Buiten slapen, een algemeen natuurlijk graf in de stad

Medio 2026 biedt de gemeente Utrecht een natuurlijk graf op begraafplaats Kovelswade. Een mooi groen veld met nog enkele oude graven en omringd door bomen en struiken, wordt hiertoe ingericht. Hieronder beschrijft Tanja Medema de overwegingen die ertoe leidde om er een algemeen graf van te maken, maar dan voor minstens dertig jaar.

Buiten slapen, een algemeen natuurlijk graf in de stad

© Tanja Medema

Groen Kovelswade, foto: Eeke Anne de Ruig

Medio 2026 biedt de gemeente Utrecht een natuurlijk graf op begraafplaats Kovelswade. Een mooi groen veld met nog enkele oude graven en omringd door bomen en struiken, wordt hiertoe ingericht. Hieronder beschrijft Tanja Medema de overwegingen die ertoe leidde om er een algemeen graf van te maken, maar dan voor minstens dertig jaar.

Om maar gelijk met de deur in huis te vallen: een natuurlijk graf in de stad is de meest milieuvriendelijke manier van lijkbezorging. Dicht bij huis, zodat uitvaartondernemer, familie en (latere) bezoekers er niet ver voor hoeven te rijden. Er is geen gebouw voor nodig, geen dure installatie, geen gas of elektriciteit om het proces in gang te zetten en versneld af te ronden. Het lichaam vergaat in een stukje natuur ín de stad, waar dieren zijn en (soms hele bijzondere) planten en bomen die nog de tijd en ruimte krijgen om tot volle wasdom te komen.

Begraven in de stad geeft de directe nabestaanden, maar ook anderen – buren, kennissen, oude collega’s – een plek om naartoe te gaan (mag, moet niet) om de overledene te gedenken. Het geeft alle stadsbewoners een plek voor rust, bezinning en stilte. Ondertussen vergaat het lichaam geleidelijk, het gaat op in de aarde.

Vroeger werd iedereen begraven, waardoor elke stad of dorp wel één of twee begraafplaatsen heeft. De meeste kampen met leegstand (ongebruikte of oude grafvelden). Er is plaats te over om natuurlijke graven aan te bieden.

Ieder voor zich
Als begraafplaats doen we allemaal hetzelfde, maar beleid en tarieven kunnen erg verschillen. Omdat begraafplaatsen als het ware kleine zelfstandige bedrijfjes zijn, zelfs als ze onderdeel uitmaken van een (grote) gemeentelijke organisatie, hebben we nooit een gezamenlijk antwoord gevonden op het opkomende cremeren. Begraafplaatsen lijken zelf vergeten te zijn hoe goed begraven is voor stad en dorp, mens en milieu. Wij hebben dit de laatste decennia in ieder geval nauwelijks uitgedragen. We hebben nooit samen budget gemaakt om in een STER-reclame na het 8 uur journaal te laten zien en horen wat mensen van ons kunnen verwachten.

In de tegenwoordige snelle maatschappij, die is gericht op geluk en instant behoeftebevrediging, praten en denken de meeste mensen liever niet over de dood. Tot het moment dat ze wel móeten. En dan lopen de meesten gewoon achter de kudde aan.

Begraafplaatsen (gemeenten, parochies, de LOB) zouden (vaker) moeten vertellen dat begraven inderdaad meer kost dan cremeren – zoals crematoria nu al decennialang ongenuanceerd roepen – maar dat je er zoveel meer voor krijgt dan alleen een rekening en een pot met as. Om te beginnen is het ritueel van iemand begraven voor velen indrukwekkender dan de kist een gebouw in te zien verdwijnen. Dan krijg je ook nog eens een plek voor tenminste tien jaar – in Utrecht zal dat op het nieuwe natuurveld dertig jaar zijn, daarover later meer – waar je kunt gedenken en anderen ontmoeten en waar ook anderen, niet alleen de directe nabestaanden, de mogelijkheid hebben de dode te bezoeken en te herdenken. En breder gezien vormen de graven gezamenlijk een plek voor allen, waar tijd en ruimte is om stil te zijn, te wandelen, je gedachten te laten gaan, te mijmeren (zoals landschapsarchitect Zocher dat bij de aanleg van de Utrechtse begraafplaats Soestbergen in 1830 beoogde). En de dode? Die rust in vrede. Om Jos Brink te citeren: “Ik heb er negen maanden over gedaan om op de aarde te komen, ik hoef er niet in twee uur vanaf.” Hij ligt begraven in Amsterdam.

