Ruimen – wie schakel je daarvoor in?

Begraafplaatsen raken voller en staan steeds vaker voor de keus: uitbreiden of ruimen? Uit financiële overwegingen wordt vaak voor het laatste gekozen. In veel gevallen wordt daarvoor een extern bedrijf ingehuurd. Drie begraafplaatsen, twee gemeentelijke en een bijzondere, vertellen hoe ze tot de keuze van een bedrijf kwamen.

Ruimen - wie schakel je daarvoor in?

© Pauline Prior

Begraafplaatsen raken voller en staan steeds vaker voor de keus: uitbreiden of ruimen? Uit financiële overwegingen wordt vaak voor het laatste gekozen. In veel gevallen wordt daarvoor een extern bedrijf ingehuurd. Drie begraafplaatsen, twee gemeentelijke en een bijzondere, vertellen hoe ze tot de keuze van een bedrijf kwamen.

Gemeente Berkelland, 2003, ruiming van 30 eigen graven en 300 algemene graven
Onder gemeente Berkelland vallen de begraafplaatsen van Neede, Ruurlo, Eibergen en Borculo. Peter Busschers is beheerder van al deze begraafplaatsen. Er worden per jaar circa 200 mensen begraven en bijgezet.

Twee jaar geleden werd op begraafplaats Drostekamp in Neede geruimd. Er was ruimtetekort. Of de begraafplaats moest worden uitgebreid of er moest worden geruimd. De keuze viel op de laatste optie. Het ging om 30 eigen graven en 300 algemene graven die ongeveer veertig jaar oud waren. Op de begraafplaats zijn ook de algemene graven een diep, maar ze liggen wel op zo’n twee meter in de grond.

Busschers: “Hier in de Achterhoek wordt weinig geruimd. Mensen zijn het niet gewend. Ook al gaat het om algemene graven en zijn de termijnen al lang verstreken, ruimen vinden velen een vervelend idee. De begraafplaatsadministratie was niet optimaal, dus werden door middel van advertenties in de regionale krant en met bordjes bij de vakken op de begraafplaats nabestaanden op de hoogte gebracht. Ook vertelden bezoekers het aan elkaar door. Uiteindelijk is één overledene opgegraven en gecremeerd en zijn vijf anderen herbegraven. Voor dit herbegraven werd alleen de kostprijs in rekening gebracht van rond de 350 euro per graf.”

Het personeel van de begraafplaats is in dienst bij de gemeente en afkomstig van de groenafdeling. Specifieke begraaftaken worden uitbesteed. De gemeente werkt nu al een aantal jaren met de firma Voogd. Zij werden dan ook deze keer gevraagd een offerte te maken. Busschers: “Twee jaar geleden was het nog niet verplicht om aan drie firma’s een offerte te vragen. Nu wel. Wij kozen voor Voogd omdat we al met ze werkten en we kwaliteit wilden. Bij de offerteaanvraag wist Voogd niet dat ze het enige bedrijf waren bij wie wij een offerte aanvroegen. De gemeente heeft bij eerdere opgravingen wel eens gewerkt met de firma Bakker, maar dat beviel niet zo. Ze gingen iets te grof om met de menselijke overblijfselen. Met de firma Voogd is een prijs overeengekomen van 200 euro per graf.”

Omdat op deze begraafplaats nog niet eerder was geruimd, werd besloten om eerst een proefruiming te doen van de eigen graven. Busschers: “De menselijke resten waren helemaal verteerd. Het grondwater staat hier laag, dus de ruiming was goed te doen. De begraafplaats bleef tijdens het ruimen voor het publiek open. Om de ruimingsvakken zetten we schotten, zodat het werk onzichtbaar was voor bezoekers. De skeletten werden herbegraven in een verzamelgraf, in totaal leverde alle skelettten vijftien kuub restmateriaal op.”

