Rol en taak gemeente bij aankoop grond t.b.v. Islamitische begraafplaats?
Rubriek: Bestuur en beleidOnderwerp: d. Islamitisch begravenVRAAG
Een Moskee (kerkgenootschap) vraagt onze gemeente om grond voor een eigen begraafplaats. Wij hebben in onze gemeente 1 actieve begraafplaats en daar hebben we in principe ruimte genoeg voor het ‘cyclisch’ begraven. De moskee wil ‘eeuwigdurend’ en wil dus een eigen begraafplaats stichten. We bieden dat op onze eigen begraafplaats immers niet aan, en als we ze een stukje van onze begraafplaats zouden geven dan nog geldt dan het regime van cyclisch begraven. We kunnen in onze gemeente geen eigen grond vinden die geschikt is voor een Islamitische begraafplaats. Wellicht is grond van derden wel geschikt. Concreet is de vraag: Moet de gemeente die grond dan aankopen en weer verkopen aan de Moskee? We hebben zoals gezegd wel ruimte op onze eigen begraafplaats om onze Islamitische gemeenschap cyclisch begraven aan te bieden, maar de beschikbare ruimte is iig niet dusdanig dat we van onze eigen begraafplaats een hectare of 2 zouden kunnen overdragen (verkopen) aan de Moskee die er dan eeuwigdurend kan gaan begraven. Moeten we als gemeente dan grond van derden aankopen (of wellicht zelfs onteigenen), of zou een verkennend gesprek met de particuliere eigenaren van de mogelijk geschikte gronden genoeg zijn en zouden we vervolgens de Moskee naar deze eigenaren kunnen doorverwijzen?
ANTWOORD
Sinds Coronatijd hebben meer gemeenten verzoeken gekregen om te voorzien in graven waarin volgens islamitische gebruiken begraven kan worden. U schrijft dat in uw gemeente de begraafplaats kan voorzien in een grafveld waar op die wijze begraven kan worden. Uit uw vraagstelling concludeer ik dat dan op dat veld, net als op de andere velden, particuliere graven met grafrecht voor bepaalde tijd uitgegeven zouden kunnen worden. Vanzelfsprekend kan het grafrecht op die graven steeds verlengd worden. Dat recht is vastgelegd in de Wet op de lijkbezorging (Wlb) in artikel 28. Het is dan aan de nabestaanden hoelang het graf is stand blijft. In het kader van het gelijkheidsbeginsel kan een gemeente voor een specifieke doelgroep niet grafrecht voor onbepaalde tijd aanbieden en voor de overige inwoners niet. Grafrecht voor onbepaalde tijd is op een gemeentelijke begraafplaats voor iedereen beschikbaar, of voor niemand.
De Wlb geeft echter mogelijkheid om bijzondere begraafplaatsen te stichten. We verwijzen naar artikel 37 Wlb en volgende artikelen die daarover bepalingen hebben opgenomen. Net als bij gemeentelijke begraafplaatsen, is het bij een bijzondere begraafplaats aan de houder van de begraafplaats om te bepalen voor welke termijn het grafrecht uitgegeven wordt. Dat kan ook voor onbepaalde tijd zijn en bij bijzondere begraafplaatsen ook alleen voor de ‘eigen achterban’.
Kerkgenootschappen hebben in dit kader een bijzondere positie. Op grond van artikel 37 en 38 kunnen kerkgenootschappen echter ook een eigen bijzondere begraafplaats stichten. Moskeeën zijn geen kerkgenootschappen, maar steeds meer gemeenten stellen ze in dit kader hier wel gelijk aan. De wetgever is overigens voornemens om bij de modernisering van de Wlb het begrip ‘kerkgenootschap’ te verruimen.
Wanneer een kerkgenootschap een bijzondere begraafplaats wil stichten, dient een gemeente hier haar medewerking aan te verlenen. Zie hiervoor de Wlb. Het is echter niet zo dat gemeente hiervoor de kosten hoeft te dragen. De gemeente kan op de bestaande gemeentelijke begraafplaatsen meer velden aanwijzen als veld voor een specifieke doelgroep en hiermee haar bevolking een ‘eigen’ begraafveld faciliteren. Dat de voorwaarden voor grafuitgifte gelijk zijn aan de overige graven is daar inherent aan.
Het argument ‘eeuwigdurende grafrust’ is een argument dat te pas en te onpas gebruikt wordt. Of misschien wel misbruikt wordt. Ik verwijs graag naar de bijgesloten zienswijze van de LOB ten aanzien van de uitgifte van grafrecht voor onbepaalde tijd. In die zienswijze wordt duidelijk gemaakt dat wanneer er over grafrust gesproken wordt, er gedoeld wordt op grafrecht, hetgeen verschillende begrippen zijn. In 2022 heeft het ministerie van BZK een onderzoek naar ‘eeuwigdurende grafrust’ laten uitvoeren. Dat rapport is in 2023 aan de Tweede Kamer aangeboden, zie hiervoor bijgesloten Kamerbrief en rapport. Ik vraag aandacht voor de zienswijze van het Contactorgaan Moslim en Overheid (CMO) ten aanzien van ‘eeuwigdurende grafrust’. Het CMO stelt: “Volgens het CMO komt in de islamitische religieuze praktijk de term ‘eeuwigdurende grafrecht’ niet voor. Het is aan de familie om uit te maken hoe ze hun graf inrichten, onderhouden, verwaarlozen en hergebruiken voor nieuwe overledenen. De religieuze praktijk in de landen van herkomst laat zien dat een graf hergebruikt wordt na ongeveer de derde generatie, meestal voor dezelfde familie. Bij schaarste, zoals in zeer grote steden, komt het ook voor dat families veel sneller een graf hergebruiken.”