Leg mensen uit dat de plek onderhoud vergt en dat alleen al daarom begraven duurder is dan cremeren. Maar die gemeentelijke begraafplaats heeft geen winstoogmerk. Zouden de rechthebbenden werkelijk met zijn allen (moeten) betalen voor het onderhoud van het park, de inrichting, de bomen, de faciliteiten, dan zou het grafrecht vele malen hoger zijn. Er gaat meestal veel geld uit de algemene middelen van de gemeente naar de begraafplaats. In een crematorium en straks in een resomatorium of een veraardingsgebouw wordt wel winst gemaakt. Dat zijn vooral private ondernemingen. Op enkele gemeentelijke crematoria na, maar die gebruiken de inkomsten uit cremeren om het park met de graven te onderhouden en doen hiervoor geen beroep op de algemene middelen.

Eeuwige plek zonder steen
Als je mensen vraagt een graf te tekenen, dan zal dat meestal eruit zien als een tuintje met een grote steen er op. Een ouderwets beeld, zo ging begraven vroeger. Overigens alleen voor de welgestelden, want de armen kwamen in algemene graven terecht, met meerderen op één plek, vaak zonder steen of duidelijke afbakening. Onze manier van denken over een wat een graf is heeft zich nog niet aangepast. Graven zijn tegenwoordig voor afzienbare tijd, daarop past geen steen die van ver weg komt en eeuwen mee kan, nog los gezien van het slechte duurzaamheidsaspect van graniet. Mensen kunnen anders gaan denken. Dat is al gebleken bij het overstappen van veel begraafplaatsen van intensief naar extensief beheer. Dat stuitte in eerste instantie op weerstand, maar de ecologische waarde daarvan wordt inmiddels steeds beter begrepen en gewaardeerd. Dat kan ook zo gaan met milieuvriendelijke monumenten.

Als nieuw grafmonument is een biologisch afbreekbaar gedenkteken het meest milieuvriendelijk. Een monument dat ongeveer net zo lang meegaat als de looptijd van het graf of – wanneer het eerder is vergaan – van tijd tot tijd vervangen kan worden. Laat mensen weten dat een steen niet verplicht is.

In de wet staat dat de botten van een lichaam dat begraven is op een begraafplaats altijd op een begraafplaats moeten blijven. Zo bezien heeft elke begravene een eeuwig graf, alleen … na verloop van een bepaalde periode verhuizen de botten voor een laatste keer naar een randje van de begraafplaats.

De plek
Nu vinden mensen die willen opgaan in de natuur een natuurgraf meestal ver weg van huis. Utrechters kunnen binnenkort in de eigen stad een natuurlijk graf krijgen. Op begraafplaats Kovelswade, die in 1900 werd aangelegd als tweede algemene begraafplaats van Utrecht (vijf ha groot), een rijksmonumentale status heeft en door het vele groen oogt en aanvoelt als een park. Met behoud van de oorspronkelijke aanleg, de bomen-, en padenstructuur en de historische monumenten daarlangs, beginnen we op één vak, waar tachtig natuurlijke graven mogelijk zijn. Later kunnen ook andere delen (ook op de andere gemeentelijke begraafplaatsen) worden ingericht voor natuurgraven met sober onderhoud.

Het vak met de natuurgraven is al groen en zal verder op een andere manier beplant en ingericht worden dan de rest van de begraafplaats. De paden zijn van gras, de graven worden bedekt met bodembedekkende beplanting, zoals maagdenpalm, geranium en dergelijke. Het vak is al omzoomd met oude lindes en taxussen en biedt een schitterend zicht op een grote oude kastanjeboom die de vorm van een kandelaar heeft. Het is een intieme natuurlijke plek.