Met Voogd was het prima ruimen, aldus Busschers. “Wel zal ik bij een eventuele volgende ruiming opletten dat de grond nog beter restvrij wordt gemaakt. Bij deze ruiming werd een trommelzeef gebruikt met sleuven van 2 cm., maar doordat deze in de lengterichting grotere delen doorlaat, blijven er nog veel botjes in de grond achter. De gezeefde grond werd ook nog door twee man met de hand gecontroleerd. In de gezeefde grond, en dan alleen in de bovenste laag, vonden we nog twee emmers botresten. Vooral na een regenbui werden later nog veel teen- en vingerkootjes gevonden.”

“De volgende ruiming zal nog wel even op zich laten wachten,” vervolgt Busschers. “Er is besloten een aantal vakken niet te ruimen maar op te hogen met anderhalve meter zand, vanwege het grondwaterpeil dat in dat gedeelte aanmerkelijk hoger is.”

St. Martinus Parochie, Duistervoorde-Twello, 2004, ruiming 100 eigen graven
In 1984 werd een gedeelte van de begraafplaats, met circa honderd graven, van de St. Martinus Parochie in Duistervoorde-Twello gesloten verklaard. Na de vereiste toestemming van de gemeente Voorst en de provincie Gelderland en de verplichte 20 jaar grafrust werd dat gedeelte in oktober 2004 geruimd.

De begraafplaats ligt aan de Kerklaan, aan de overkant van de weg staat de R.K. Kerk met dezelfde naam. De parochie valt onder het bisdom Utrecht. De begraafplaats is bedoeld voor (oud)parochianen. In de parochie kent iedereen elkaar. Daarom heeft het parochiebestuur als regel ingesteld dat geen enkele werkende op de begraafplaats, dat zijn grafdelver H. Streppel en enkele vrijwilligers, geconfronteerd mag worden met mogelijke overblijfselen van familieleden en bekenden. Dat wil zeggen dat ruimingen aan derden worden uitbesteed.

Wim Demmers is lid van de financiële beheerscommissie van de parochie en als vrijwilliger betrokken bij de begraafplaats. De kost verdient hij bij de gemeente Voorst in een managementsfunctie. Demmers: “Door de regel dat we mensen niet uit het dorp willen betrekken bij het ruimen, ben ik bij andere parochies gaan vragen aan wie zij de ruimingen uitbesteden. Door dit collegiaal advies kwam ik terecht bij de eenmanszaak van J. Rensen in Marienheem. Ik ben met zijn offerte naar de gemeentelijke begraafplaats gegaan. Ik werk zelf weliswaar niet in het groen, maar de lijnen zijn kort bij onze gemeente. Ik constateerde dat Rensen goedkoper is dan de firma die voor de gemeente werkt.”

Rensen komt niet uit de buurt. Dat was een belangrijke overweging om met hem in zee te gaan. Demmers: “En de offerteprijs natuurlijk. Bovendien is hij flexibel en praktisch ingesteld. Hij werkt samen met een loonbedrijf die hem extra mankracht kan leveren. Na de grote ruiming in 2004, zijn er in mei van het vorig jaar nog eens 30 individuele graven en in november 25 graven geruimd. Bij het niet verlengen van het grafrecht, ruimen we zo snel mogelijk het hele graf. Schudden doen we niet, of alleen de grafsteen verwijderen. Nee, het hele graf met inhoud wordt geruimd. Ook dat is regel geworden omdat we onze vrijwilligers geen resten van bekenden willen laten tegenkomen. Zo wordt er bijvoorbeeld ook geen opdracht gegeven om stenen door een bedrijf uit de gemeente te laten vernietigen. Ook dat laten we graag over aan Rensen.”

De flexibiliteit van Rensen is een belangrijk pluspunt voor Demmers. “Als ik hem op het laatste moment vraag niet 25 maar 27 graven te ruimen, dan hoeft hij dat niet met een kantoor kort te sluiten. Dat is geen enkel probleem. Als ik hem opdracht geef voor het ruimen van een individueel graf van 3 diep zoekt hij naar drie lichamelijke overschotten, en hij stopt niet eerder tot hij die gevonden heeft. Hij werkt met een schudmachine met een zeef van 5 x 5 of 7 x 7 cm. Dat is fijn genoeg om goede aarde over te houden voor verdere begravingen.”

