Zuidelijke problemen?

Vraag Onlangs ontving de redactie van dit blad onderstaande brief van een uitvaartondernemer in het zuiden van het land:

Zuidelijke problemen?

© Anja Krabben

Vraag Onlangs ontving de redactie van dit blad onderstaande brief van een uitvaartondernemer in het zuiden van het land:

In de stad waar ik als uitvaartondernemer werkzaam ben, is het gebruikelijk om afscheid te nemen op een centrale plaats op de begraafplaats en de kist niet naar het graf te begeleiden. De nabestaanden vertrekken naar een gelegenheid om koffie te drinken en ik breng met mijn personeel de overledene naar het graf om de kist te laten dalen. Uit vakliteratuur en uit persoonlijke ervaring is vast komen te staan dat het zinvol is (mits men dat wil en kan) om afscheid te nemen aan het graf. Ik wijs in ieder geval ook altijd de nabestaanden op die mogelijkheid. Tot dusver zijn de ervaringen daarmee zeer positief. Onlangs hebben echter de besturen van twee kerkelijke begraafplaatsen aangegeven dat ze dit afscheid aan het graf niet meer willen. Als redenen worden aangevoerd: – de nabestaanden zouden over andere graven lopen;
– er zou sprake zijn van hoge grondwaterstanden en dit zou voor de familie niet prettig zijn om te zien. Kunt u mij zeggen of een kerkbestuur ons inderdaad kan verbieden om afscheid te nemen aan het graf?

Antwoord
De brief was gericht aan redactielid en juridisch adviseur Willlem Van der Putten, die er het volgende antwoord op gaf:

In principe is een eigenaar/houder van een begraafplaats bevoegd om regels en voorschriften te stellen voor het gebruik van de begraafplaats. Die regels zijn neergelegd in een reglement (bij kerkelijke begraafplaatsen) of een verordening (bij gemeentelijke begraafplaatsen). Regels moeten in het belang zijn van rust, orde, veiligheid en dergelijke.  Zouden begraafplaatsen ook de regel kunnen invoeren dat men als familie een kist moet achterlaten en dat de begraving plaats vindt buiten de aanwezigheid van familie? Ik aarzel.

Voor gemeentelijke begraafplaatsen kan ik direct zeggen dat het invoeren van zo’n regel onmogelijk is. De overheid is sterk gebonden aan algemene beginselen van behoorlijk bestuur, wat mede inhoudt dat een bepaalde regel een redelijk doel moet hebben. Als dat er niet is, mag men de regel niet stellen. De laagdrempelige bestuursrechter ziet er op de achterhand op toe dat zin en onzin goed gescheiden worden. Bij bijzondere begraafplaatsen is er een grotere contractsvrijheid (wat neerkomt op het dicteren van voorwaarden door de begraafplaats) dan bij gemeenten. Maar ook daar moet sprake zijn van een redelijke bescherming van de consument en zijn belangen en mogen algemene voorwaarden – we spreken hier puur in burgerlijk-rechtelijke termen – niet onredelijk bezwarend zijn. Ik denk op zich dat een kerkelijke begraafplaats wel bepaalde voorschriften (op het vlak van veiligheid en techniek en dergelijke) zou mogen stellen ten aanzien van het begraven, maar geen onzinnige. En het verbod om bij de feitelijke begraving aanwezig te zijn, is in mijn ogen onzinnig. Per slot: daar is de begraafplaats voor en daar kom je voor.

De redenen die worden opgevoerd om te verbieden dat men bij de begraving is, vind ik al even slecht. Als er een risico is dat nabestaanden op graven lopen, zou men natuurlijk bij de begrafenis uitdrukkelijk kunnen vragen om dit niet te doen. Mensen doen zoiets in het gedrang vaak onbewust. Ook kan met het zo organiseren, dat de groep minder groot wordt, bijvoorbeeld alleen directe familie aanwezig is. Wie later nog eens wil kijken kan terugkomen.
Bovendien vraag ik me af of het hier wellicht om een probleem gaat, dat door de begraafplaats zelf is gemaakt. Als graven met een zerk zijn gedekt, kun je er niet zomaar op lopen. Sommige begraafplaatsen staan op een graf alleen een staande steen aan het hoofdeinde toe. Als dat hier ook het geval is, moet je als begraafplaats niet zeuren dat er op het gras (boven een graf) voor de steen gestaan en gelopen wordt.

