Uitvaartmuseum: Visitekaartje van de gehele branche

Onlangs startte Nederlands Uitvaart Museum Tot Zover een campagne om meer structureel geld te werven binnen de uitvaartbranche. Allereerst zijn de crematoria aangeschreven, later volgen ook de begraafplaatsen en uitvaartondernemers. Directeur Guus Sluiter vertelt in dit artikel waar het museum over gaat, wat de bezoekers ervan vinden en waarom het bestaan van het museum óók belangrijk is voor begraafplaatsbeheerders.

Uitvaartmuseum: Visitekaartje van de gehele branche

© Guus Sluiter


Onlangs startte Nederlands Uitvaart Museum Tot Zover een campagne om meer structureel geld te werven binnen de uitvaartbranche. Allereerst zijn de crematoria aangeschreven, later volgen ook de begraafplaatsen en uitvaartondernemers. Directeur Guus Sluiter vertelt in dit artikel waar het museum over gaat, wat de bezoekers ervan vinden en waarom het bestaan van het museum óók belangrijk is voor begraafplaatsbeheerders.

Hoe ziet een museum over de dood er uit? Welk verhaal moet worden verteld, wat kan worden weggelaten en vooral hóe geef je dit allemaal vorm? Vanaf begin 2005 werd er door staf en bestuur het hoofd gebroken over verhaal en vormgeving van een uniek museum met een gevoelig thema. In deze spannende periode werd het museum feitelijk geboren. De dood hoort bij het leven en Museum Tot Zover staat met beide benen in de Nederlandse samenleving van nu. Dát is de centrale gedachte geweest, die resulteerde in een open thematische benadering met een moderne vormgeving. De ambities zijn hoog, ook waar het de doelgroepen betreft. Fanatieke en incidentele museumbezoekers, medewerkers uit de uitvaartbranche, funeraire hobbyisten en scholieren moesten allemaal aan hun trekken komen. Verschillende soorten teksten, de gratis audiotour en de rondleiding bedienen de verschillende groepen op maat. Voor kinderen is het Kleine Hein-spel ontwikkeld. Bezoekers zijn razend enthousiast.

Unieke locatie
Museum Tot Zover is echter niet alleen tussen de muren te bezoeken. Het is zoals bekend gelegen op een unieke locatie: begraafplaats crematorium en gedenkpark De Nieuwe Ooster in Amsterdam. Het zou natuurlijk idioot zijn geen gebruik te maken van deze monumentale én springlevende dodenakker.
Maar hoe? Er is gekozen tot verlengen van de audiotour naar het historische begraafgedeelte van Leonard Anthonie Springer. Door te vertellen over zaken als parkaanleg, de verschillende soorten graven en begraafrituelen van andere culturen leert men niet alleen over De Nieuwe Ooster, maar over álle begraafplaatsen en over begraven in het algemeen. De wandelaars met koptelefoontjes op verstoren de uitvaarten en de rust in het park niet. Er zijn plannen om de audiotour uit te breidennaar het verder gelegen nieuw ontworpen asbestemmingsgebied. Begin 2008 werd Kleine Hein geïntroduceerd. Dit grappige neefje van u weet wel wie, neemt kinderen in de leeftijd van 9-12 jaar op
speelse wijze mee door het museum en over de begraafplaats. Het Kleine Hein-spel bevat allerlei weetjes, vragen en doe-opdrachten. Op luchtige wijze leren kinderen over grafmonumenten (‘hier ligt
gans’), bomen en over de twee molletjes die zijn begraven in het zogeheten Moordenaarslaantje.
Zo bezien is de begraafplaats op subtiele wijze een verlengstuk van het museum! En deze combinatie geeft een bezoek aan het museum enorme meerwaarde.

Werk aan de winkel
Nederlands Uitvaart Museum Tot Zover krijgt dus van bezoekers een enthousiast onthaal. Maar we zijn er nog niet. Bekendheid en bezoekersaantallen mogen groeien. Veel aandacht is er nu voor conservering van de unieke collectie (met bijvoorbeeld grafmonumenten en kransdozen) – ook een taak van het museum! Verder organiseert het museum tentoonstellingen en zijn er plannen voor
een arsenaal aan educatieve pakketten, bestemd voor de verschil-lende schooltypen. Vanzelfsprekend is er onderhoud nodig aan techniek en inrichting. Veel werk aan de winkel dus. Tot nog toe wordt het museum in de lucht gehouden door de trouwe hoofdsponsors en sponsors. Maar het museum waar bezoekers reflecteren over leven en dood, waar ze inspiratie op doen, waar ze objectieve informatie vinden, waar ze hun angst kunnen beteugelen, waar ze leren over rituelen van andere culturen, waar ze
leren over begraafplaatsen, is van belang voor de gehéle uitvaartbranche, dus óók voor begraafplaatsbeheerders. Nog altijd bestaan het taboe, de angst en de onwetendheid op het gebied van alles wat met dood en begraven te maken heeft. U moest eens weten hoeveel vragen de rondleiders krijgen over wormen die lichamen opeten! Om op een goede wijze door te kunnen gaan is branchebrede steun hard nodig. Alles naar draagkracht natuurlijk. Maar als iedereen een steentje
bijdraagt kan het museum de noodzakelijke volgende stap maken. De crematoria hebben al een brief gekregen en de begraafplaatsbeheerders krijgen later dit jaar post van het museum. In de tussentijd kan men Tot Zover, het Nederlands Uitvaart Museum, bezoeken en zelf ervaren waar de bezoekers zo enthousiast over zijn. U bent van harte welkom.