Strooiveld inrichten

VRAAG

Wij zijn van zins om op onze begraafplaats een deel in te richten als strooiveld. Hierover moet B&W een besluit nemen, bij voorkeur door de gehele begraafplaats aan te duiden als strooiveld. Beschikken jullie over een voorbeeld van een dergelijke vergunning en zo ja, kunnen we deze ontvangen? En als zo’n vergunning aan bepaalde eisen moet voldoen of als er nog andere zaken zijn waaraan we moeten denken, dan horen we die graag.

ANTWOORD

Een begraafplaats waar niet alleen lichamen begraven worden, maar waar ook as bijzettingen plaatsvinden zou eigenlijk altijd over een vergunning moeten beschikken, zodanig dat het terrein door het college van B&W is aangewezen als terrein waar permanent as verstrooid mag worden. De reden hiervoor is gelegen in artikel 66a van de Wet op de lijkbezorging (Wlb). Wanneer een asbus in bijvoorbeeld een urnengraf geplaatst is en het recht op de locatie wordt niet verlengd, dan kan de houder van de begraafplaats het urnengraf ruimen. Het ruimen van een asbus geschied volgens artikel 66, lid 2 door de verstrooiing van de as. Artikel 66a, lid 3 geeft vervolgens aan:

Het verstrooien van de as door of in opdracht van de houder van een crematorium of de houder van een plaats van bijzetting is slechts toegestaan:
a. op een terrein dat bestemd is om permanent as op te verstrooien;
b. in open zee.

De houder van de begraafplaats die een asbus wil ruimen, kan de as dus op de eigen begraafplaats verstrooien, mits de begraafplaats aangewezen is als terrein waar permanent as verstrooid mag worden. Op een groot deel van de begraafplaatsen in Nederland mogen asbussen geplaatst worden. Op enig moment zullen die ook door het verstrooien van de as geruimd worden. Een groot deel van de begraafplaatsen zou dan ook over een vergunning op grond van artikel 66b Wlb moeten beschikken. Een vergunning waarbij de hele begraafplaats is aangewezen als terrein waar de as permanent verstrooid mag worden en niet alleen op een relatief klein strooiveld(je). Een representatief strooiveld kan gebruikt worden voor het verstrooien van as in aanwezigheid van nabestaanden, terwijl de ruiming van een asbus op een minder toegankelijk deel van de begraafplaats uitgevoerd kan worden. Maar welke eisen moeten in een vergunning opgenomen zijn? Ik verwijs hiervoor graag naar Technische adviezen voor de inrichting van begraafplaatsen en graven en voorschriften ten aanzien van asverstrooiing. Dit is een publicatie van het ministerie van BZK die op verzoek van de LOB en de VNG geschreven is nadat in het kader van deregulering wetgeving kwam te vervallen. Op pagina 6 en 7 van het document zijn onder andere normen voor maximale aantallen verstrooiingen per hectare aangegeven welke eerder in de Inspectierichtlijn waren opgenomen. De meeste gemeenten nemen deze aantallen nu op in de vergunning die op grond van artikel 66b Wlb afgegeven wordt. Ik vermoed dat in uw gemeente op de gemeentelijke begraafplaatsen geen grote aantallen verstrooiingen zullen plaatsvinden en adviseer dan ook de adviezen ten aanzien van maximale aantallen verstrooiingen per hectare één op één over te nemen. In het document wordt gesproken over het gebruik van wisselvelden. Bij grote aantallen verstrooiingen is dat zeker aan te raden. Wanneer er op jaarbasis slechts weinig verstrooiingen plaatsvinden én de hele begraafplaats is aangewezen als terrein voor asverstrooiing, dan zal het instellen van wisselvelden zelden of niet nodig zijn.

Ik adviseer u in één collegebesluit alle gemeentelijke begraafplaatsen aan te laten wijzen als terrein voor permanente asverstrooiing, dat gaat in één moeite door en geeft duidelijkheid voor nu en de toekomst. Wanneer op slechts één van de begraafplaatsen aan publiek de mogelijkheid tot verstrooien aangeboden wordt, kunnen op de andere begraafplaats de asbussen welke geruimd kunnen worden verstrooid worden. Een voorbeeld van een vergunning heb ik niet voor u, maar binnen uw organisatie zal er capaciteit zijn om een collegebesluit voor te bereiden waarbij:

<volledige namen, adres, pc en plaats van de betreffende begraafplaats(en)> door het college van B&W van gemeente XX op grond van artikel 66b Wet op de lijkbezorging aangewezen worden als terrein voor permanente asverstrooiing. Hierbij kan een maximum gesteld worden aan het aantal verstrooiingen dat op jaarbasis per hectare uitgevoerd mag worden.

In tegenstelling tot asbijzettingen, is het op grond van de Wlb is het niet verplicht om asverstrooiingen te registeren. Ik adviseer u echter de verstrooiingen echter wél te registeren. U heeft dan direct een registratie van het aantal verstrooiingen dat jaarlijks uitgevoerd is. Daarnaast kunt u nabestaanden altijd een adequaat antwoord geven op de vraag of de as van een familielid wel of niet op uw begraafplaats is verstrooid.

IW apr '25
21 juli 2025