Van volkstuin tot oefenbegraafplaats

Door het uitblijven van de verwachte sterftegolf en de populariteit van cremeren beschikken begraafplaatsen die al tot uitbreiding waren overgegaan nu soms over stukken ongebruikt terrein. Doe er je voordeel mee, stelt Ada Wille.  

Van volkstuin tot oefenbegraafplaats

© Ada Wille

Door het uitblijven van de verwachte sterftegolf en de populariteit van cremeren beschikken begraafplaatsen die al tot uitbreiding waren overgegaan nu soms over stukken ongebruikt terrein. Doe er je voordeel mee, stelt Ada Wille.  

Rond de millenniumwisseling waren er regelmatig geluiden te horen dat er capaciteitsproblemen op de loer lagen voor veel begraafplaatsen. Er kwam een sterftegolf aan waar veel begraafplaatsen geen rekening mee hadden gehouden. Dus moest er actiever geruimd gaan worden, gerekend en zo nodig uitgebreid. In diverse gevallen zijn de cijfers ingehaald door nieuwe ontwikkelingen: het crematiecijfer is explosief gestegen, de sterftegolf vertraagd, er bleken soms meer graven geruimd te kunnen worden en een nieuw fenomeen in de vorm van natuurbegraafplaatsen kondigde zich aan. De aangelegde uitbreiding ligt er vaak ongebruikt bij.

Nu is dat geen ramp, want een beetje voorraad is nooit weg en de sterftepiek is dan wel vertraagd en begraafcijfers enigszins afgevlakt door de toename van het aantal crematies, maar zal toch in de nabije toekomst weer gaan aantrekken. Maar het is natuurlijk jammer als een uitbreiding is aangelegd en er in de tussentijd geen profijt van kan worden getrokken. En dat kan wel, met enige vindingrijkheid.

Duits onderzoek

In Duitsland is er in 2010 een speciale studie aan gewijd: ‘Nachfrageorienrierte Strategien zur Nutzung städtischer Friedhofsflachen’ (Kasseler Studien zur Sepulkralkultur, Martin Venne, uitgegeven door de Arbeitsgemeinschaft Friedhof und Denkmal e.V.).

In deze ‘grundliche’ dissertatie wordt uiteengezet wat de mogelijkheden zijn voor oude grafvelden, maar ook voor grafvelden die over zijn, omdat ook in Duitsland de vraag naar traditionele graven dalende is door toenemende crematie en de vraag naar Waldfriedhofer (natuurgraven in bos die geen onderhoudsplicht hebben). Ook nemen familiebanden af en worden dus minder familiegraven uitgegeven en verlengd. Dit wordt nog niet gecompenseerd door de stijgende sterftecijfers (prognose is een toename van 33%). Tevens is er sprake van concurrentie door privéondernemingen. Dus kampt men in Duitsland met resterende terreinen en grafvelden waarvan de grafrechten niet verlengd worden en de graven verwaarloosd worden.

Centrale vraag in deze studie is dan ook: wat is de behoefte van de bevolking en wat kunnen begraafplaatsen aanbieden? De studie biedt strategieën voor het voortbestaan en hoe om te gaan met en gebruik van begraafplaatsterreinen in de toekomst.

De schrijvers stellen dat de funeraire functie voorop staat. Veel stedelijke begraafplaatsen hebben een grote betekenis voor het stadsklimaat en een hoge cultuur en gedenkwaarde. Begraafplaatsen moeten echter meer inspelen op de vraag naar onderhoudsvrije graven en afstemmen op de vraag van het publiek. Die vraag beïnvloedt steeds meer het aanbod dat een begraafplaats moet hebben.

Praktisch betekent dit dat begraafplaatsbeheerders eerder in contact moeten komen met het publiek dan de uitvaartondernemer, en ook meer zou moeten samenwerken met uitvaartondernemers, hoveniers, steenhouwers et cetera, zodat het nieuwe aanbod wordt afgestemd op de (lokale) vraag.

Tussengebruik

Maar hoe die ongebruikte grafvelden te gebruiken? Dit is af te stemmen op de lokale situatie. Een belangrijke conclusie uit de Duitse studie is dat kleinschalige reservevelden binnen grafvelden met nog lopende grafrechten hogere onderhoudskosten met zich meebrengen dan grote aaneengesloten vakken. Ook is er niet makkelijk een andere functie aan te geven, vanwege die nabijheid van graven.

