Rumoer in Vlissingen onterecht

Een wethouder die aftreedt wegens de emoties die de herinrichting van de begraafplaats oproept, en die haar spijt betuigt omdat de informatievoorziening aan de nabestaanden onvoldoende zou zijn geweest.

Rumoer in Vlissingen onterecht

© Pauline Harmsen

Een wethouder die aftreedt wegens de emoties die de herinrichting van de begraafplaats oproept, en die haar spijt betuigt omdat de informatievoorziening aan de nabestaanden onvoldoende zou zijn geweest.

Het gebeurde in de gemeente Vlissingen en zowel de provinciale als de landelijke pers deden er op 30 januari jl. kond van. Maar is deze politica werkelijk schuldig aan onzorgvuldig handelen? Of gaat het hier om lokale dorpsperikelen die niets met het begraafplaatsbeheer hebben te maken?

Rumoer in Vlissingen! Het volgende krantenbericht stond op 31 januari jl. in diverse kranten:

Wethouder treedt af om grafstenen
Wethouder Maaike Walraven van Vlissingen treedt af. Ze raakte in opspraak omdat ze niet lang genoeg naar nabestaanden heeft gezocht voor ze de begraafplaats in Oost-Souburg liet herinrichten. Dat heeft haar Partij Souburg-Ritthem (PSR) gisteren bekendgemaakt. Twee weken geleden ontstond commotie toen een aantal nabestaanden aan de bel trok, toen ze werden geconfronteerd met grafstenen die waren verwijderd. Ook persoonlijke bezittingen als foto’s en bloemen waren verdwenen. De gemeente had niet goed genoeg geprobeerd alle nabestaanden te informeren, zo bleek. De late excuses hiervoor, twee weken daarna, en de manier waarop de wethouder die excuses formuleerde, zijn voor de PSR reden te twijfelen aan haar communicatieve vaardigheden.

De kranten wekten de indruk dat er bij de voorgenomen ruiming van een aantal graven op de begraafplaats in Oost-Souburg niet voldoende inspanningen waren verricht om de nabestaanden hiervan tijdig op de hoogte te stellen.

Als dat waar is, dan is dat natuurlijk een pijnlijke zaak. Kom je op je maandelijkse grafbezoek bij je oma, blijken de grafrechten plotseling vervallen en knekels ineens in de knekelput te liggen – dat wens je niemand toe! Daar mag de verantwoordelijke bestuurder natuurlijk niet zomaar mee wegkomen.

Bij navraag blijkt de zaak echter heel anders in elkaar te steken. Het gaat niet om eigen graven en òòk niet om een ruiming! Wat is er dan in hemelsnaam wel aan de hand?
Het betreft hier de herinrichting van de begraafplaats. Het plan hiervoor is door de Vlissingse gemeenteraad na een hele lange voorbereidingstijd in 2005 vastgesteld. Het besluit houdt onder meer in dat een bestaand algemeen grafvak een nieuwe bestemming krijgt. Op dit grafvak liggen circa 650 algemene graven die eind jaren zestig in gebruik zijn genomen. De grafrust van de betreffende graven heeft nu dus al dertig jaar langer geduurd dan de wet voorschrijft. Ook de gemeentelijke uitgiftetermijn is hiermee allang verstreken. Toch is ook in 2005 er niet voor gekozen de graven te ruimen, mede omdat de doorstroming van het grondwater ernstig is gestagneerd na de aanleg van een nieuwe autoweg langs de begraafplaats. Er is besloten om de stoffelijke resten met rust te laten en het grafvak in zijn geheel op te hogen, zodat op die manier nieuwe, drogere graflocaties gecreëerd kunnen worden.

De gemeente heeft vervolgens precies gedaan wat wenselijk is in een dergelijke situatie. Het besluit tot ophoging is namelijk eind 2005 gepubliceerd en tevens aangeplakt op de begraafplaats met de mededeling dat de steentjes en overige grafbedekking van de aanwezige graven een jaar later, dus eind 2006, zouden worden verwijderd.

