Voorwoord bij themanummer over De Eeuwigheid

Aan het einde van het jaar proberen we altijd een thema te bedenken waarmee we behalve de praktische en prozaïsche kant ook de 'andere' kant op kunnen – de geestelijke of spirituele kant. Begraven heeft voor veel mensen tenslotte ook met het niet-aardse te maken. Nadat we eerder onder andere 'spiritualiteit', 'de liefde' en 'het licht' als decemberthemanummer hebben gehad, richten we nu het vizier op de eeuwigheid.

Voorwoord bij themanummer over De Eeuwigheid

© Anja Krabben

Aan het einde van het jaar proberen we altijd een thema te bedenken waarmee we behalve de praktische en prozaïsche kant ook de ‘andere’ kant op kunnen – de geestelijke of spirituele kant. Begraven heeft voor veel mensen tenslotte ook met het niet-aardse te maken. Nadat we eerder onder andere ‘spiritualiteit’, ‘de liefde’ en ‘het licht’ als decemberthemanummer hebben gehad, richten we nu het vizier op de eeuwigheid.

‘Eeuwig – begin noch einde hebbend, buiten de tijd bestaand,’ aldus het van Dale Groot woordenboek der Nederlandse taal. En achter Eeuwigheid staat: ‘1. duur zonder aanvang of einde 2. eindeloze duur, tijdsruimte zonder einde’.

Als de eeuwigheid al bestaat, dan niet op de begraafplaats. En uiteraard nergens op deze wereld. Zoals elk mens hier slechts tijdelijk is, zo ook de mensheid in zijn geheel en al zijn voortbrengselen. Maar zolang het (mogelijk door de mens zelf gecreëerde) einde van de wereld nog niet daar is, kunnen we wel doen alsof het einde er nooit komt. 

Of zoals Maarten Luther zei: “Als ik wist dat morgen de wereld zou vergaan, zou ik vandaag nog een appelboom planten.” En daar hoef je geen gereformeerde of andere gelovige voor te zijn, om die gedachte te omarmen. 

Laten we daarom onze begraafplaatsen beschermen en in stand houden alsof het voor eeuwig is – daarvoor pleit in dit nummer onder anderen professor dr. Bart Ramakers, hoogleraar Oudere Nederlandse Letterkunde in Groningen.

De eeuwigheid in spirituele of geestelijke zin is lastig concreet te maken. ‘In religie en filosofie wordt er een speciale werkelijkheid mee aangeduid, die zich aan de normale tijdsduur onttrekt. In overdrachtelijke zin wordt bedoeld een periode waaraan geen eind lijkt te komen,’ staat in Wikipedia. En: ‘De eeuwigheid als periode zonder einde is een bijbels beeld. Men duidt ermee aan het niet-aan-tijd onderhevig zijn van God. Vanuit het geloof dat iemand na zijn/haar dood bij God zal zijn, komt het gebruik van “eeuwigheid” voor: “toestand/woonplaats van de ziel na het levenseinde”.’

Wat kunnen wij eenvoudige aardse stervelingen hiermee? Hoogstens hopen of geloven dat het zo is. En de woorden van wijze mensen in ons opnemen. Daarom gaat het in dit nummer toch vooral over de praktische kant van eeuwigheid op de begraafplaats, in de vorm van het ‘eeuwigdurende graf’ en de houdbaarheidsduur van begraafplaatsen.

De eeuwigheid duurt lang. Vooral naar het einde toe.

Woody Allen.

Als je onder eeuwigheid niet oneindige tijdsduur, maar ontijdelijkheid verstaat, dan leeft hij eeuwig die in het heden leeft. Ons leven is even eindeloos als ons gezichtsveld grenzeloos is.

Ludwig Wittgenstein, filosoof

Smart duurt een eeuwigheid, de dood maar een ogenblik.

Jean-Baptiste Gresset, Frans dichter uit de 18de eeuw

Wat is eeuwigheid? Hetzelfde als nu, maar dan zonder ons.

Herman de Coninck, dichter

Zo, dan heeft u hiermee enkele mooie woorden ter overdenking voor tijdens de donkere dagen voor kerst.

Wij zien u graag weer in 2015, bij leven en welzijn natuurlijk. Want niets is voor eeuwig. Als één beroepsgroep dat weet, bent u dat wel. 

Anja Krabben

Hoofdredacteur