De minste problemen geven perifeer (aan de randen gelegen) vlakken. Deze kunnen makkelijk afgesplitst en anders ingericht worden. In uitbreidende metropolen is de vraag naar ander gebruik groter dan in krimpsteden – die hebben al een overcapaciteit waar een waardevolle functie voor gezocht wordt.

Ook is het de bedoeling dat de herbestemming tijdelijk wordt gerealiseerd zodat de ruimte altijd weer benut kan worden voor graven als de vraag daarnaar toeneemt.

Enkele voorbeelden van een dergelijk ’tussengebruik’ uit de studie zijn:

als natuurfunctie voor dieren en planten (goed voor de omgeving en gezondheid) 

verpachten aan hoveniers/steenhouwers

invullen met zonnepanelen (mits er natuurlijk geen bomen zijn)

gebruiken als dierentuin (dan is er wel afscherming nodig).

Er kunnen allerlei bestemmingen worden bedacht, mits het de begraaffunctie van aangrenzende velden niet hindert. Verkoop is volgens de studie geen optie omdat de inkomsten naar algemene middelen gaan en niet ten gunste van de begraafplaats komen.

Voorbeelden

Ook in Nederland is het beter iets te verzinnen dat een bijdrage levert aan de kwaliteit en de bedrijfsvoering van de begraafplaats. Denk daarbij bijvoorbeeld aan:

Gebruik voor eigen bedrijfsvoering

Functie voor bezoekers

Functie voor derden die meerwaarde heeft voor de begraafplaats

Verhoging natuurwaarde (ecologie)

We laten een aantal voorbeelden de revue passeren. De restruimte als:

Depot. Het meest voor de hand liggend is het om het terrein in gebruik te nemen als depot (opslag materieel, grond, stenen). Dit verdient echter vaak geen schoonheidsprijs en vraagt om de nodige afscherming naar het publiek.

Uitloopgebied van de bestaande begraafplaats: aanleg van hoofdstructuur paden en bomen. Voordeel: grond kan rijpen en bomen kunnen groeien, zodat tegen de tijd dat het terrein nodig is de boompalen weg kunnen en de beplanting gestabiliseerd en eventuele inboet achter de rug is. Het is een extra wandelmogelijkheid voor bezoekers, en versterking van de parkkwaliteit van de begraafplaats.

Voorbeeld: uitbreiding begraafplaats Rusthof in Amersfoort. Dit terrein van een aantal hectare is vier jaar geleden aangelegd en nu pas nodig voor nieuwe graven. Beheerder Harry Bosman: “Het kost wat, maar levert ook wat op. 70% van het terrein wordt extensief gemaaid, sommige delen (langs de paden) wat intensiever. Bij rondleidingen neem ik bezoekers ook mee over de uitbreiding. Het versterkt de ruimtelijkheid van de begraafplaats als geheel. Ons vogelproject heeft zich ook over dit terrein uitgebreid en we zien nu al de eerste resultaten.”

Pluktuin / Bijenweide. Geeft – indien goed voorbereid – een prachtig effect. Nadeel: flora loopt vaak snel terug na het eerste jaar en moet bijgezaaid worden. In eerdere artikelen in De Begraafplaats (april 2010 en april 2013)is al aandacht besteed aan de bijen. Plaatselijke imkers en bijenverenigingen zijn altijd blij te maken met een (tijdelijke) bijenstal op de begraafplaats. Met scholen zijn bijenhotels te maken en plaatsen.

Schooltuin. Kinderen staan veelal ongecompliceerder tegenover de dood dan oudere generaties. Nu we al eerder de begraafplaats als openluchtlokaal voor scholen hebben gemarkeerd vanwege cultuurhistorische of ecologische kwaliteiten, ligt wellicht de tijdelijke bestemming als schooltuin ook binnen bereik? Denk daarbij aan planten met symbolische betekenis of drachtplanten in combinatie met bijenhotel, et cetera.