Naarmate het jaar verstreek en niet alle nabestaanden hun grafbedekking ophaalden werd door verschillende raadsleden de druk opgevoerd op de betrokken ambtenaren om de nabestaanden van de overledenen op te sporen en hen over de herinrichtingsplannen te informeren.

Veel begraafplaatsen beschikken helemaal niet over een grafadministratie met de namen en adressen van de gebruikers van de algemene graven, dat is immers niet verplicht. In Souburg waren de gegevens van degenen die destijds opdracht hadden gegeven voor de begrafenis wel bewaard gebleven. Maar hoe actueel zijn die gegevens nog na dertig jaar? Welke kleinkinderen die het dorp verlaten geven aan de begraafplaats waar hun grootouders ooit in een algemeen graf zijn begraven hun adreswijziging door?

De gemeente zag zich natuurlijk voor een onmogelijke opgave geplaatst. Want ook via de gemeentelijke basisadministratie is niet altijd terug te vinden wie de nabestaanden zijn, laat staan waar deze zich dan wel mogen bevinden.

Monnikenarbeid
En voor wie en waarom had de begraafplaats deze monnikenarbeid moeten verrichten, als het al gekund had? Voor mensen die eerder nooit enige blijk hebben gegeven van het feit dat men prijs stelt op de instandhouding van het graf van zijn of haar (voor)ouders? De keuze voor een algemeen graf impliceert immers dat het graf ophoudt te bestaan. Wanneer de Zeeuwse bestuurders de algemene graven desondanks veel langer met rust laten dan oorspronkelijk de bedoeling was, dan betekent dat nog niet dat iemand daar rechten aan kan ontlenen. Ook niet het recht om te worden opgespoord.

De enige verplichting voor de gemeente is dat de voorgenomen ruiming van de graven, of zoals in dit geval de nieuwe inrichting van het grafvak, tijdig wordt aangekondigd. In Oost-Souburg heeft iedereen een jaar lang de gelegenheid gehad aan het idee van de opheffing van de graven te wennen en om de grafbedekking terug te vragen. Het ging mis toen een aantal nabestaanden er achter kwam dat de grafsteentjes 14 maanden na de aankondiging daadwerkelijk waren verwijderd en vernietigd.

Er is niemand die hier een officiële reactie op wil geven, ook de afgetreden wethouder niet, maar uit betrouwbare bron blijkt dat op dat moment enkele nabestaanden de fractie van de lokale partij in Souburg hebben ingeschakeld, die de verantwoordelijke wethouder onder druk hebben gezet. Er zijn ook allemaal indianenverhalen de ronde gaan doen, zowel over de begraafplaats als over de wethouder, tegen wie vervolgens een motie van wantrouwen werd ingediend. Toen heeft ze de handdoek maar in de ring gegooid.

En zo lezen we in de krant dat het de afgetreden wethouder heel erg spijt dat “we niet ver genoeg zijn gegaan om iedereen met onze informatie te bereiken.”
Ze heeft in haar afscheidsrede de raad gewaarschuwd en gezegd dat deze bij een volgende herinrichting van de algemene grafvakken een extern bureau moet inschakelen om de nabestaanden persoonlijk te informeren.

Maar wat zou dit bureau in hemelsnaam nog kunnen doen? STER-spotjes op CNN en Al Jazheera in 40 talen? Of wellicht een satelliet met laserstralen aan het firmament?
Het is niet voor niets dat in de nieuwe Wet op de lijkbezorging de verplichting voor de houders van begraafplaatsen om de nabestaanden van een rechthebbende van een eigen graf tot in het oneindige te achterhalen wordt afgeschaft. Ook de wetgever begrijpt dat zelfs wanneer grafrechten in het geding zijn, de houders ervan medeverantwoordelijk zijn om de uitoefening van dat recht mogelijk te maken en dat je van een begraafplaats niet het onmogelijke kunt vragen.

Maar dit krantenbericht doet het ergste vrezen als het gaat om burgers die de politiek altijd overal de schuld van geven. Binnenkort stuurt men de wethouder ook naar huis als het regent. En voor de burgemeester dreigt ontslag als de zon in november eerder ondergaat dan de maand daarvoor.