Een begrafenis bijwonen houdt natuurlijk niet per definitie in dat er op graven wordt gelopen. Als je dat als een risico ziet, dan zou je de hele begraafplaats altijd voor publiek moeten sluiten. Ik vind het net zoiets als een rozentuin aanleggen en dan zeggen dat er niemand mag komen, omdat men wellicht niet alleen op de paden, maar ook tussen de bloemen loopt. Wat hebben we er dan aan? Als een begraafplaatshouder wil voorkomen dat er op graven gelopen wordt of kan worden, zal hij zijn begraafplaats anders moeten inrichten, maar moet hij niet het normale gebruik van de begraafplaats verbieden.

De reden dat er sprake is van hoge grondwaterstanden, roept ook allerlei vragen op. Als het geen incident is, maar er vaak hoog grondwater is, dan is het begraven op die plaats überhaupt verboden. Dan komt het er op neer dat de begraafplaats geen pottenkijkers wil bij dubieuze handelingen. Ik meen dat het bestuur zich in eerste instantie zou moeten bekommeren om de vraag hoe ze dat water daar weg krijgt, met drainage of een andere oplossing.

Deze kerkbesturen doen aan bestrijding van symptomen, zonder de zaken goed te organiseren. Ik zou als ik u was dat ‘verbod’ aan mijn laars lappen. En met ‘u’ bedoel ik de nabestaanden, want het gaat om hun wens. Ik kan me voorstellen dat je als uitvaartondernemer in een lastig parket zit, want je wilt enerzijds geen ruzie met een begraafplaatshouder, maar anderzijds moet je de belangen van je klanten, de nabestaanden, dienen. Ik zou in uw geval de zaak telkens voorleggen aan de familie. Zeggen dat het mogelijk is om bij de daling van de kist te zijn, maar ook zeggen dat het kerkbestuur daar bezwaar tegen heeft om genoemde redenen. Laat dan de familie maar beslissen. Het behoort ook het besluit van de familie te zijn. U bent niet de ‘politieagent’ van het kerkbestuur. Als er problemen van komen en het kerkbestuur spreekt u daarop aan, dan zou ik voor volgende gevallen alle voornemens om bij de daling van een kist aanwezig te zijn vooraf aan het bestuur melden. Dan kan het bestuur zijn verantwoordelijkheid nemen en zelf met de familie contact opnemen om dat te verhinderen, als ze dat niet wil. Persoonlijk zou ik als familie dan een andere begraafplaats kiezen. (Einde antwoord Van der Putten.)

Discussie
Vraag en antwoord zijn interessant omdat er feitelijk meerdere problemen aan de orde worden gesteld. Allereerst het probleem van het niet begraven in aanwezigheid van familieleden, dat slecht zou zijn voor de verliesverwerking, ten tweede de vraag of een begraafplaatsbestuur een dergelijk verbod kan opleggen en tenslotte, indirect, het probleem van hoge waterstanden op een begraafplaats.

