Respect voor resten?

Wat vinden beheerders, bestuurders, belangenvertegenwoordigers, politici, ruimers en ‘betrokken burgers’ van het ruimen anno 2010? En wat zal er gaan veranderen in de toekomst? Gaat er wel iets veranderen?

Respect voor resten?

© Harry Perrée

Wat vinden beheerders, bestuurders, belangenvertegenwoordigers, politici, ruimers en ‘betrokken burgers’ van het ruimen anno 2010? En wat zal er gaan veranderen in de toekomst? Gaat er wel iets veranderen?

Al eeuwenlang komen stoffelijke resten van geruimde graven bij elkaar in de knekelput, dan wel verzamelgraf. De laatste jaren staat dit eindstation soms in een kwaad daglicht, mede door toedoen van het Comité van Waakzaamheid. Heeft de knekelput zijn langste tijd gehad? Acht betrokkenen geven hun mening.

Jan Vreeker van aannemer Vreeker Begraafplaatsservice BV, veertien man personeel in dienst: “Het verzamelgraf verdwijnt niet. Je zult, als je ruimt, ergens met de stoffelijke resten naartoe moeten. Als wij ruimen doen we dat volgens een plan van aanpak. Daar staat in hoe wij werken. Hoe dat is? Dat hangt af van de opdrachtgever. Sommigen willen dat het per stoffelijke rest wordt bijgezet, anderen
willen het per meerdere graven. Wij werken zoals de opdrachtgever dat voorschrijft. Het kan in een doosje, het kan in een biologisch afbreekbare zak en het kan ook los; dan worden de resten in een containerbox naar het verzamelgraf vervoerd. Op een respectvolle manier omgaan met stoffelijke resten, dat doe je naar de levenden. Dus de werkplek degelijk afschermen, de stoffelijke resten netjes in een verzamelgraf bijzetten en er op een gepaste manier mee omgaan – niet mee gooien.” “Het Comité van Waakzaamheid heeft een positieve draai gegeven door mensen wakker te schudden. Opdrachtgevers, begraafplaatsbeheerders, willen nu precies weten hoe wij het doen – de nabestaanden hebben geen recht van spreken meer, de rechthebbenden hebben afstand gedaan. Opdrachtgevers
die een opdracht vaag omschrijven zijn er ook, ja. Totdat je vraagt: hoe wil je het precies? Kijk, als aannemer wil ik graag duidelijkheid hebben, anders krijg je achteraf allerlei discussies.”

Beheerder Jan de Boer van de algemene begraafplaats van Sneek, waar een verzamelgraf ontbreekt:
“Wanneer hier een graf wordt geruimd, worden de restanten dieper in het graf bijgezet. Dat doet het eigen personeel, ik schat vijf of zes keer per maand. Dat gebeurt machinaal; als we met de grafdelfmachine tot aan de kist zijn, worden de restanten met de hand aan de kant gelegd, dan wordt er dieper gegraven en dan worden de resten weer teruggelegd. Dat gebeurt niet individueel, maar per graf.” “Wij hebben – nog – geen verzamelgraf. Wij zitten een beetje met een ruimtetekort. Een mooie geschikte plek vinden voor een verzamelgraf… dat valt niet mee. Wij willen niet het gevoel hebben dat het ergens is weggestopt. Ik denk dat u op 99 procent van de begraafplaatsen in het Noorden geen verzamelgraf zult tegenkomen. Ook al omdat graven hier voor een periode van twintig, dertig jaar worden uitgegeven en in het verleden voor vijftig jaar en onbepaalde tijd. Nee, wij krijgen geen vragen
over het ruimen. Als wij een graf uitgeven, geven wij aan de familie aan dat de restanten die wij vinden, dieper worden bijgezet. Als de familie wil dat er in het graf niet eerder is begraven, dan kunnen ze een plekje uitzoeken in het nieuwe gedeelte.”

Wim van Midwoud, LOB-consulent:
“Tijdens regiobijeenkomsten zijn ruimen en knekelputten vaste items die beheerders aan de orde stellen. Het is voor het publiek een redelijk taboeonderwerp. Ongeveer twee derde van de beheerders schudt de graven en deponeert de resten onder het bestaande graf. Als je geen ruimte hebt voor een verzamelgraf, is schudden een oplossing. Het punt is dat schudden niet onbeperkt kan. Op een gegeven moment is de ruimte op.” “Nee, de knekelput kan niet verdwijnen. Het Comité voor
Waakzaamheid pleit ervoor de botten opnieuw in een kistje te doen en gestapeld te herbegraven. Dat is kostbaar en onwenselijk. Het is ook ondoenlijk: moet je dat je werknemers aandoen? En wat is er op tegen om uiteindelijk anoniem in een verzamelgraf te belanden?”“Er is net een nieuwe versie van de Handleiding Opgraven en Ruimen uitgekomen, door de LOB, de BVOB en de VNG. Daarin hebben we het niet meer over de knekelput, maar over het verzamelgraf. Dat is een teken des tijds. Het boekje stelt veel meer richtlijnen dan de vorige versie. Er bestaan al verzamelgraven, maar nu zijn daar omschrijvingen voor opgesteld en is het duidelijker: dat je moet zorgen voor een bepaalde grondwaterstand en een gronddekking van zestig centimeter moet hebben; en hoe je moet omgaan met een slecht verteerd lijk: herbegraven en niet in een verzamelgraf doen.”