Stiltetuin. In Ouderkerk aan den IJssel is een restruimte ingericht met vaste planten, en in gebruik als stiltetuin. Het is een prachtige kleurrijke aanvulling op de verder vrij traditionele grafvelden. Het vormt een dusdanig apart onderdeel dat er regelmatig bruidsreportages worden gemaakt, vanwege de kleurrijke achtergrond.

Volkstuin. Vaak hebben in het bestemmingsplan aangegeven uitbreidingszones de functie van volkstuin. Dit is wellicht ook actiever toe te passen op restruimten van begraafplaatsen. Dan moet er wel aandacht worden besteed aan toegankelijkheid/routing voor tuinders. 

Expositie-/modeltuin. (Lokale) steenhouwers en kunstenaars zijn vaak te bewegen tot deelname aan de inrichting van een beelden- of modeltuin waarin niet alleen (urnen)grafmonumenten getoond kunnen worden, maar ook beplantingsmogelijkheden van de graftuin. 

Ruimte voor ceremonie/tent/paviljoen/buitenplechtigheid. Eventueel in combinatie met een lichtjesfeest / openluchtconcert / toneeluitvoering? Dat is wellicht minder beladen dan wanneer het evenement op de begraafplaats zelf plaatsvindt tussen de graven.

Kwekerij. Het zelf opkweken van haag- en bosplantsoen of bomen kan behalve financieel ook vakinhoudelijk aantrekkelijk zijn: zelf stekken, bomen klein inkopen en later uitplanten, experimenteren met nieuwe soorten of gewoon een voorraadje bij de hand hebben. 

Urnentuin. Om in te spelen op het toenemende crematiepercentage kan het interessant zijn om een oorspronkelijk voor graven bestemd veld om te vormen tot een urnenvoorziening. Bied dan niet alleen standaardmogelijkheden aan, maar experimenteer ook (kleinschalig en gefaseerd) met nieuwe vormen die bij de crematoria niet aanwezig zijn. Kijk hoe de vraag zich ontwikkelt en speel daar op in.

Natuurgraven. Ligt er een flink stuk uitbreiding braak (denk vanaf ca. 1 ha), dan biedt dat mogelijkheden om in te spelen op de actuele trend van het natuurbegraven: eeuwigdurende graven, zonder grafsteen in de natuur. Maar dat het niet zo zwart-wit is, bewijst het laatste rapport dat onderzoeksinstituut Alterra schreef over het onderwerp: Natuurbegraafplaatsen in Nederland. Landelijke inventarisatie 2013. Daarin geven zij aan dat het begraven in natuur een grote verscheidenheid kent. Het natuurbegraven in de puurste vorm vindt plaats op terreinen die de status natuurgebied hebben en dus vooral op natuurbeheer gericht zijn. Maar er zijn ook voorbeelden die gericht zijn op (de ontwikkeling van) een natuurlijke sfeer. Voor begraafplaatsen is het dus mogelijk deze nieuwe categorie graven (ook kleinschalig!) aan te bieden. Met als uitgangspunt: alles zo afbreekbaar mogelijk, geen grafsteen op het graf, onderdeel van een natuurlijk ingericht park.

Voorbeeld hiervan is Begraafplaats IJsselhof in Gouda. Door dijkverzwaringsperikelen liep de inrichting van de uitbreiding (ca. 1 ha) een aantal jaar vertraging op. Inmiddels zijn de capaciteitsberekeningen bijgesteld en zal een deel dit najaar worden ingericht voor natuurgraven om zo enerzijds het aanbod van keuzemogelijkheden op de begraafplaats te vergroten, anderzijds als een aantrekkelijke en waardevolle aanvulling op dit gedenkpark aan de Hollandse IJssel.

Schapen/paardenwei: begrazing scheelt onderhoud, dit vooral in het kader van extensief onderhoud. Zorg bij aanwezige bomen wel voor een goede afscherming: naast bastschade door vraat hebben vooral schapen de neiging er flink tegenaan te schuren en jonge aanplant zo compleet om te duwen.

Oefenbegraafplaats. In Duitsland is bij een praktijkschool een oefenbegraafplaats aangelegd om daar met leerlingbeheerders en -steenhouwers het delven van graven, het plaatsen van grafmonumenten e.d. praktisch te oefenen. Wellicht is dit een waardevolle aanvulling op de cursussen die nu worden gegeven aan (aspirant-)beheerders en -steenhouwers. 

