Tariefverhogingen. Graaizucht of noodzakelijk?

Opinieweekblad HP/De Tijd publiceerde eind vorig jaar een lijstje van gemeenten waar de kosten voor een algemeen graf 'schrikbarend' gestegen waren sinds 1998. Kloppen de percentages? En zo ja, vanwaar die verhogingen?

Tariefverhogingen. Graaizucht of noodzakelijk?

© Anja Krabben en Pauline Prior

Opinieweekblad HP/De Tijd publiceerde eind vorig jaar een lijstje van gemeenten waar de kosten voor een algemeen graf ‘schrikbarend’ gestegen waren sinds 1998. Kloppen de percentages? En zo ja, vanwaar die verhogingen?

In het vorige nummer plaatsten we in de rubriek ‘Nieuws’ een klein berichtje onder de kop ‘Graaizucht’. Hierin werd melding gemaakt van een artikel in HP/De Tijd (van 7 november 2003) over gemeentelijke tarieven, waaronder die voor begraven, die sinds de invoering van de euro ‘schrikbarend gestegen’ zouden zijn. Bij het artikel werd onder andere een lijstje gegeven van de zeven gemeenten waar de begraaftarieven voor algemeen begraven het sterkst gestegen zouden zijn sinds 1998. Wij publiceerden dit rijtje zonder verder commentaar. Onterecht, reageerde Pauline Harmsen, controller en beleidsmedewerker van De Nieuwe Ooster in Amsterdam en als zodanig verantwoordelijk voor de tarieven aldaar sinds 1999, in een reactie per mail naar ons. En ze heeft gelijk. (En dat zeggen we niet omdat ze de nieuwe LOB-bedrijfsconsulent is.) Dat dit te maken had met tijdgebrek (de HP/De Tijd kwam ons onder ogen in het weekend voordat de kopij naar de drukker moest) doet voor haar en u als lezer niet ter zake. Daarom hebben wij de bedragen op het lijstje alsnog nagetrokken.

Amsterdam + 122%: van € 392,71 naar € 870,-
De Nieuwe Ooster stond in het HP/De Tijd-rijtje op de tweede plaats met een verhofing van 122%. ‘Klopt helemaal niet,’ schrijft Pauline Harmsen gedecideerd. Het bedrag van 870 euro is correct (een begraaftarief van 400 euro plus het daarbij behorend onderhoudstarief van 470 euro), het bedrag uit 1998 daarentegen niet. Harmsen: ‘In 1998 waren er verschillende soorten algemene graven en verschillende soorten onderhoudstarieven. De laatste werden in twee afzonderlijke gedeeltes in rekening gebracht, het een bij de begrafenis, het andere bij de plaatsing van het gedenksteentje. HP/De Tijd heeft het verkeerde begraaftarief en slechts de helft van het in 1998 te betalen onderhoudstarief bij elkaar opgeteld, dus de vergelijking gaat volledig mank. Voor een correcte vergelijking met het huidige tarief (en wat men daarvoor ‘krijgt’) moet uitgegaan worden van een begraaftarief in 1998 van (omgerekend en afgerond) 363 euro en een onderhoudstarief van 431 euro, totaal: 794 euro. Vergeleken met de 870 euro anno 2003 is er dan sprake van een tariefsverhoging van 9,5%.’ Ze voegt er nog aan toe: ‘Want voor die 122% aan verhogingen, zoals in ons geval wordt gesuggereerd, moet een begraafplaats inderdaad wel een verdomd goeie reden hebben, waar andere lezers van het blad zeker in geïnteresseerd zullen zijn.’

Eindhoven + 136%: van € 105,73 naar € 249,-
Bij de nummer 1 van de lijst, de gemeente Eindhoven die met een verhoging van 136% ver boven de rest staat, ligt het wat gecompliceerd. Want het percentage klopt wel, alleen gaat het niet om algemene graven. Corry Schoenmakers van de gemeente Eindhoven zegt: “Op de vier gemeentelijke begraafplaatsen hebben we geen algemene graven, maar alleen graven met uitsluitend recht oftewel familiegraven. Het percentage kan echter wel kloppen. De gemeente wil de begraafplaatsen kostendekkend maken, want we liepen achter.” (Wat landelijk gezien nog steeds zo lijkt te zijn, als je de Eindhovense prijs met die van de overige hier genoemde begraafplaatsen vergelijkt.) “Zo zijn de tarieven een keer met 20% verhoogd, en een volgende keer met 10%. Dit jaar was het 3%. Toch zijn de begraafplaatsen nog steeds niet kostendekkend. We proberen het wel, maar hebben een tekort opgebouwd aan achterstallig onderhoud.”

Tilburg + 78%: van € 348,66 naar € 619,-
In Tilburg blijkt de beheerder van de begraafplaats aan de Hoflaan, de heer Van der Plas, de
aangewezen persoon voor informatie over tarieven te zijn. Hij weet niet exact meer de tarieven uit 1998, maar geeft toe dat de tarieven in 2002 met vijfendertig procent zijn gestegen, dus die 78% zou heel goed kunnen. Reden: “B&W heeft toen besloten dat de begraafplaats kostendekkend moet zijn. Dat wil overigens niet zeggen dat dit ook gelukt is.” Het heeft dit jaar wel weer geleid tot een stijging van het tarief voor algemeen begraven met 13%, van € 619,- naar € 700,-. (Graf delven en sluiten € 215,- + onderhoud 10 jaar € 175,- + grafrecht € 310,-.) Overigens worden in Tilburg bijna alleen mensen van gemeentewege begraven in een algemeen graf. Anderen kiezen meestal voor een eigen graf, aldus Van der Plas.