Deze zienswijze wordt zowel in het rapport, als in de Kamerbrief verwoord. Jammer dat in zowel ambtelijke, als politieke discussie over het faciliteren van begraafmogelijkheden volgens islamitische gebruiken, de ‘eeuwige grafrust’ misbruikt wordt en er op basis van (valse) sentimenten gediscussieerd wordt.
Terugkomend op uw vraag. Op grond van artikel 38 Wlb kan uw gemeente nu al begraafmogelijkheden volgens islamitische gebruiken faciliteren, maar daar is de gewenste ‘eeuwigdurende grafrust’ niet mogelijk. De islamitische gemeenschap heeft op grond van dezelfde Wlb ook de mogelijkheid om zelf een begraafplaats te stichten en daar onder de gewenste voorwaarden grafrechten uit te geven. Voor het verwerven van grond voor het stichten van een bijzondere begraafplaats door een kerkgenootschap, is artikel 40, lid 3 Wlb van belang. Dit artikel geeft aan:
Indien het kerkgenootschap geen eigenaar van de benodigde grond is, dragen burgemeester en wethouders desgevraagd zorg, dat het kerkgenootschap de grond, mede gelet op de staat, waarin deze ingevolge het tweede lid moet verkeren, op redelijke voorwaarden in eigendom kan verwerven. Kunnen burgemeester en wethouders en het kerkgenootschap niet tot overeenstemming komen, dan bepalen gedeputeerde staten op verzoek van een van hen of beide de voorwaarden.
De wettekst lijkt aan te geven dat de gemeente de grond al in eigendom heeft en deze tegen redelijke voorwaarden overdracht aan het kerkgenootschap. Heeft de gemeente zelf geen geschikte grond beschikbaar, dan heeft de gemeente een inspanningsverplichting ten aanzien van het kerkgenootschap. Dat kan zijn dat zij eerst zelf grond aankoopt en vervolgens tegen redelijke voorwaarden doorverkoopt. Een dergelijke constructie wordt momenteel door gemeente Amersfoort gebruikt om een bijzondere begraafplaats te realiseren. In dat kader is deze informatie op de website van gemeente Amersfoort wellicht interessant voor u. Maar ook de website van de islamitische begraafplaats Amersfoort.
In de gemeente Utrecht wordt al jaren gesproken over een islamitische begraafplaats op begraafplaats Tolsteeg – klik hier. In Utrecht zijn al de nodige rechtszaken gevoerd welke partij uiteindelijk een bijzondere begraafplaats mocht stichten, de Verenigde Utrechtse Moslims (VUMO) of BIBIN, een stichting opgericht door moslims, voor moslims (klik hier).VUMO is uiteindelijk de partij die de grond van de gemeente mag overnemen en de bijzondere begraafplaats kan realiseren. Alles lijkt in kannen en kruiken, maar de gemeente kan met VUMO geen overeenstemming bereiken over de ‘redelijke voorwaarden’, oftewel welk bedrag VUMO moet betalen voor de overdracht van de grond.
Kortom, uw gemeente zal moeten bepalen of zij de moskee als kerkgenootschap ziet waarvoor zij een inspanningsverplichting heeft. Als dat het geval is, en de moskee wil een bijzondere begraafplaats stichten, dan heeft de gemeente in inspanningsverplichting. Wordt de moskee niet als kerkgenootschap gezien, dan geldt die verplichting niet want dan betreft het een regulier verzoek om een bijzondere begraafplaats te stichten. Realiseert u zich echter wel dat bij de modernisering van de Wlb, het ministerie van BZK voorstelt om het begrip kerkgenootschap te verruimen. Ik kan daarnaast niet beoordelen of de besluiten van Amersfoort en Utrecht om moskeeën te faciliteren in hun wens om bijzondere begraafplaatsen te stichten, van invloed zouden kunnen zijn wanneer uw gemeente dat niet doet en daar zou een rechtszaak over volgen. Ik ben geen jurist en adviseer u deze vraag voor te leggen aan jullie eigen juridische afdeling.
Al met al is deze reactie uitgebreider geworden dan een simpel ‘ja of nee’ op uw vraag of uw gemeente een perceel grond voor een begraafplaats zou moeten aankopen en vervolgens weer overdragen. De materie is echter lastig. Lastig doordat de discussie over ‘eeuwigdurende grafrust’ vertroebeld gevoerd wordt en sentimenten wellicht een rol spelen. Hopelijk kan deze inbreng input leveren in de discussie.
IW mei '25
3 juni 2025