Website versterkt het wij-gevoel

Half september, tijdens de uitvaartbeurs, werd de website uitvaartbranche.nl gelanceerd. Een site voor en door de hele uitvaartbranche, die niet toegankelijk is voor het publiek en waar men dus onder ons kan zijn. De eerste reacties zijn overwegend positief. Maar waarom zijn zo weinig begraafplaatsmensen op de site te vinden?

Website versterkt het wij-gevoel

© Anja Krabben

Half september, tijdens de uitvaartbeurs, werd de website uitvaartbranche.nl gelanceerd. Een site voor en door de hele uitvaartbranche, die niet toegankelijk is voor het publiek en waar men dus onder ons kan zijn. De eerste reacties zijn overwegend positief. Maar waarom zijn zo weinig begraafplaatsmensen op de site te vinden?

Uitvaartbranche.nl
wordt gexploiteerd door Uitvaart Com, die onder andere de sites uitvaart.nl, condoleance.nl en dood.nl op internet heeft gezet. Die laatste zijn allemaal vrij toegankelijke publieksites. Nieuw aan uitvaartbranche.nl is de beslotenheid, de site is slechts te bezoeken na het invoeren van een wachtwoord. Het is bedoeld als platform voor mensen die werkzaam zijn in het uitvaartwezen en sectoren die betrokken kunnen zijn bij het overlijden zoals ziekenhuizen, verpleeghuizen, (lokale) overheden, politie en justitie. Op de site kan worden gediscussieerd over belangrijke onderwerpen en gechat over lichtere zaken. Men kan er collegiale diensten aanbieden en elkaars uitvaartsmoel bekijken. Uiteraard is er veel informatie en nieuws te vinden.

Zo’n anderhalve maand na lancering hadden bijna 500 personen zich aangemeld. Peter van Schaik, directeur van Uitvaart Com, weet niet het precieze aantal, maar hij bevestigt mijn indruk dat nog erg weinig begraafplaatsmensen zich hebben aangemeld. Jammer, zegt hij, want ik denk dat de site juist voor kleine begraafplaatsen interessant kan zijn. Ik kan me heel goed voorstellen dat op veel kleine(re) begraafplaatsen er maar een computer is. Dan is er ook maar een e-mailadres. Uitvaartbranche.nl maakt het mogelijk dat iedereen, ook mensen zonder e-mailadres, toch bereikbaar is via het berichtencentrum. En ook nog eens gratis. Toch staan, enkele weken nadat de site de lucht is ingegaan, op de lijst van de 25 meest actieve gebruikers van uitvaartbranche.nl twee begraafplaatsmensen – in de top 10 zelfs. Maar dat zijn dan ook twee bekende en actieve LOBers: Arie van Kooten en oud-LOB-consulent Wim Zaalberg. Beiden doen ook intensief mee aan discussies. Zaalberg ervaart de site als een groot succes. Al was het maar omdat op deze site alle relevante lijkbezorgingswetgeving te vinden is. Van Kooten constateert ook dat de site (nog) door weinig begraafplaatsmensen wordt bezocht en dat dit voor alle lagen van de begraafplaats geldt. Ik zie geen collega-directeuren, maar ook geen grafdelvers en tuinmannen. Ik vind dat eerlijk gezegd niet sterk van mijn medebestuursleden. Van het LOB-bestuur ben ik de enige die zich laat gelden op de site. En ik heb Pauline Harmsen gezien, de consulent, maar zij is geen bestuurslid. Hij hoopt dat daar verandering in komt. De LOB moet een smoel krijgen. Hij denkt overigens dat het beleidsplan dat Pauline Harmsen in november op de ledenvergadering presenteert (als dit blad naar de drukker gaat, moet die nog plaatsvinden, red.) daarbij kan helpen.

Chatten
Jasper Enklaar, hoofdredacteur van vakblad Uitvaart meent dat de site duidelijk in een behoefte voorziet. Gezien het grote aantal gebruikers in korte tijd. Het feit dat de site is afgeschermd en dat mensen min of meer onder elkaar zijn voegt duidelijk iets toe aan wat er al bestaat, meent hij. Maar niet alles kan hem bekoren. De chat noemt hij nogal onnozel geneuzel. Ik zie dat er slechts een beperkt aantal mensen daadwerkelijk deelneemt aan de discussies en de chat, maar dat moet misschien nog groeien. Willem van der Putten, die lang op nummer 1 stond van de lijst van de 25 meest actieve gebruikers, vindt de inhoud van de chats juist vaak erg goed. Deelnemers praten veel over het vak en niet over voetbal of leuke dames. Gisteravond nog, een chat over opleidingen en verschillen daarin. Het was geen loos geklets, zoals je bij de meeste chatboxen hebt. Dit was gezellig, collegiaal n leerzaam. Het is ook voor begraafplaatsbeheerders, vooral ook voor vrijwilligers, heel leuk en zinvol. Maar juist die begraafplaatsvrijwilligers zijn vaak bescheiden en durven nog niet zo. Ze moeten gewoon over die drempel. Er eenmaal overheen, leg je heel makkelijk contacten. Je kan bijvoorbeeld met wat mensen afspreken om elke donderdag tussen 20.00 en 21.00 uur wat borrelpraat te houden.