Let op het tijdstip van begraven en ruimen, waarschuwt Demmers. “In de winter begraven overledenen dragen vaker winterkleding. Bovendien bleek bij de ruiming in november dat de grond dan vochtiger is, dat maakt het moeilijker om grond en stoffelijke resten van elkaar te scheiden.”

“Bij de ruiming van de 100 graven is de begraafplaats afgesloten geweest met een hoog hek erom heen,”vervolgt hij. “Bij individuele ruimingen wordt een bord neergezet, waarmee bezoekers gewaarschuwd worden dat er misschien minder prettige zaken te zien zijn. Soms blijven mensen toch kijken. Het is ook een keer voorgekomen dat nabestaanden juist graag bij de ruiming van het graf van hun vader wilden zijn. Rensen werkt dan gewoon door.”

Gemeentelijke begraafplaatsen Crooswijk en Linker Maasoever in Rotterdam, regelmatige ruimingen van algemene graven
Onder de gemeentelijke begraafplaatsen van Rotterdam vallen een tiental begraafplaatsen, waarvan er zeven nog open zijn. Individuele graven worden geruimd in eigen beheer. De begraafplaats heeft zelf een zeef waarmee de grond uit de bovenste laag van de graven schoongemaakt kan worden en weer hergebruikt. De ruiming van grote vakken wordt uitbesteed aan de externe bedrijven. Bedrijven waarmee Rotterdam heeft gewerkt zijn Van Gilst, Bron en de Habo.

Cor Grootendorst is chef van de begraafplaatsen Crooswijk en Linker Maasoever in Rotterdam. Grootendorst: “De gemeente Rotterdam heeft een strikt aanbestedingsbeleid en schrijft voor dat een gemeentelijke instelling bij minimaal drie bedrijven een offerte moet aanvragen. Voordien selecteerden we de bedrijven vooral op kwaliteit en op de prettige en professionele samenwerking. Nu speelt de prijs ook een grote rol.”

De procedure gaat als volgt, legt Grootendorst uit: “Eerst maak ik een werkomschrijving, bedoeld voor de interne afdeling aanbestedingszaken. Gaat deze afdeling akkoord met de aanvraag, dan wordt een uitgebreid inschrijfbiljet gemaakt, bedoeld voor externen. Hierin staan de werkzaamheden omschreven en de vorm waarin die moeten plaatsvinden. Er staat bijvoorbeeld dat om de werkzaamheden een omheining geplaatst moet worden, die hoog genoeg is zodat derden niets zien en die nergens kiert. Hierin staat ook hoe schoon de grond moet worden opgeleverd. Wij vinden dat het ruimen gedaan moet worden met een trommelzeef met gaten van maximaal 2 x 2cm. Want we willen een echt schone grond terug.”

Meestal komt het bedrijf Van Gilst prijstechnisch gezien goed uit de bus, aldus Grootendorst. “Die krijgt dan de klus. Maar het blijft belangrijk te werken met een firma die kwaliteit levert, zodat niet ook nog eens een personeelslid de hele dag toezicht hoeft te houden.”

“Het aantal overledenen in de vakken die we per keer laten ruimen varieert van 400 tot 1000. Het zijn merendeel algemene graven, waarvan de laatste bijzetting minimaal 15 jaar geleden heeft plaatsgevonden. Omdat iedere Rotterdamse begraafplaats een andere soort grond en beplanting heeft, variëren ook de kosten van het ruimen, maar gemiddeld kost het ruimen 55 euro per lichamelijk overschot. Een ruiming duurt meestal drie weken. De monumenten worden in een container gedaan en afgevoerd naar een puinrecyclingsbedrijf waarmee de gemeente prijsafspraken heeft. We hebben overigens nog nooit een bezoek van de milieu-inspectie gehad. Misschien dat ze nu vast en zeker komen. Ze zijn welkom!”

Veel begraafplaatsen besteden het ruimen van graven uit aan derden. Maar wat bepaalt nu of je met iemand ook echt in zee kunt gaan? Waar moet je op letten? Welke eisen kun je stellen? En waar moet je verder nog aan denken?