Bedoeld voor mensen:

  • die op een natuurlijke manier begraven willen worden;
  • die hun nabestaanden niet willen belasten met grafzorg;
  • die hun nabestaanden niet willen belasten met rekeningen in de toekomst;
  • die in Utrecht begraven willen worden;
  • die het milieu niet willen belasten met een grafsteen.

De overledene wordt begraven in een zo sober mogelijk, biologisch afbreekbaar lijkomhulsel, of het nu een kist, plank of wade is. En dat geldt ook voor de kleding. Niet-natuurlijke materialen, zoals brillen, sieraden, afneembare prothese, verwijderbare implantaten en synthetische kleding of verzorgingsmaterialen zijn niet toegestaan. Alleen verteerbare grafgiften mogen mee het graf in. Het is toegestaan dat één of beide overledenen na crematie en, als dit is toegestaan, resomatie of veraarding, in het graf wordt verstrooid of begraven.

Het grafvak inclusief de graven wordt door de gemeente als één geheel beplant en onderhouden. Er mogen slechts biologisch afbreekbaar herkennings/herdenkingsteken worden geplaatst in een beperkt formaat.

Juridisch kader
Geïnspireerd door de komst van particuliere islamitische begraafplaatsen is besloten dat de natuurlijke graven niet als particuliere maar als algemene graven zullen worden uitgegeven. De opdrachtgever regeert daardoor bij aanvang over zijn/haar eigen graf (termijn, kosten, onderhoud en wie er mag worden bijgezet) en ontzorgt daarmee de nabestaanden volledig. Als beheerder heb je meer juridische vrijheid om te beslissen over het graf om mensen bij uitzonderingen van dienst te kunnen zijn.

Een minimale termijn van dertig jaar wordt gegarandeerd. Tegen meerprijs kan een veelvoud van dertig jaar worden vastgelegd. Er kunnen twee overledenen in het graf worden begraven. Bij de eerste begrafenis kan de opdrachtgever zelf bepalen wie de twee personen zijn die in het graf (nu en in de toekomst) worden begraven. Het mag ook één overledene zijn. Er kan ook voor worden gekozen het graf te delen met een andere, willekeurige persoon. Dan betaalt ieder de helft van het graf. In dat geval is de tweede te begraven persoon de vorige of volgende persoon die voor deze vorm van begraven kiest.

De bijzetting van de tweede overledene moet plaatsvinden uiterlijk tien jaar voor het einde van de overeengekomen minimale termijn, tenzij deze in gecremeerde vorm wordt begraven.

Het graf blijft zo lang mogelijk in stand, minstens dertig jaar (of een overeengekomen veelvoud daarvan) en maximaal totdat we de plek opnieuw nodig hebben. Een natuurlijk graf kan niet worden gereserveerd.

Een algemeen natuurlijk graf voor twee personen voor dertig jaar kost 3.284 euro, voor 60 jaar het dubbele en voor 90 jaar het drievoudige. Voor de bijzetting van de tweede overledene wordt 1.000,50 euro gevraagd. Een gedeeld natuurlijk graf kost 1.642 euro per persoon.

Zelf doen
We willen mensen aanmoedigen zoveel mogelijk zelf te doen. En dan hebben we het niet over de professionele zorg voor een overledene en de begeleiding bij het afscheid (laatste verzorging overledene, koelen, vervoeren et cetera). Wel over – in overleg met ons of de uitvaartondernemer – het zelf maken van de kist, baarplank of lijkwade. Het zelf sluiten van het graf, uiteraard met onze hulp. Het zelf maken van een klein, afbreekbaar herdenkings- of herkenningsteken. Zoals een tak met een katoenen lint, een onbewerkte brood- of andere plank met inscriptie of opschrift, een paaltje of een boomschijf, een object van ongebakken klei of een biologisch afbreekbare 3D-print.

Een oude Utrechtse dame zei mij eens: “Ik wil niet de pijp uit, ik wil buiten slapen.” Een mooiere metafoor voor een natuurlijk graf in de stad zou ik niet kunnen verzinnen. In de loop van 2026 hopen wij de Utrechters een natuurlijke rustplek onder de zon en de sterren, bij de dieren, onder de bomen te kunnen bieden.