Nieuws
Yvette Polman, hoofdredacteur van Het Uitvaartwezen is vol lof over uitvaartbranche.nl. De site ziet er goed uit, werkt makkelijk en naast het nieuws voorziet het ook in het wij-gevoel van de branche. Dat vind ik er uniek aan, want zoiets was er toch niet? Als je kijkt naar de deelnemers, dan was daar ook wel behoefte aan. Iedere keer als ik er kom, zijn er ook anderen actief. En dat zijn er meestal meer dan vijf tegelijk. Die site bewijst daarmee zichzelf, denk ik. Het aanbod van nieuws op de site is up to date, maar Jasper Enklaar vindt dat het nu nog te veel bestaat uit integraal overgenomen persberichten waar weinig eigen inbreng aan wordt toegevoegd. Bovendien kunnen adverteerders op warme redactionele aandacht rekenen. Niet echt onafhankelijk dus. De reactie van Peter van Schaik: Een eigen redactie wordt pas opportuun als ik deze voor meerdere publicaties kan inzetten. De warme aandacht voor adverteerders komt omdat vooral zij de weg naar mij weten te vinden. Ik wijs hen ook expliciet op de mogelijkheden voor het plaatsen van persberichten. Het probleem los zichzelf trouwens op, want de groep niet-adverteerders slinkt gestaag. Uiteraard zijn de (nieuws)berichten van bedrijven die niet adverteren ook van harte welkom. Ik zeg dat zo vaak mogelijk, ook tegen begraafplaatsen: stuur vooral al uw berichten voor plaatsing op zowel uitvaart.nl als uitvaartbranche.nl. “

Bedreiging voor vakbladen?
Sinds internet bestaat wordt er om de zoveel tijd de verwachting uitgesproken dat het digitale medium de ouderwetse boeken, bladen en kranten op papier zou kunnen laten verdwijnen. Volgens Jasper Enklaar, hoofdredacteur van Uitvaart, is inmiddels wel gebleken dat het allemaal niet zon vaart loopt. Mensen blijven gehecht aan het gevoel van papier, de geur van drukinkt en de ervaring van de luie stoel met het tijdschrift onder handbereik. Dat is een ander gevoel dan wanneer je naar je pc moet gaan om een pdf-je binnen te halen, die je zelf moet afdrukken waarna je met de los geprinte velletjes diezelfde luie stoel opzoekt. Tijdschriften blijven bestaan. Ook Yvette Polman, hoofdredacteur van Het Uitvaartwezen, ziet geen bedreiging. Natuurlijk kan internet superactueel zijn. Daar kun je met print niet tegenop en dat moet je ook niet nastreven want dat is op voorhand een verloren race. Ook voor interactiviteit lijkt internet zich beter te lenen dan print. Surfend op internet zit je al achter dat toetsenbord, waardoor je nu eenmaal makkelijker en sneller je reactie geeft. Toch denkt ze niet dat mensen daardoor hun (vak)bladen zullen gaan opgeven. Ik meet het af aan mijn eigen manier van internetgebruik. Ik start mijn werkdag meestal met het scannen van het nieuws via telegraaf.nl en nu.nl. Dan weet ik wat er speelt. Maar voor achtergronden bij het nieuws lees ik een krant als de Volkskrant of NRC en een opinieblad. Een stapel pdf-jes kan daar niet tegenop. Gevoel is belangrijk, voor zowel internet als print. Een vakblad brengt nieuws en achtergronden in een blad dat je ook nog eens overal mee naar toe kan nemen. Verder draagt een blad een soort gevoel uit. Leg De Begraafplaats, Uitvaart en Het Uitvaartwezen maar eens naast elkaar. Alle drie ademen ze een eigen sfeer uit. Ze proberen nieuws en achtergronden op zon aangenaam en leesbaar mogelijke manier aan de lezer over te dragen. Dat lukt je niet met uitgeprinte pdf-jes.