar dat moeten we nog overleggen.”
Als ik op deze stralende dag de wandelroute volg, zie ik een ouder echtpaar bij het graf van verzetsheld Jules Haeck. “Wij verzorgen dit graf,” vertelt de man. “Ik was heel goed bevriend met zijn zoon. We konden het niet aanzien dat dit graf er verwaarloosd bij lag en hebben het onderhoud op ons genomen, evenals van de graven van onze familie.” Vreemd genoeg blijkt zijn vrouw niet te weten waar haar oma begraven ligt. “Dat kunt u toch aan de beheerder vragen?,” zeg ik. We stappen naar Henk, die met het echtpaar in zijn kantoortje verdwijnt. En even later weet deze mevrouw eindelijk waar haar oma ligt op deze prachtige begraafplaats.