Utrecht + 50%: van € 444,70 naar € 665,30
De cijfers over Utrecht kloppen helemaal, zegt mevrouw Landeweer, die verantwoordelijk is voor de administratie van de vier gemeentelijke begraafplaatsen. “Bij het bedrag gaat het om de totale kosten. Als mensen er ook nog een monumentje op willen, komt daar nog eens € 233,13 bij.” Ze heeft er eigenlijk nooit bij stilgestaan dat dit een verhoging van 50% is. “Ik schrik er zelf van. Ik had zelf eerder zoiets van 30% verwacht, een inflatiecorrectie van ongeveer 5% per jaar. Het is wel waar dat we verleden jaar een eenmalige extra verhoging van alle tarieven hebben gehad vanwege beveiligingskosten. Dat ging om een bedrag van 16 euro en dat tikt percentueel gezien natuurlijk aan. Dit jaar bijvoorbeeld is het tarief voor een algemeen graf met ongeveer 3% omhoog gegaan en is nu € 688,20.”
En toch zijn ook hier de begraafplaatsen niet kostendekkend. “Dat komt omdat op de vier begraafplaatsen drie aula’s staan. Dat maakt het duur. Om de begraafplaatsen echt kostendekkend te krijgen zou minimaal het dubbele gevraagd moeten worden.”

Groningen + 30%: van € 357,13 naar € 463,-
Groningen laat bij monde van Jan Hofman van Selwerderhof weten dat er wat zijn begraafplaats betreft niets klopt van de bedragen. “Om te beginnen hebben we geen algemene graven, alleen voor kinderen. Het tarief wat HP noemt, € 436,-, gaat om de verlenging van een eigen graf met tien jaar. En als je naar de verhogingen van de laatste jaren kijkt, dan komen we op een percentage van circa 26% uit ten opzichte van 1998 en niet van 30% zoals het artikel vermeldt. We hebben de laatste jaren een paar keer een jaarlijkse verhoging gehad van ongeveer 6%. Dit jaar was het weer gewoon 3%.” Ook in Groningen zijn de gemeentelijke begraafplaatsen overigens niet kostendekkend.

Nijmegen + 26%: van € 397,05 naar € 501,50
In Nijmegen ligt de zaak om een andere reden gecompliceerd. De gemeente Nijmegen heeft weliswaar nog drie begraafplaatsen officieel in eigendom maar het beheer is uit handen geven aan de Stichting Begraafplaatsen Nijmegen. “Het beheer over de drie gemeentelijke begraafplaatsen hebben we in 2000 overgenomen. Toen bleek dat de tarieven aldaar lager lagen dan op onze andere begraafplaatsen. Die hebben we toen gelijk getrokken,” aldus de heer Huls. Maar op geen van de gemeentelijke begraafplaatsen zijn algemene graven. Wel op Jonkerbos. En de tarieven voor algemeen begraven op Jonkerbos komen overeen met de tarieven die HP geeft. Maar dan is 26% over 7 jaar geen overdreven verhoging, als je uitgaat van een jaarlijkse verhoging van circa 4%, meent Huls.

Rotterdam + 26%: van € 512,77 naar € 644,-
Hetzelfde geldt voor de gemeente Rotterdam. Daar zoekt Cor Grotendorst voor ons de tarieven op uit 1998 en 2003. En ook die komen overeen met die in HP/De Tijd. “De eerste jaren zijn we maar 2% omhoog gegaan, toen 4%. De grootste verhoging vond verleden jaar plaats, in 2003, toen hebben we de tarieven met 10,3% verhoogd. Dat was omdat we achter liepen op de omgeving, en dat hebben we iets gelijk proberen te trekken.”
De tarieven gelden voor alle gemeentelijke begraafplaatsen in Rotterdam. De begraafplaatsen zijn over het algemeen kostendekkend, het ene jaar gaat dat iets beter dan het volgende, maar het streven wordt redelijk vaak gehaald.

Appels met peren vergelijken
Diverse gemeenten spreken over ‘achterlopen’ en de tarieven gelijk trekken met omringende begraafplaatsen. Maar wordt daarbij wel een goede vergelijking gemaakt en alles in ogenschouw genomen? In 1999 heeft LOB-bedrijfsconsulent Wim Zaalberg een proefenquête over tarieven gehouden onder 14 Noord-Hollandse begraafplaatsen. De belangrijkste conclusie luidde dat ‘door de vaak complexe tariefstructuur van zowel gemeentelijke als bijzondere begraafplaatsen vergelijking van de tarieven nauwelijks mogelijk en zinvol is.’ Bij de een is het gebruik van de aula inbegrepen, bij de ander de onderhoudskosten. De een begraaft twee personen in een graf, de ander drie en zowel eigen als algemene graven worden voor diverse termijnen uitgegeven. En hoe bereken je het verschil in organisatiestructuur – een begraafplaats die met vrijwilligers werkt heeft uiteraard minder kosten door te berekenen dan een grote gemeentelijke begraafplaats met 12 man in vaste dienst – en het verschil in voorzieningenniveau? Is er een aula, dienstwoning, veel groen? Het wordt al snel appels met peren vergelijken. Uit de enquête kwamen dan ook grote prijsverschillen naar voren. “Daarom heeft het LOB-bestuur destijds besloten om geen landelijk tariefvergelijk samen te stellen,” zegt Zaalberg. “Gezien de diversiteit is dit ondoenlijk, het zou de LOB-leden op een verkeerd spoor zou zetten.” Toch denkt Zaalberg dat vergelijking van de tarieven van begraafplaatsen in de buurt zinvol kan zijn als een begraafplaats plannen heeft de eigen tarieven aan te passen. Zolang er maar zo veel mogelijk rekening wordt gehouden met alle verschillen.