Hans Holdorp, Comité van Waakzaamheid:
“Wat er mis is met de knekelput? Ik vind het hele gebeuren onesthetisch en respectloos. Als je één keer een foto ziet van zo’n knekelput… je schrikt je het lazarus. Wij vinden niet dat je overblijfselen als relikwieën in een gouden doosje moet doen of zo, maar wel dat je ze netjes moet herbegraven, met een gedenkplaats, en niet ergens in een put. Ik begrijp dat begraafplaatsen kijken naar de kosten, maar Hare Majesteit heeft in de troonrede gezegd dat je niet alleen moet kijken naar financieel-economische aspecten, maar ook naar respect. Ik heb een groot ruimingsbedrijf gevraagd voor hun laatste opdracht een indicatieve offerte te maken waarbij ze aangeven wat het zou kosten als ze ruimen zoals ik het wil. De extra kosten waren 129 euro per graf. Dat is peanuts.” “Wij hebben met de gemeente Apeldoorn en Leusden een convenant getekend. Die zijn zeer tevreden. Wij hebben het convenant aangeboden aan de Tweede Kamer. Daar is een amendement ingediend dat wij hebben geïnitieerd. Dat is unaniem aangenomen en sinds 1 januari wet geworden. Ook de Kamer spreekt van misstanden. De vorige staatssecretaris dacht dat de branche in staat is dit alsnog te regelen. Die heeft nog tot 1 januari de tijd. Ik houd mijn hart vast, want ik heb nog niks gezien. Ik vrees met grote vreze dat er op 1 januari 2011 echt geen orde op zaken is gesteld. Een nieuwe richtlijn? Als u vindt dat je met een richtlijntje orde op zaken stelt…”

Ronald van Raak, Tweede Kamerlid voor de SP, indiener van een motie die ertoe heeft geleid dat BVOB, LOB en VNG gezamenlijk een nieuwe richtlijn voor opgraven en ruimen hebben opgesteld: “We gaan in de Kamer bespreken en kijken of die richtlijn zo’n beetje is wat wij willen. Kijk, ruimen is een vak, dus het opstellen van de richtlijn moet je aan de vaklieden overlaten, maar wij hebben als Tweede Kamer unaniem uitgesproken dat er richtlijnen moeten komen om te voorkomen dat er in de toekomst misstanden ontstaan bij het ruimen van graven en bij de knekelputten.” “Laat ik eerst zeggen: op veruit de meeste begraafplaatsen gebeurt het ruimen op een goede, professionele manier. Het is
maar een aantal keren misgegaan. Het is niet een groot probleem, maar het schenden van de waardigheid van mensen is, ook al gebeurt het maar weinig, een belangrijk probleem. Het allerbelangrijkste voor ons is dat we voorkomen dat mensen opeen begraafplaats met stoffelijke resten worden geconfronteerd. Verder nodig ik de branche uit hun gedachten te laten gaan over individuele begravingen als het gaat om verzamelgraven. Dat is een dringende wens van mij.” “Wat ik heel graag zou willen is dat stoffelijke resten per persoon in een aparte jute zak of doos worden begraven in een
knekelput, zodat daar voor nabestaanden ook altijd nog een persoon ligt op een plekje. Dan kan het toch nog een soort gedenkplaats blijven. Daar kun je dan de namen bij vermelden van de individuele personen. Ik geloof dat dat technisch kan en dat dat niet al te duur hoeft te zijn, maar naar de precieze uitwerking ben ik dus heel benieuwd.” “Begraafplaatsen moeten steeds meer zelf rondkomen. Dan zie je een druk op de prijzen en op het ruimen. Ik zou willen dat de gemeenten hun verantwoordelijkheid nemen. Dat het uit algemene middelen wordt betaald? Ja. Een goede rustplaats
voor overledenen, dat is toch bij uitstek een publiek belang.”