Over het eerste vraagstuk, waarover we hieronder enkele mensen aan het woord laten, kun je je afvragen of het werkelijk een probleem is. Ook al is het onduidelijk waar dit gebruik vandaan komt en waar het goed voor is, als de Limburgers er blij mee zijn, waar maken anderen zich dan druk over? Over de overige twee vraagstukken is Van der Putten zeer duidelijk, waarbij vooral het hoge grondwater waar het kerkhof mee kampt, een serieus probleem is dat om een andere oplossing vraagt dan ‘ongewenst bezoek’ aan het graf te verbieden. Geconfronteerd met het antwoord van Van der Putten wil de beheerder van de bewuste kerkhoven nog even wachten met een officiële reactie tot het kerkbestuur zich erover gebogen heeft. Tot die tijd blijven hij en ‘zijn kerkhoven’ graag anoniem. (Hetzelfde geldt voor de uitvaartondernemer die de vraag stelde.) Wij respecteren dit en zullen na beraad van het kerkbestuur weer contact met hem opnemen, waarna het probleem ‘hoge waterstanden op de begraafplaats’ en wat daar tegen te doen is onderwerp zal zijn van een van de volgende nummers van De Begraafplaats.

Arie de Jong, uitvaartondernemer in Amsterdam en tot voor kort secretaris van de NUVU (onlangs afgetreden en benoemd als ere-secretaris van de NUVU) deed enige maanden geleden een oproep in Het Uitvaartwezen aan haar leden in het zuiden van het land om de doden voortaan in aanwezigheid van de familie te begraven. Dit ten behoeve van een goede rouwverwerking, omdat het belangrijk is ‘dat men ten diepste heeft kunnen ervaren dat de dode ook werkelijk in het graf rust.’ De Jong: “Ik heb veel reacties gehad op mijn stukje. Vooral van uitvaartondernemers uit het zuiden die behoorlijk in hun wiek waren geschoten. ‘Denk je nu echt dat we niet precies doen wat de mensen willen?’ zeiden ze me, want volgens hen is dat wat de mensen zelf willen: de kist laten staan. Het argument dat men verder altijd geeft is dat de meeste begraafplaatsen zo klein zijn dat men bij een uitvaart over de graven van anderen moet lopen en dat willen de mensen niet. Het lijkt mij echter heel sterk dat als de rest van Nederland haar doden zelf wil begraven, men dat in het zuiden niet wil. Je kunt zelf ook wel bedenken dat als een uitvaartondernemer zegt dat het nu eenmaal de gewoonte is, mensen daar moeilijk tegenin gaan. Er bestaat niets slechter voor de rouwverwerking dan de opmerking ‘zo wordt het altijd gedaan, zo hoort het nu eenmaal’. Ik dacht dat we daar nu juist van af waren.”

De heer Meex, uitvaartverzorger bij begrafenisonderneming Smeets in Valkenburg: “Het probleem hier is dat de grond dermate los is, dat mensen in het graf kunnen vallen.”

Maar dan is het dus een zuiver technische kwestie die op te lossen is?
Meex: “Ja misschien wel, maar het is altijd zo geweest. Al drie generaties. Ik heb geen idee waar het vandaan komt. Het is een cultuurverschil met de rest van het land. Ik maakte het verleden jaar mee dat op een begraafplaats de centrale plaats werd opgeknapt. Het zag er niet uit. Ik stelde de familie dus voor om naar het graf te gaan en daar afscheid te nemen. Ze schrokken er helemaal van. Toch gebeurt het ook wel dat familie mee naar het graf gaat. Maar dan alleen familie, maximaal vijftien man, en dan wordt duidelijk uitgelegd waar wel en niet gestaan kan worden. De begraafplaatsen hier vinden dat goed. En niet alleen de begraafplaatsen in Valkenburg, want ik werk met begraafplaatsen in het hele heuvelland. Ik heb nog nooit nee gehoord. Eigenlijk is er niets aan de hand.”

Henk Kok, funerair deskundige en oprichter van het Nederlands Uitvaartmuseum:
“Ik heb geen idee waar het gebruik vandaan komt. Het is in ieder geval geen specifiek katholiek gebruik. Ik denk dat het uit Duitsland afkomstig is, want daar gebeurt het ook. Het gebeurt daar zelfs in het crematorium, waar men de kist in de aula achterlaat. Maar als je er echt achter wil komen waar het vandaan komt, zou je een volksonderzoek moeten houden.”