1. Hoed u voor beunhazen
Werk alleen met een bedrijf dat ervaring heeft met het ruimen van graven. Dus mijd de aannemer uit het dorp die zegt : “oh, die klus klaar ik wel even” zonder dat u enig idee hebt of hij wel weet wat hij doet. Iemand die graven ruimt moet kennis van zaken hebben en het is niet de bedoeling dat u als beheerder, of de ruimer als onervaren leek, voor onaangename verrassingen komt te staan.

2. Vraag altijd referenties
Waar, wanneer, bij wie heeft het bedrijf eerder geruimd? Neem contact op met de betreffende begraafplaats en vraag hoe het is bevallen, welke methode werd gebruikt, of er veilig en netjes is gewerkt, of de Arbo-voorschriften en milieu-inspectierichtlijnen zijn nageleefd. Als men dat niet weet dan is deze begraafplaats geen goede informant en is een andere referentie nodig.
Uiteraard dient het bedrijf zelf u hierover ook overtuigend te kunnen informeren. Als men nog nooit van de Inspectierichtlijn lijkbezorging heeft gehoord weet u meteen al dat u bij deze lieden aan het verkeerde adres bent.

3. Richtlijnen en voorschriften
In de LOB-Handleiding Opgraven en Ruimen staan alle wettelijke regels en definities duidelijk uitgelegd. Daar staat ook beschreven hoe te handelen wanneer men onvolledig onverteerde resten aantreft. Als een ruimingsbedrijf hiervan geen weet heeft, of er onduidelijk over doet, ga er dan niet mee in zee.

4. Veiligheid, gezondheid en welzijn
Stel aan werknemers van buiten altijd dezelfde eisen die u aan uzelf of aan uw eigen mensen zou stellen: de Arbo-wetgeving is er niet voor niets en u bent medeverantwoordelijk voor de veiligheid en gezondheid voor een ieder die op uw begraafplaats werkt.
Check altijd (en dus ook bij de uitbesteding van het werk aan derden) of er afdoende beschermende maatregelen genomen zijn en of de uitvoerenden zich daar aan houden.
 
5. Plan van Aanpak
Zorg bij grootschalige ruimingen van eigen graven zelf altijd voor een Plan van Aanpak en een planning waarin voldoende tijd wordt ingebouwd voor de aankondiging van de ruiming ten behoeve van de nabestaanden en met de verplichte melding twee maanden van te voren bij de regionale Inspectie Milieuhygiëne. Neem in het Plan van Aanpak ook alle afspraken op met het ruimingsbedrijf en de gewenste werkwijze.

6. Aankondigingen
Het aankondigen of publiceren van een (grootschalige) ruiming is niet verplicht. Bij eigen graven valt er sowieso niets aan te kondigen, want die mogen alleen geruimd worden als de grafrechten zijn vervallen en er dus geen rechthebbenden meer zijn. Meestal geschiedt de ruiming van een eigen graf pas bij heruitgifte en niet grootschalig.
Bij algemene graven is de ruiming al inherent aan de uitgifte ervan: men weet dat dit na het aflopen van de wettelijke grafrusttermijn gaat gebeuren. Toch is het belangrijk om de nabestaanden wel tijdig op de hoogte te stellen – het kan voor hen erg pijnlijk zijn om ineens met een geruimd graf geconfronteerd te worden en – veel belangrijker nog – het is een goede zaak de nabestaanden de kans te geven alsnog te kunnen kiezen voor een opgraving en herbegraving in een eigen graf.
Om een gerede kans te hebben zoveel mogelijk nabestaanden te bereiken is het een goede zaak om de ruiming een jaar van te voren aan te kondigen op het betreffende grafvak, middels een bordje bij de graven en/of via een aankondiging bij de ingang van de begraafplaats.
Sommige begraafplaatsen sturen tevens een brief naar de nabestaanden. Aangezien een algemeen graf geen rechthebbende kent gaat het hier meestal om de opdrachtgevers van de begrafenis, maar dan moeten deze gegevens wel bewaard zijn gebleven.
Tenslotte behoort publicatie in een lokale krant of huis-aan-huis-blad ook nog tot de mogelijkheden.
– Pauline Harmsen