Museumveld. Vanuit cultuurhistorisch oogpunt altijd interessant om de monumenten van geruimde graven (van de begraafplaats zelf of elders uit de regio) die qua vormgeving, materiaal of persoon behoudenswaardig zijn op een veldje te plaatsen. Bij rondwandelingen/excursies/open dagen vormt zoiets weer een onderdeel waar een interessant verhaal bij verteld kan worden.

Nagedachtenisveld. Inrichting van een nagedachtenisplek voor geruimde graven, al dan niet in combinatie met een verzamelgraf. In dat laatste geval is het geen tijdelijke oplossing.

Dit zou dus meer kunnen zijn dan een klein gezamenlijk monument, dat wel vaker wordt toegepast. Het is een plek met verblijfskwaliteit – denk aan bankjes, een pleintje, wat aankleding met beplanting, dat een sfeervolle aanvulling vormt op de begraafplaats.

De gemeente Zoetermeer geeft op haar begraafplaats Hoflaan nabestaanden de mogelijkheid om na ruiming van het algemene graf de grafsteen te laten plaatsen op een ‘herdenkingsplaats’. Deze mogelijkheid werd zo populair dat het daartoe aangewezen terrein snel volliep. Waarschijnlijk had dit ook te maken met het (te) lage tarief dat werd gevraagd voor plaatsing en onderhoud voor 10 jaar (met verlengingsmogelijkheid). Het beheer bleek achteraf ook best lastig. Beheermanager Marco Dofferhoff: “Voorafgaand aan de ruiming geven wij nabestaanden de keuze of ze het stoffelijk overschot willen herbegraven (in een algemeen dan wel particulier graf), cremeren of overbrengen naar het verzamelgraf. Wanneer gekozen wordt voor het verzamelgraf krijgen de mensen de keuze wat er met de steen kan gebeuren: meenemen naar huis, laten vervallen aan de gemeente of bijplaatsen op de gedenkplaats. Na de laatste ruiming zijn op de begraafplaats Hoflaan drie van deze gedenkplaatsen gecreëerd. Doordat er geen maximum aantal stenen aan de gedenkplaatsen zit werden deze plekken steeds groter en namen ze steeds meer ruimte in. Wanneer een begraafplaats kiest voor een gedenkplaats in deze vorm, is het zaak de volgende valkuilen te voorkomen: te laag tarief voor het plaatsen en beheren van de stenen, het onderhoud wordt op de betreffende locatie lastiger, dus zorg voor een duurzame oplossing, verzin een manier waardoor het aantal stenen gemaximaliseerd is en daardoor niet onbeperkt ruimte wegsnoept. Het kan een toevoeging zijn aan de begraafplaats, mits de juiste omstandigheden gecreëerd worden. Voor wat betreft de drie locaties op begraafplaats Hoflaan in Zoetermeer: deze zitten nu vol waardoor bij de komende ruiming de optie voor de gedenkplaats niet aangeboden gaat worden aan nabestaanden.”

Bollenveldje. Ludieke invulling die ik tegenkwam op het kerkhof in het dorp Langeraar: hoewel kleinschalig, gaven de met bollen beplante grafrijen toch een heel kleurig effect op deze middenin het dorp gelegen begraafplaats. Denk hierbij ook aan vaste planten die nabestaanden er wellicht later ook toe bewegen die toe te passen als grafbeplanting.

Tot slot

Conclusie: al met al is het dus zonde om grond er ongebruikt bij te laten liggen! Probeer eens iets uit waarbij u zelf de regie houdt en de tijdelijkheid van de invulling voorop staat, zodat u flexibel bent naar de toekomst. Of investeer in een inrichting voor de lange termijn, die een aanvulling is op het aanbod en een versterking van de (verblijfs)kwaliteit van de begraafplaats. Dit versterkt het imago als groene ruimte, trekt meer publiek en dus ook potentiële klanten die geïnteresseerd kunnen raken in een (urnen)graf op de begraafplaats.

Wellicht zijn er nog meer ideeën/voorbeelden uit de praktijk. Laat het weten aan de redactie van De Begraafplaats: redactie@begraafplaats.nl, Deel uw ervaringen!