Laurens Dijkhof, teamleider begraafplaatsen van de gemeente Apeldoorn, die een convenant heeft gesloten met het Comité voor Waakzaamheid: “In Apeldoorn was het not done om te ruimen, maar in 2002 heeft het college gezegd: wij hebben plek nodig. Maar dan wilden we wel ruimen op een transparante, respectvolle manier. Met het convenant hebben we dat verfijnd. Een inwoonster van
Apeldoorn heeft dat aangezwengeld. Die heeft het bij de politiek gebracht en de politiek is in 2006 hierheen gekomen. Wij hebben het eerst voorgelegd aan de uitvoerders, die moesten er wat in zien. Toen hebben wij ja gezegd. Wij zijn er heel tevreden over.” “Voorheen haalden we de stoffelijke resten er met een kraantje uit en legden die in een bak en dan gingen we het handmatig sorteren. Er was een knekelput waar botten in gestort werden, maar dat doen wij nu niet meer. Nu ruimen we ook nog met een kraantje, maar als we op de kist stuiten, gaan we over op handmatig werken. De resten doen we dan individueel in een jute zak. Dat deden we eerder niet, nee. Voor het verzamelgraf heeft een kunstenares iets bedacht: een vijvertje, bamboe, een bankje. Zodat mensen er toch even bij kunnen stilstaan.” “Wij doen, schat ik, 150 ruimingen per jaar. De kosten zijn nu wat hoger, maar de grafrechten zijn niet gestegen. Dat is met het huidige aantal ruimingen niet nodig. Overigens vinden wij hethet beste passen om de resten onder in het graf te leggen. Dat doen wij het meeste.”

Cor Smulders, vestigingsmanager van adviesbureau Genius Loci, gespecialiseerd in begraafplaatsadviezen: “Wij bereiden erg veel ruimingsplannen voor gemeenten en particuliere begraafplaatsen voor en schrijven ook de bestekken. Wij vinden dat in beginsel elk graf individueel geruimd moet worden. Dan komen de stoffelijke resten van twee of drie graven bij elkaar in een doos. Ze komen niet in een kruiwagen of een bak van een lader of zo. De dozen worden bijgezet in een verzamelgraf; dat kan een grafkelder of een graf zijn. ‘Verzamelgraf’ klinkt respectvoller dan ‘knekelput’. Het karton verteert binnen korte tijd; de kartonnen dozen zijn ingevoerd om met respect om te gaan met de stoffelijke resten.” “Ik denk dat kritiek op het verzamelgraf niet terecht is. Dat graf
is bedoeld als plek die blijft zolang de begraafplaats daar blijft. Als we de resten weer individueel begraven, lost dat niet veel op. Ik zou ook niet weten wat het alternatief kan zijn. Wij moeten de
stoffelijke resten verzamelen. Het stoffelijk overschot individueel in een doos doen is aanzienlijk duurder. En het is de vraag of het lukt. Bij oudere begraafplaatsen is over elkaar heen begraven. Dan kom je resten tegen die niet individueel te herleiden zijn. Als de stoffelijke resten per persoon in een doos begraven moeten worden, dan gaan de kosten voor de aannemer omhoog. Als die kosten uit de baten moeten komen, dan gaan uiteindelijk de grafrechten omhoog.” “Als wij een bestek maken, dan mag de aannemer met de laagste prijs het maken, maar dan wel tegen de voorwaarden die in
het bestek staan. Daar is toezicht op. Maar er zijn ook ontzettend veel ruimingen waar geen bestek voor is.”

Peter Strijbos van Gravendienst Strijbos in Weert, drie medewerkers: “Meestal is de opdracht om het ruimen collectief te doen. Als we machinaal tot de kist gegraven hebben, dan gaan we daarna gewoon machinaal door. Tenzij de opdrachtgever wil van niet. Maar anders gaat alles over een tafelzeef. Daar staan mensen die het sorteren. Je haalt de resten er per graf uit. Ook bij een collectieve ruiming haal je de resten er een voor een uit. Dan gaat het in doosjes, die hebben we speciaal laten maken, of in een ton en naar het verzamelgraf.” “Volgende week beginnen we weer aan zo’n klus, een begraafplaats
bij een klooster. De opdrachtgever heeft daar besloten om de resten gezamenlijk in een verzamelgraf te doen. De knekelput zal blijven bestaan, want als je ruimt worden stoffelijke resten herbegraven. Vroeger ging alles bij elkaar, tegenwoordig gaat het vooral in kartonnen doosjes of een ander omhulsel. Als opdrachtgevers zeggen: ‘begraaf het maar samen’, moet ik dan nee zeggen? Ook dan doen we het op de manier zoals het moet. Ik vind het helemaal geen probleem.” “Hoe piëteitsvol omgaan met stoffelijke resten er uitziet? Het kan dat de nabestaanden erbij staan, daar heb ik helemaal geen problemen mee. Dan moet je niet gooien met schedels, maar dat doen we normaal ook niet. Kijk, het zijn weliswaar botten, maar het blijven hoe dan ook mensen. Je haalt het uit de kist en daar ga je niet rauw of wild mee om.”